Verhaal Dos Santos ’nog schrijnender’ dan landgenoot
Alle aandacht voor Mauro heeft Patricio, nu 21 jaar, aangemoedigd om ook zijn verhaal te vertellen. Om Nederland te laten zien dat hij niet de enige is, dat hij geen dossier is, maar een jongeman die op jonge leeftijd ongewild in Nederland terechtkwam. Patricio woont al tien jaar in Nederland, spreekt Nederlands met een zachte 'g', voetbalt bij BSC Roosendaal en viert elk jaar carnaval: 'Mijn leven is hier.'
Elf jaar was Patricio, toen hij naar eigen zeggen door een onbekende van school werd geplukt, even ten noorden van de Angolese hoofdstad Luanda. 'Ik wist niet wat er gebeurde, maar opeens zat ik in het vliegtuig. Ik woonde bij mijn tante, zij had al veel kinderen. Misschien kon ze niet meer voor mij zorgen.' Zijn moeder overleed toen hij negen was. Of zijn vader nog leeft, betwijfelt hij. Hij was zes jaar toen een paar mannen in uniform hem meenamen, zegt hij. 'Dat is het laatste wat ik van mijn vader heb gezien.'
pleeggezin
Patricio kwam terecht bij een pleeggezin in Putten. 'Met dat gezin ben ik uiteindelijk in Roosendaal gekomen, waar ik nu nog steeds woon, inmiddels op mezelf.' Zijn pleegouders wilden Patricio adopteren, maar een scheiding doorkruiste die plannen.
In 2004 al kreeg Patricio voor het eerst te horen dat zijn verblijfsvergunning niet werd verlengd. Vijf jaar later klonk het definitief: Je moet terug naar Angola. Tot zijn afgrijzen. 'Ik voetbal hier, heb heel veel vrienden. Ik volg een opleiding tot schilder. Er zijn bedrijven die me willen aannemen, maar dat kan niet, omdat ik hier niet mag zijn. Wat moet ik in Angola? Ik spreek nog nauwelijks Portugees, ik heb er geen familie of vrienden. Ik heb daar helemaal niets.'
Minister Leers wil niet op het verhaal van Patricio ingaan.
Comment