- er komen nog steeds drie draden binnen vanaf je meterkast (bruin, blauw en geel/groen). Deze gaan naar een lasdoos met daarin drie lasklemmen (voor bruin, blauw en geel/groen)
- vanaf de lasdoos gaan drie draden (bruin, blauw en geel/groen) naar een losse wandcontactdoos voor continu spanning. In het schema is die als viervoudige doos getekend
- vanaf de lasdoos gaan drie draden (bruin, blauw en geel/groen) naar een losse wandcontactdoos voor je schakelklok. Ik hou daar een aparte wandcontactdoos voor, want de schakelklok is vaak zo groot dat die de andere contacten in een viervoudige doos zou blokkeren
- vanaf de schakelklok loopt een twee-aderig snoer met een stekker naar de A1/A2 contacten op het relais
- vanaf de lasdoos loopt een bruine (fase) draad naar L1 op je relais.Vervolgens sluit je een kort stukje bruin draad aan tussen L1 en het NC contact. Op die manier komt er ook spanning binnen op het NC contact. Op deze manier kun je eventueel ook L2 en L3 in gebruik nemen
- vanaf T1 gaat een bruine draad naar een (viervoudige) wandcontactdoos die “overdag” (tijdens je kweekuren) stroom krijgt. De blauwe en groen/gele draad voor deze wandcontactdoos haal je rechtstreeks uit de lasdoos
- vanaf het andere NC contact op je relais gaat een bruine draad naar een (viervoudige) wandcontactdoos die “’s nachts” (buiten je kweekuren) stroom krijgt. De blauwe en groen/gele draad voor deze wandcontactdoos haal je rechtstreeks uit je lasdoos.
Je hebt namelijk vijf blauwe, vijf groen/gele en vier bruine draden om aan te sluiten.
Misschien is het dan een beter idee om een grotere vierkante of rechthoekige lasdoos te nemen.
Deze hebben ze ook gewoon bij de bouwmarkt of speciaalzaak.
Comment