Maak gratis een account aan en krijg toegang tot het volledige forum. Paswoord vergeten? klik hier om een nieuwe aan te vragen. Neem contact op indien u problemen ondervindt met inloggen of registreren.
Maak een account aan!
Ja dat is een Schijnaardbei (Potentilla indica) ook wel fop aardbei genoemt.
Vaak verwisseld men de fopaardbei met de bos aardbei. De laatste is erg lekker maar de fopperd is dat allemaal maar schijn. Daarom hier een stukje over de verschillen tussen de twee.
De Bosaardbei (Fragaria vescaeFragaria x ananassa), een soort die is ontstaan uit een kruising tussen respectievelijk een Noord- en een Zuid-Amerikaanse aardbei.
De Schijnaardbei (Potentilla indica) is van Aziatische oorsprong. Zijn areaal begint ongeveer waar dat van de Bosaardbei ophoudt en loopt grofweg van Afghanistan tot in Japan. Van daaruit is de plant als sierplant ingevoerd in Amerika, Afrika en Europa waar hij ten zuiden van de Alpen al in de 19de eeuw algemeen verwilderd voorkwam.
Hoewel de Schijnaardbei momenteel als Potentilla, een Ganzerik dus, in de Nederlandse flora staat is hij bekender onder de naam Duchesnea indica. Het geslacht Duchesnea is genoemd naar de Franse botanicus Duchesne die in de 18e eeuw in Versailles ontdekte dat verschillende aardbeisoorten te kruisen zijn en die de producten van die kruisingen, waaruit ook onze huidige Tuinaardbeien zouden ontstaan, introduceerde in de tuinen en op het bord van Lodewijk XV.
Eddy Weeda legt in deel 2 van zijn Ecologische Flora uit dat er niet voldoende rechtvaardiging is om Duchesnea als afzonderlijk geslacht te onderscheiden (net als de Wateraardbei (Potentilla palustris
Wat een geweldig topic! Heb net alle 26 pagina's gelezen! moet nu echt gaan slapen. Veel te laat maar ik kon niet stoppen met: 'nou nog 1 pagina en dan hou ik op'
ik blijf volgen.
welterusten. Over 3 uur gaat de wekker
Niet verslapen Voel me ondanks het korte nachtje opmerkelijk fit vandaag. Een beetje natuur doet je goed, zelfs virtuele natuur bij een ander dus! Was al voor de wekker wakker zelfs, zonnetje door t raam en volop zin om mn eigen tuin weer eens flink aan te pakken/vol te zetten! Vorige zomer t/m nu beetje verwaarloosd. Morgen en overmorgen vrij dus ik ga los. HahaBedankt voor deze stimulatie!
Hey Flint , ik zag dat je plantjes in zo een tomatenserre staan of ben ik mis ?
Komt daar genoeg licht door en stopt het de regen goed ?
Denk er aan om ook zo eentje te zetten...
Boorvliegen hebben mooie tekeningen van vlekken, banden of zigzagstrepen op de vleugels. Zij danken hun naam aan het feit dat de vrouwtjes de eitjes in een plant leggen met behulp van hun puntige legboor, die vaak langer is dan de rest van het lichaam. De lichaamslengte bedraagt maximaal 1,5 cm.
Een aantal soorten, maar lang niet allemaal, is als larve een bladmineerder en graaft gangen in bladeren die ook wel mijnen worden genoemd. Andere soorten leven parasitair op andere insecten. Volwassen vliegen voeden zich met plantensappen en vocht uit rottend materiaal. De larven zijn herbivoor.
De eieren worden apart of groepsgewijs afgezet onder de schil van vruchten.
Er zijn ook een klein aantal boorvliegen die geheel ongevlekte vleugels hebben, zoals alle soorten van het genus Terellia. Karakteristiek is dat de vliegjes van deze familie vaak met vibrerende vleugeltjes rondlopen. Erg opvallend. Het op en neer bewegen van de vleugels is een paringsritueel, ze willen hiermee een partner lokken.
