Planten kunnen assimileren als de luchtvochtigheid van de omgeving lager is dan die van het blad. Bladeren zijn samengesteld uit vaste stoffen en vocht in de bladcellen. De bladcellen kunnen pas vocht afstaan aan de omgeving als de luchtvochtigheid van de omgeving lager is dan 100 %. Bladeren hebben bij elk percentage luchtvochtigheid een bepaalde verdampingsdruk (VPD). De verdampingsdruk wordt hoger naarmate de luchtvochtigheid van de omgeving afneemt. Maar het verschil mag ook weer niet te groot zijn: als de luchtvochtigheid extreem laag is zullen de bladeren zoveel vocht aan de omgeving afstaan dat de wortels de sapstroom niet kunnen bijbenen. De bladmondjes sluiten zich dan, omdat de plant anders uitdroogt. Het assimilatieproces stopt op dat moment geheel of gedeeltelijk. De plant kan zelfs terugvallen: in de tuinbouw noemt men dat dessimileren.
Het assimilatieproces is dus afhankelijk van de verdampingsdruk, de VPD en wordt weergegeven in kPa (kilo-Pascal). In de tuinbouw wordt een kPa tussen de 85 en 95 % als ideaal gezien. De kPa is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Wat heeft dit vandoen met een -vaak aanbevolen- dalende luchtvochtigheid naarmate de kweekcyclus vordert? Ik zal dat in een cijfervoorbeeld uiteenzetten.
Stel de omgevingstemperatuur is tijdens lichturen permanent 27 C en je houdt de luchtvochtigheid in de groei op 75 %, daalt tijdens het begin van de bloei naar 60 % en daalt vervolgens bij de afbloei naar 50 %.
De invloed hiervan op de kPa ontleend aan de VPD-calculator laat zich als volgt weergeven:
Luchtvochtigheid 75 % Temperatuur 27 C kPa 0.89
Luchtvochtigheid 60 % Temperatuur 27 C kPa 1.42
Luchtvochtigheid 50 % Temperatuur 27 C kPa 1.78
Zowel bij de luchtvochtigheid van 60 en 50 % kan de plant dus niet meer optimaal assimileren, immers de ideale kPa ligt tussen de 0.85 en 0.95.
Ergens zit je dus met een dilemma: handhaaf je de luchtvochtigheid op 75 % dan heb je kans op toprot, laat je de luchtvochtigheid dalen dan assimileert de plant niet optimaal en lijd je opbrengstverlies en juist op het moment dat je "dikke vette" toppen wil.
Het antwoord is wellicht : zorgen voor een optimale ventilatie bij een permanente luchtvochtigheid van 75 %. Immers, bewegende lucht zorgt voor snellere verdamping van het water dat de bladeren bij de assimilatie afscheiden. Een goede verdamping heeft tevens als voordeel dat de bladtemperatuur lager is dan de omgevingstemperatuur. Wellicht verdienen een aantal kleine (computer)ventilators, die permanent een zacht briesje geven de voorkeur boven een zwenkventilator die een fikse luchtstroom heen en weer over de planten zwaait. Net zoals lampen die in hoogte verstelbaar zijn, naarmate het gewas groeit dient de luchtstroom ook in hoogte te worden aangepast en vooral gericht zijn op de toppen.
Slotopmerking: ik ben in het rekenvoorbeeld uitgegaan van bepaalde waarden: een ieder heeft wel een mening wat de ideale waarden zijn, maar dat is van geheel andere orde. Op de VPD-calculator kun je naar hartenlust stoeien met waarden, die je zelf als ideaal ziet.
Het assimilatieproces is dus afhankelijk van de verdampingsdruk, de VPD en wordt weergegeven in kPa (kilo-Pascal). In de tuinbouw wordt een kPa tussen de 85 en 95 % als ideaal gezien. De kPa is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Wat heeft dit vandoen met een -vaak aanbevolen- dalende luchtvochtigheid naarmate de kweekcyclus vordert? Ik zal dat in een cijfervoorbeeld uiteenzetten.
Stel de omgevingstemperatuur is tijdens lichturen permanent 27 C en je houdt de luchtvochtigheid in de groei op 75 %, daalt tijdens het begin van de bloei naar 60 % en daalt vervolgens bij de afbloei naar 50 %.
De invloed hiervan op de kPa ontleend aan de VPD-calculator laat zich als volgt weergeven:
Luchtvochtigheid 75 % Temperatuur 27 C kPa 0.89
Luchtvochtigheid 60 % Temperatuur 27 C kPa 1.42
Luchtvochtigheid 50 % Temperatuur 27 C kPa 1.78
Zowel bij de luchtvochtigheid van 60 en 50 % kan de plant dus niet meer optimaal assimileren, immers de ideale kPa ligt tussen de 0.85 en 0.95.
Ergens zit je dus met een dilemma: handhaaf je de luchtvochtigheid op 75 % dan heb je kans op toprot, laat je de luchtvochtigheid dalen dan assimileert de plant niet optimaal en lijd je opbrengstverlies en juist op het moment dat je "dikke vette" toppen wil.
Het antwoord is wellicht : zorgen voor een optimale ventilatie bij een permanente luchtvochtigheid van 75 %. Immers, bewegende lucht zorgt voor snellere verdamping van het water dat de bladeren bij de assimilatie afscheiden. Een goede verdamping heeft tevens als voordeel dat de bladtemperatuur lager is dan de omgevingstemperatuur. Wellicht verdienen een aantal kleine (computer)ventilators, die permanent een zacht briesje geven de voorkeur boven een zwenkventilator die een fikse luchtstroom heen en weer over de planten zwaait. Net zoals lampen die in hoogte verstelbaar zijn, naarmate het gewas groeit dient de luchtstroom ook in hoogte te worden aangepast en vooral gericht zijn op de toppen.
Slotopmerking: ik ben in het rekenvoorbeeld uitgegaan van bepaalde waarden: een ieder heeft wel een mening wat de ideale waarden zijn, maar dat is van geheel andere orde. Op de VPD-calculator kun je naar hartenlust stoeien met waarden, die je zelf als ideaal ziet.
Comment