Planten zijn levend materiaal. Ze blijven het beste gezond als we er voor zorgen dat alle klimatologische omstandigheden goed zijn. Eerder hebben we al aangegeven dat het daarbij gaat om licht, lucht, water, schone omstandigheden en groene vingers. Het beheersen van het klimaat in al zijn aspecten is de beste manier om ziekten en plagen te voorkomen. Daarmee is nog niet gezegd dat de heel zorgvuldig werkende weedkweker, die alles piekfijn in orde heeft, nooit last zal hebben van ziekten of ongedierte. We willen er wel mee zeggen dat een goede klimaatbeheersing de risico's op ziekten en plagen aanmerkelijk verkleint.
Een veel voorkomende vorm van ziekte is gebreksziekte. De planten komen dan iets tekort in hun voeding. Zo levert ijzertekort vergelende (en afvallende) bladeren op. Bij het voorkomen van gebreksziekten speelt de pH-waarde een belangrijke rol. Houdt deze dus op 5,8 of in de buurt daarvan. Een te lage pH-waarde zorgt er bijvoorbeeld voor dat de planten calcium minder goed kunnen opnemen. Gevolg: de osmotische processen worden belemmerd. Een te hoge pH zorgt voor een minder goede ijzeropname, met het bekende resultaat. Een tweede soort gebreksziekte is het tekort aan primaire voedingsstoffen (NPK). Vaak gaat het om een tekort aan stikstof (N). Een tekort aan stikstof vertraagt de groei en zorgt ervoor dat de onderste bladeren geel worden en afsterven. Minder vaak zien we een tekort aan fosfor (P). Door een fosfor tekort worden de bladeren diepgroen en blijven ze klein. Ook hier komt het vergelen en afsterven van de onderste bladeren bij voor. Ook kaliumgebrek (kalium is 'K') komt relatief weinig voor. Het kenmerk is eerst vergelende bladpunten, waarna hele bladeren geel en bruin worden en afsterven. Een gebrek aan kalium wordt vaker veroorzaakt door een te zure bodem dan door een echt K-tekort. Zorg dus voor een optimale pH! De remedie tegen deze vorm van gebreksziekte laat zich raden: bijmesten met NPK-meststof. Gebreksziekte als gevolg van een tekort aan secundaire voedingsstoffen komen we minder vaak tegen. Het gaat dan meestal om een tekort aan magnesium en/of calcium. Meestal is dit gebrek snel verholpen als er een NPK-mengsel met spore-elementen wordt gebruikt. Hetzelfde geldt in principe voor de micro-voedingsstoffen. We moeten daarbij een uitzondering maken voor ijzer, het gaat zelden om te weinig ijzer, maar meestal om een te hoge pH-waarde. Schimmels kunnen in korte tijd een complete tuin verwoesten. Wanneer het klimaat in de kweekruimte goed wordt beheesrt, krijgen schimmels in het algemeen weinig kans. Schimmels doen het vooral goed in vochtige omstandigheden, liefst zonder al te veel circulerende lucht. In deze omstandigheden zoeken de altijd in de lucht aanwezige schimmelsporen een plekje om uit te groeien tot schimmelplanten. Wanneer het je niet gelukt is om schimmelgroei te voorkomen, dan kun je er maar het beste zo vroeg mogelijk bij zijn. Bij nog lichte schimmelgroei meteen de aangetaste plantedelen verwijderen en vervolgens zorgen voor een klimaat waarin de cannabis het wel goed doet en schimmel niet (goede ventilatie, beheersing van de luchtvochtigheid en temperatuur, je planten niet op een te nat medium zetten). Als er al flink wat schimmel aanwezig is, zit er weinig anders op dan het spuiten met gif (fungicide). Herhaal de behandeling na enkele dagen, ook al vind je dat het de eerste keer afdoende heeft geholpen. Ook dan geldt: zorg direct voor betere klimaatbeheersing. Het behandelen met fungicide is een laatste redmiddel. Het is niet gezond voor jonge planten en mensen, dus is ook hier voorkomen veel beter dan genezen... Een veel voorkomende schimmelaandoening bij cannabis is pythium. Deze schimmel zorgt voor wortelrot en rot van het onderste deel van de stengel. (zie ook kleuren katern) Het komt het meest voor bij jonge plantjes en bij stekken. Grotere, gezonde planten zijn veel minder gevoelig voor pythium. Bij ernstige aantasting door pythium krijgen planten 'omvalziekte'. We hoeven niet uit te leggen wat dat betekent.. Pythium is te herkennen aan het bruin worden van de schors aan de voet van de stengel. In het begin is de bruine aaanslag nog gemakkelijk te verwijderen, later gaat het rottingsproces steeds dieper in de voet van de plant verder. Pythium is een schimmel, die het beste gedijt in natte en vochtige milieus. De sporen van pythium verspreiden zich alleen via water. Er worden 2 soorten sporen gevormd, zwermsporen en rustsporen. de zwermsporen kiemen het best bij een temperatuur van ongeveer 15 graden C., terwijl de rustsporen juist kiemen als het warm is, zo'n 28 graden C. Om aantasting door pythium te voorkomen is een constante bodemtemperatuur een vereiste. Grote temperatuurschommelingen moeten worden vermeden. Pythium kan maar beperkt met chemische middelen worden bestreden. Verder moet voor een goede luchtvochtigheid (dus een niet te hoge RV) worden gezorgd. Bladschimmels (zoals meeldauw) en draadschimmels komen minder vaak voor dan pythium. Meeldauw kan onder andere toprot veroorzaken. Ook hier geldt weer: zorg voor een optimale beheersing van het klimaat. Anders dan veel andere schimmels gedijt de meeldauw ook bij een lage luchtvochtigheid goed. Meeldauw kan goed chemisch worden bestreden en wordt gelukkig niet zo vaak bij cannabis aangetroffen. Toprot komt het meest voor aan het eind van de bloeifase. Hoe compacter de plant, hoe groter de kans dat er toprot optreedt. Toprot kun je herkennen door het plotseling geel worden van topblaadjes. Deze gele blaadjes zitten nogal los aan de plant en kunnen zonder weerstand worden verwijderd. Om te voorkomen dat de hele plant wordt aangetast, moet je helaas de hele top verwijderen. Het optreden van toprot kan in sommige gevallen worden voorkomen door te zorgen voor een lagere relatieve luchtvochtigheid tijdens de donkere periode.