Wereldwijd zijn er van de familie Tephritidae ongeveer 4300 soorten bekend, vooral de tropen zijn soortenrijk. Uit Nederland zijn thans 77 boorvliegensoorten bekend, maar er zullen er ongetwijfeld nog meer worden ontdekt. Al in 1660 beschreef Johannes Goedaert uit Middelburg in zijn Metamorphosis Naturalis het boorvliegje Urophora cardui. Hij kweekte deze soort uit gallen in distelkoppen, waarin de larve zich ontwikkelt. Hij schrijft:
Het gewas dat wordt afgebeeldt wordt een speenappel genaamt. De appelkens geven verlichtinge bij gesquollen spenen, als er twee of drije van deze appelkens in de sacken gedragen worden. Somtijds nemen oock deze appelen wel eenige koorssen van de kinderen wech, als men eenige van deze appelkens in haar onderste kleerkens naayt. Dat deze appelen sulcken verkoelende kragt hebben ende veel brandt uit het lichaam wech nemen dat komt door eenighe witte wormkens, welcke haar in deze appelen onthouden. Uyt den appel komt een aerdich vlieghjen te voorschijn, 't welk op elcke vleugel een letter heeft. Als de vlieghe die daar uyt komt wech vlieght, dan heeft den appel altoos geen krag meer, daarom heb ik dezen worm ghenaemp den brandtsuyger.
Het zijn niet alleen gallen waarin de larven van boorvliegen zich ontwikkelen. De meeste larven leven in de bloemhoofdjes van Composieten. Zij verpoppen zich ook in deze hoofdjes. Ze kunnen zowel als imago, larve of pop overwinteren. Ook in stengels of de wortelhals van Composieten leven enkele boorvlieglarven. Een vrij groot aantal Tephritidae larven ontwikkelen zich in vruchten en kunnen grote schade veroorzaken, bijvoorbeeld de citrusboorvlieg, Ceratitis capitata, die gevreesd is in sinaasappel plantages.
Ook in Nederland kennen we een aantal Rhagoletis soorten waarvan de larven in vruchten leven, R batava in duindoorn bessen, R cerasi in kersen en R meigenii in de vruchten van vogelkers. Als men bij zijn huis een cotoneaster tegen een muur heeft staan kan men er vrijwel altijd zeker van zijn dat uit de bessen van deze struik een heel fraai boorvliegje komt, namelijk Anomoia purmundus. De vliegjes komen graag in huis en lopen dan met vibrerende vleugeltjes tegen de ramen en men kan ze dan goed bewonderen.
De verpopping van de larven uit vruchten vindt in de grond plaats. Ook de larven van een aantal boorvliegen die mineren in bladeren van Composieten en Umbelliferen, verpoppen in de grond. Er zijn enkele soorten boorvliegen waarvan de larven als broedparasieten bekend zijn. Zij leven o.a. in gallen van Pontania, dit zijn gallen die gemaakt worden door bladwespen. De gallen kan men vinden in wilgenbladeren, de bladwesplarven worden opgegeten.
Verder zijn er boorvlieg lookalikes. Dit zijn geen echte boorvliegen maar hebben wel vlekken op de vleugels.
Downloads12.jpg
In de vliegenfamilie Lauxaniidae (12 geslachten) komen ook geslachten voor met gevlekte vleugels. De vlieg van de foto is de Meiosimyza decempunctata (vertaald dus: met 10 vlekken) en zat bij mij op de new ginea gold. Het beestje is ongeveer 8 mm lang. Van het genus Meiosimyza komen in Nederland 8 soorten voor. De larven van dit soort vliegen schijnen te leven in vochte beschaduwde plekken, bossen e.d. en ze leven dan van micro-organismen in paddenstoelen, schimmels in de bovenste bodemlaag en rottend plantenmateriaal. Andere leven in vogelnesten of als bladmineerder.
Comment