Invloed van golflengtes op het gewas.
Licht is een soort elektromagnetische straling die door de zon wordt
uitgestraald. Deze straling bereikt de aarde in de vorm van golven. De
golven worden gefilterd door de atmosfeer en komen zo als globale
straling op de aarde.
De globale straling kan ruwweg worden verdeeld in ultraviolet (UV),
het gedeelte dat door planten wordt gebruikt (PAR), infrarood (NIR)
en langgolvige warmtestraling (FIR). Ultraviolette straling heeft een
korte tot zeer korte golflengte, terwijl infrarode straling een veel lange-
re golflengte heeft.
Spectrum van zonlicht
Over het algemeen wordt aangenomen dat licht dat een spectrum heeft vergelijkbaar als zonlicht, een normale plantontwikkeling garandeert. Zonlicht bevat, uitgedrukt in percentage van alle fotonen tussen 400 en 800 nanometer (nm), circa 21% blauw (400-500nm), 26% groen 500-600nm),
27% rood (600-700nm) en 26% verrood licht.
De verschillende golflengtes hebben invloed op verschillende plantprocessen.
Hier onder staan de invloeden van de verschillende golflengtes op de plantprocessen.
UV
UV C
0-280
< 300 bereikt het aardoppervlak niet
UV
UV B
280-320
300-320 heeft invloed op fotomorfogenese
UV
UV A
320-400
Fotomorfogenese
PAR
Blauw
400-500
Fotomorfogenese en fotosynthese
PAR
Groen
500-600
Wordt weerkaatst
PAR
Rood
600-700
Fotomorfogenese, fotosynthese, chlorofylsynthese
en fotoperiodisme
NIR
Verrood
700-800
Fotomorfogenese en fotoperiodisme
NIR
Nabije infrarood
700-3.000
Wordt voornamelijk omgezet in warmte
FIR
Ver infrarood
3.000-100.000
Geen directe zoninstraling, maar warmtestraling
Fotomorfogenese
Het proces fotomorfogenese leidt tot de uiteindelijke vorm, kleur en bloei van de plant. Dit is voor een belangrijk deel genetisch vastgelegd, maar wordt gestuurd door licht.
Fotosynthese
Een gedeelte van het licht wordt door planten gebruikt voor de fotosynthese. Dit deel van 400-700nm wordt Photosynthetic Active Radiation (PAR) genoemd.
Chlorofylsynthese
Bij chlorofylsynthese (bladgroensynthese) wordt chlorofyl (bladgroen) geproduceerd, het groene
pigment in bladeren en stengels. In de chloroplasten (bladgroenkorrels) wordt het zonlicht opgevangen en verwerkt.
FotoperiodismeUltraviolet (UV)Rode stralingNabije infrarood
Het nabije infrarood (NIR) met een golflengte van 700-3000nm, is het deel van het zonnespectrum dat nauwelijks gebruikt wordt door de lanten; het wordt voornamelijk omgezet in warmte (voelbaar en latent) in de kas. Dit kan, afhankelijk van de locatie en het seizoen, een gunstig effect hebben op het kasklimaat of het kan juist het probleem van oververhitting introduceren.
Verrode straling
Het stralingsgedeelte van 700-800nm wordt verrood genoemd. Dit draagt bij aan de fotomorfogenese, vooral de tengelstrekking en het fotoperiodisme van planten.
Ver infrarode straling
Licht is een soort elektromagnetische straling die door de zon wordt
uitgestraald. Deze straling bereikt de aarde in de vorm van golven. De
golven worden gefilterd door de atmosfeer en komen zo als globale
straling op de aarde.
De globale straling kan ruwweg worden verdeeld in ultraviolet (UV),
het gedeelte dat door planten wordt gebruikt (PAR), infrarood (NIR)
en langgolvige warmtestraling (FIR). Ultraviolette straling heeft een
korte tot zeer korte golflengte, terwijl infrarode straling een veel lange-
re golflengte heeft.
Spectrum van zonlicht
Over het algemeen wordt aangenomen dat licht dat een spectrum heeft vergelijkbaar als zonlicht, een normale plantontwikkeling garandeert. Zonlicht bevat, uitgedrukt in percentage van alle fotonen tussen 400 en 800 nanometer (nm), circa 21% blauw (400-500nm), 26% groen 500-600nm),
27% rood (600-700nm) en 26% verrood licht.
De verschillende golflengtes hebben invloed op verschillende plantprocessen.
Hier onder staan de invloeden van de verschillende golflengtes op de plantprocessen.
UV
UV C
0-280
< 300 bereikt het aardoppervlak niet
UV
UV B
280-320
300-320 heeft invloed op fotomorfogenese
UV
UV A
320-400
Fotomorfogenese
PAR
Blauw
400-500
Fotomorfogenese en fotosynthese
PAR
Groen
500-600
Wordt weerkaatst
PAR
Rood
600-700
Fotomorfogenese, fotosynthese, chlorofylsynthese
en fotoperiodisme
NIR
Verrood
700-800
Fotomorfogenese en fotoperiodisme
NIR
Nabije infrarood
700-3.000
Wordt voornamelijk omgezet in warmte
FIR
Ver infrarood
3.000-100.000
Geen directe zoninstraling, maar warmtestraling
Fotomorfogenese
Het proces fotomorfogenese leidt tot de uiteindelijke vorm, kleur en bloei van de plant. Dit is voor een belangrijk deel genetisch vastgelegd, maar wordt gestuurd door licht.
Fotosynthese
Een gedeelte van het licht wordt door planten gebruikt voor de fotosynthese. Dit deel van 400-700nm wordt Photosynthetic Active Radiation (PAR) genoemd.
Chlorofylsynthese
Bij chlorofylsynthese (bladgroensynthese) wordt chlorofyl (bladgroen) geproduceerd, het groene
pigment in bladeren en stengels. In de chloroplasten (bladgroenkorrels) wordt het zonlicht opgevangen en verwerkt.
FotoperiodismeUltraviolet (UV)Rode stralingNabije infrarood
Het nabije infrarood (NIR) met een golflengte van 700-3000nm, is het deel van het zonnespectrum dat nauwelijks gebruikt wordt door de lanten; het wordt voornamelijk omgezet in warmte (voelbaar en latent) in de kas. Dit kan, afhankelijk van de locatie en het seizoen, een gunstig effect hebben op het kasklimaat of het kan juist het probleem van oververhitting introduceren.
Verrode straling
Het stralingsgedeelte van 700-800nm wordt verrood genoemd. Dit draagt bij aan de fotomorfogenese, vooral de tengelstrekking en het fotoperiodisme van planten.
Ver infrarode straling
Comment