Het uitgangspunt van de cannabiskweek is een goede klimaatbeheersing. Het mes snijdt dan aan twee kanten: de planten hebben het goed naar hun zin en zullen een zo groot mogeljke opbrengst verzorgen en ziekten en plagen krijgen zo min mogelijk kans. Zorg daarom dus voor een goed klimaat en vergeet de hygiene niet Wanneer je toch last hebt van ziekten en/of plagen, dan verdient de natuurlijke bestrijding de voorkeur boven chemische bestrijding. Natuurlijke bestrijding kun je verzorgen door het uitzetten van de natuurlijke vijanden van je tegenstander (bij plagen) of door het spuiten met organische middelen (bij ziekten en/of plagen). Gebruik alleen chemische bestrijdingsmiddelen als niets anders helpt. Bedenk daarbij dat je enkele weken voor het oogsten moet stoppen met het gebruiken van bestrijdingsmiddelen, anders rook je later een gedeelte van het gif mee... Tenslotte: het bestrijden van ziekten en plagen heeft alleen zin als je tegelijkertijd het klimaat optimaal weet te beheersen. Bij het beheersen van het klimaat hoort ook het voorkomen (en, indien nodig, genezen) van gebreksziekten door zorg te dragen voor een optimale samenstelling van de voeding en het beheersen van de pH.
Is mss veel leeswerk, hoop dat het nuttig is Pythium eens hier te bespreken.
Heb je ook last (gehad) van deze ziekte vergeet zeker geen verslagje te schrijven van hoe je het hebt behandeld en opgelost.
grtzzz
Een veel voorkomende vorm van ziekte is gebreksziekte. De planten komen dan iets tekort in hun voeding. Zo levert ijzertekort vergelende (en afvallende) bladeren op. Bij het voorkomen van gebreksziekten speelt de pH-waarde een belangrijke rol. Houdt deze dus op 5,8 of in de buurt daarvan. Een te lage pH-waarde zorgt er bijvoorbeeld voor dat de planten calcium minder goed kunnen opnemen. Gevolg: de osmotische processen worden belemmerd. Een te hoge pH zorgt voor een minder goede ijzeropname, met het bekende resultaat. Een tweede soort gebreksziekte is het tekort aan primaire voedingsstoffen (NPK). Vaak gaat het om een tekort aan stikstof (N). Een tekort aan stikstof vertraagt de groei en zorgt ervoor dat de onderste bladeren geel worden en afsterven. Minder vaak zien we een tekort aan fosfor (P). Door een fosfor tekort worden de bladeren diepgroen en blijven ze klein. Ook hier komt het vergelen en afsterven van de onderste bladeren bij voor. Ook kaliumgebrek (kalium is 'K') komt relatief weinig voor. Het kenmerk is eerst vergelende bladpunten, waarna hele bladeren geel en bruin worden en afsterven. Een gebrek aan kalium wordt vaker veroorzaakt door een te zure bodem dan door een echt K-tekort. Zorg dus voor een optimale pH! De remedie tegen deze vorm van gebreksziekte laat zich raden: bijmesten met NPK-meststof. Gebreksziekte als gevolg van een tekort aan secundaire voedingsstoffen komen we minder vaak tegen. Het gaat dan meestal om een tekort aan magnesium en/of calcium. Meestal is dit gebrek snel verholpen als er een NPK-mengsel met spore-elementen wordt gebruikt. Hetzelfde geldt in principe voor de micro-voedingsstoffen. We moeten daarbij een uitzondering maken voor ijzer, het gaat zelden om te weinig ijzer, maar meestal om een te hoge pH-waarde. Schimmels kunnen in korte tijd een complete tuin verwoesten. Wanneer het klimaat in de kweekruimte goed wordt beheesrt, krijgen schimmels in het algemeen weinig kans. Schimmels doen het vooral goed in vochtige omstandigheden, liefst zonder al te veel circulerende lucht. In deze omstandigheden zoeken de altijd in de lucht aanwezige schimmelsporen een plekje om uit te groeien tot schimmelplanten. Wanneer het je niet gelukt is om schimmelgroei te voorkomen, dan kun je er maar het beste zo vroeg mogelijk bij zijn. Bij nog lichte schimmelgroei meteen de aangetaste plantedelen verwijderen en vervolgens zorgen voor een klimaat waarin de cannabis het wel goed doet en schimmel niet (goede ventilatie, beheersing van de luchtvochtigheid en temperatuur, je planten niet op een te nat medium zetten). Als er al flink wat schimmel