Mesten in de volle grond
Hoeveel je van de diverse metstoffen kunt gebruiken is een kwestie van schatten en ervaring. Meestal kun je tot tweemaal de op de verpakking aangegeven hoeveelheden toedienen. Bedenk wel dat een overdosis meststoffen dodelijk voor je planten kan zijn.
Wil je zeker zijn van je zaak neem dan een grondmonster. Neem, verspreid over je grondje kleine schepjes grond, waarbij je ervoor moet zorgen zowel wat van de bovengrond als van de dieper gelegen lagen te nemen. Doe deze schepjes in een emmer en meng ze goed door elkaar. Neem van deze mix een schepje grond en stuur dit op naar een proefstation (zie handige adressen). Voor de kosten hoef je het niet te laten en je krijgt er een mooi rapportje voor terug. Als je aan het begin van de teelt een monster hebt genomen, doe dit dan ook aan het eind; je weet dan precies hoeveel je planten verbruikt hebben.
Kompost kun je rijkelijk gebruiken, visemulsie geef je alleen tijdens de groei, de andere meststoffen meng je door je grondmengsel. Meng je meststof- fen zo lang mogelijk van te voren, zodat de biologische voedingsstoffen de tijd krijgen op te lossen en zich te vermengen met de grond. Het is bij wijze van spreken het beste om je grondje al in de herfst te mengen, zodat de winter en vooral de vorst er "over heen kan gaan".
Let bij het spitten van je grondje er goed op dat je plekje niet te nat is. Is dit wel het geval, dan kun je je wiet altijd nog op kleine heuveltjes planten. Mocht het omspitten van je totale grondje wat al te bewerkelijk zijn, graaf dan alleen kuilen op die plaatsen waar je later een plant wilt plaatsen en mest alleen deze gaten goed; het scheelt je een hoop werk! Geef ieder plant 2-4 vierkante meter, zet ze dus op 2-3 meter afstand van elkaar.
Graaf een gat van een geeltje voor een plant van een riks luidt een oude tuinderswijsheid, met andere woorden: graaf een fikse kuil en spaar jezelf kosten noch moeite, want je zult er rijkelijk voor beloond worden. Omdat de helft van de planten die in de grond gaat zetten uiteindelijk mannelijk zal zijnen dus verwijderd zal moeten worden, is het een goede gewoonte om tussen de planten die in de volle grond staan een gelijk aantal planten in potten te zetten. Als je straks een mannetje uit de grond moet halen, is er altijd wel een vrouwtje in een pot, dat de opengevallen plaats wil innemen.
Grtz
Hoeveel je van de diverse metstoffen kunt gebruiken is een kwestie van schatten en ervaring. Meestal kun je tot tweemaal de op de verpakking aangegeven hoeveelheden toedienen. Bedenk wel dat een overdosis meststoffen dodelijk voor je planten kan zijn.
Wil je zeker zijn van je zaak neem dan een grondmonster. Neem, verspreid over je grondje kleine schepjes grond, waarbij je ervoor moet zorgen zowel wat van de bovengrond als van de dieper gelegen lagen te nemen. Doe deze schepjes in een emmer en meng ze goed door elkaar. Neem van deze mix een schepje grond en stuur dit op naar een proefstation (zie handige adressen). Voor de kosten hoef je het niet te laten en je krijgt er een mooi rapportje voor terug. Als je aan het begin van de teelt een monster hebt genomen, doe dit dan ook aan het eind; je weet dan precies hoeveel je planten verbruikt hebben.
Kompost kun je rijkelijk gebruiken, visemulsie geef je alleen tijdens de groei, de andere meststoffen meng je door je grondmengsel. Meng je meststof- fen zo lang mogelijk van te voren, zodat de biologische voedingsstoffen de tijd krijgen op te lossen en zich te vermengen met de grond. Het is bij wijze van spreken het beste om je grondje al in de herfst te mengen, zodat de winter en vooral de vorst er "over heen kan gaan".
Let bij het spitten van je grondje er goed op dat je plekje niet te nat is. Is dit wel het geval, dan kun je je wiet altijd nog op kleine heuveltjes planten. Mocht het omspitten van je totale grondje wat al te bewerkelijk zijn, graaf dan alleen kuilen op die plaatsen waar je later een plant wilt plaatsen en mest alleen deze gaten goed; het scheelt je een hoop werk! Geef ieder plant 2-4 vierkante meter, zet ze dus op 2-3 meter afstand van elkaar.
Graaf een gat van een geeltje voor een plant van een riks luidt een oude tuinderswijsheid, met andere woorden: graaf een fikse kuil en spaar jezelf kosten noch moeite, want je zult er rijkelijk voor beloond worden. Omdat de helft van de planten die in de grond gaat zetten uiteindelijk mannelijk zal zijnen dus verwijderd zal moeten worden, is het een goede gewoonte om tussen de planten die in de volle grond staan een gelijk aantal planten in potten te zetten. Als je straks een mannetje uit de grond moet halen, is er altijd wel een vrouwtje in een pot, dat de opengevallen plaats wil innemen.
Grtz
Comment