aanwezig is, zit er weinig anders op dan het spuiten met gif (fungicide). Herhaal de behandeling na enkele dagen, ook al vind je dat het de eerste keer afdoende heeft geholpen. Ook dan geldt: zorg direct voor betere klimaatbeheersing. Het behandelen met fungicide is een laatste redmiddel. Het is niet gezond voor jonge planten en mensen, dus is ook hier voorkomen veel beter dan genezen... Een veel voorkomende schimmelaandoening bij cannabis is pythium. Deze schimmel zorgt voor wortelrot en rot van het onderste deel van de stengel. (zie ook kleuren katern) Het komt het meest voor bij jonge plantjes en bij stekken. Grotere, gezonde planten zijn veel minder gevoelig voor pythium. Bij ernstige aantasting door pythium krijgen planten 'omvalziekte'. We hoeven niet uit te leggen wat dat betekent.. Pythium is te herkennen aan het bruin worden van de schors aan de voet van de stengel. In het begin is de bruine aaanslag nog gemakkelijk te verwijderen, later gaat het rottingsproces steeds dieper in de voet van de plant verder. Pythium is een schimmel, die het beste gedijt in natte en vochtige milieus. De sporen van pythium verspreiden zich alleen via water. Er worden 2 soorten sporen gevormd, zwermsporen en rustsporen. de zwermsporen kiemen het best bij een temperatuur van ongeveer 15 graden C., terwijl de rustsporen juist kiemen als het warm is, zo'n 28 graden C. Om aantasting door pythium te voorkomen is een constante bodemtemperatuur een vereiste. Grote temperatuurschommelingen moeten worden vermeden. Pythium kan maar beperkt met chemische middelen worden bestreden. Verder moet voor een goede luchtvochtigheid (dus een niet te hoge RV) worden gezorgd. Bladschimmels (zoals meeldauw) en draadschimmels komen minder vaak voor dan pythium. Meeldauw kan onder andere toprot veroorzaken. Ook hier geldt weer: zorg voor een optimale beheersing van het klimaat. Anders dan veel andere schimmels gedijt de meeldauw ook bij een lage luchtvochtigheid goed. Meeldauw kan goed chemisch worden bestreden en wordt gelukkig niet zo vaak bij cannabis aangetroffen. Toprot komt het meest voor aan het eind van de bloeifase. Hoe compacter de plant, hoe groter de kans dat er toprot optreedt. Toprot kun je herkennen door het plotseling geel worden van topblaadjes. Deze gele blaadjes zitten nogal los aan de plant en kunnen zonder weerstand worden verwijderd. Om te voorkomen dat de hele plant wordt aangetast, moet je helaas de hele top verwijderen. Het optreden van toprot kan in sommige gevallen worden voorkomen door te zorgen voor een lagere relatieve luchtvochtigheid tijdens de donkere periode.
Het uitgangspunt van de cannabiskweek is een goede klimaatbeheersing. Het mes snijdt dan aan twee kanten: de planten hebben het goed naar hun zin en zullen een zo groot mogeljke opbrengst verzorgen en ziekten en plagen krijgen zo min mogelijk kans. Zorg daarom dus voor een goed klimaat en vergeet de hygiene niet Wanneer je toch last hebt van ziekten en/of plagen, dan verdient de natuurlijke bestrijding de voorkeur boven chemische bestrijding. Natuurlijke bestrijding kun je verzorgen door het uitzetten van de natuurlijke vijanden van je tegenstander (bij plagen) of door het spuiten met organische middelen (bij ziekten en/of plagen). Gebruik alleen chemische bestrijdingsmiddelen als niets anders helpt. Bedenk daarbij dat je enkele weken voor het oogsten moet stoppen met het gebruiken van bestrijdingsmiddelen, anders rook je later een gedeelte van het gif mee... Tenslotte: het bestrijden van ziekten en plagen heeft alleen zin als je tegelijkertijd het klimaat optimaal weet te beheersen. Bij het beheersen van het klimaat hoort ook het voorkomen (en, indien nodig, genezen) van gebreksziekten door zorg te dragen voor een optimale samenstelling van de voeding en het beheersen van de pH.
Is mss veel leeswerk, hoop dat het nuttig is Pythium eens hier te bespreken.
Heb je ook last (gehad) van deze ziekte vergeet zeker geen verslagje te schrijven van hoe je het hebt behandeld en opgelost.
grtzzz
Comment