Re: montys melange
CIMG3616.jpgHigh again,
CIMG3620.jpgCIMG3619.jpgDe Durban Poison laat ook geslacht zien, das een vrouw , ghehe wat niet zo verwonderlijk is omdat dat de enigste was uit gefeminiseerd zaad, de rest is allemaal regulair zaad. De planten die tot nu toe voorbloei toonden worden op deze Durban na denk ik alle drie kerels. Ook dit is niet zo verwonderlijk daar de mannelijke planten doorgaans eerder voorbloei tonen en ook eerder in bloei gaan de de vrouwen omdat ze als de vrouwen net hun eerste zichtbare bloei hebben zij al klaar zijn en de zaak kunnen bestuiven. Dus ik verwachte ook dat de mannen zich het eerst zouden verraden. Nu maar hopen dat er niet nog meer uit de kast, of ja in dit geval, uit de tent komen, ghehehe
Even wat aantekeningen voor me zelf. Ik moet nog eens goed brainstormen over het enten en welke gevolgen de plant-signaal-stoffen hierop hebben. We spreken vaak over plant hormonen maar eigenlijk zou signaalstoffen hun werking beter beschrijven. Je kan het eigenlijk niet met hormonen die in de mens en dier voorkomen niet vergelijken.
Auxinen:Gibberelline:
Gibberelline wordt vooral in de jonge bladeren geproduceerd, net zoals de auxinen. Wortels produceren eveneens gibberelline. Transport vanuit de wortel naar de top vindt plaats via het xyleem, vanuit de bladeren via het floeem naar de jonge groeiende delen.
Wanneer gibberelline aan de wortel oplossing wordt toegevoegd, wordt de vorming van zijwortels onderdrukt. In het algemeen werken gibberellinen groei versnellend en ze verlengen de strekkingsgroei van de intacte plant. Gibberelline worden onder andere gebruikt om onbevruchte peren en druiven volledig te laten ontwikkelen. Toevoegen van gibberelline kan een koude of licht behandeling voor de kieming van zaden vervangen. Bij de groei van de wortel speelt gibberelline geen rol.
Inactivatie van gibberelline vindt plaats door conjugatie aan suikers of door omzetting in een minder actieve gibberelline.
Cytokinine:
Cytokinine concentratie is het hoogst in jonge organen (zaden, vruchten en bladen) en in de wortelpuntjes. Op deze plaatsen en in de stengel wordt de cytokinine geproduceerd. Transport vindt vooral plaats via het xyleem.
Cytokinine activeert de stofwisseling, bevordert de celdeling, doorbreekt rust in knoppen en zaden. In callus weefsel ontstaan knoppen, stengels en bladen, wanneer de verhouding Cytokinine/auxine hoog is. Is deze verhouding laag dan ontstaan complete planten. Is er een overmaat aan auxine dan ontstaan wortels. Cytokinine vertraagt de veroudering, zij beschermt de membranen tegen oxidatie door zuurstof radicalen. Hoge cytokinine concentraties in een orgaan of weefsel brengen een transport opgang van assimilaten naar dat weefsel of orgaan. De productie van cytokinine in de wortel zorgt er voor dat de suikers en andere voedingsstoffen naar de wortel getransporteerd worden.
inactivatie van cytokinine vindt plaats door conjugatie met een suiker of door oxidatie. De glucosides van cytokinine zouden een opslag en transport vorm kunnen zijn.
Ethyleen:
Ethyleen wordt door alle organen gevormd. In de grond is de ethyleen niet alleen van de wortels afkomstig. Ook bacteria en schimmels maken ethyleen, in de grond kunnen deze organismen dus een hormonale invloed op de plant uitoefenen.
Transport van ethyleen vindt plaats via de intercellulaire ruimtes. Inactivering vindt plaats door oxidatie, tevens kan ethyleen als gas aan de atmosfeer worden afgegeven. Ethyleen kan dus vrij eenvoudig verdwijnen. In het geval dat dit onmogelijk is, kunnen afwijkingen ontstaan door ophoping van ethyleen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de wortels langdurig onder water staan. In deze omstandigheden is de productie van ethyleen weliswaar verminderd, maar de afvoer van ethyleen staat vrijwel geheel stil. De verschijnselen die dan optreden zijn: bladchlorose, versterkte strekking van de stengel, gecombineerd met een verdikte stengel, slaphangen, naar de stengel buigen van de bladen en eventueel bladval, afnemende wortelstrekking, vaak gecombineerd met de vorming van adventief wortels, en een toegenomen gevoeligheid voor ziekteverwekkers.
De verhoogde ethyleen concentratie in waterverzadigde grond kan in de schorscellen de vorming van cellulase opwekken. Hierdoor lossen de celwanden op. De celinhoud verdwijnt eveneens, zodat een holte overblijft. Het aerenchym weefsel ontstaat op deze wijze.
De ethyleenovermaat verschijnselen bovengronds zijn een indirect effect van het ondergrondse zuurstofgebrek. De voorloper van ethyleen ACC heeft zuurstof nodig om ethyleen te vormen. Deze stof wordt via het xyleem naar boven getransporteerd en daar in de zuurstofrijke. Bij rozen is deze situatie nog niet gerapporteerd.
Onder normale omstandigheden remt ethyleen de strekking en verdikt de wortel en de stengel. Dit is goed zichtbaar tijdens de kieming.
Abscisinezuur:Zeatine:
Dit is een cytokinine, oftewel een plantaardig hormoon dat de groei bevordert.
Triacontanol:
Deze stof wordt normaal aleen aangemaakt als triacontanol in de plant aanwezig is. Het bevordert
de opname van 2-waardige elementen met name Ca
Jasmoonzuur:
De Oligosachariden:
Voor de vorming van deze oligosuikers vanuit de celwand zijn meer dan honderd verschillende enzymen noodzakelijk in de plant, dat wil zeggen, dat de plant veel werk verricht, om deze stoffen op te bouwen.
Calcium: Florigeen:
Er is in de hele botanische wetenschap geen stof, waar zo lang en zonder succes naar gezocht werd dan naar het bloeihormoon, dat de naam florigeen - de 'bloemgenerator' kreeg. Aanwezigheid van een dergelijke stof is bewezen door experimenten, de stof zelf is echter nog niet gevonden. Het kan ook een combinatie van verschillende stoffen zijn. In elk geval is het florigeen in alle planten hetzelfde, omdat de stof van de een op de andere plantsoort overgedragen wordt, door planten te enten.
Een plant, die genetisch bedingt alleen bloeit als de nacht korter is dan de dag (bij de cannabisplanten is het net andersom!) kan door enten van een andere soort, die wel bloeit als de nacht lang is, tot bloei gebracht worden.
Dit is voor de cannabisteelt niet van belang, omdat het ongunstig zou zijn, als de planten ook bij 18 uur licht zouden bloeien. Door beheren van de lichtduur hebben wij een belangrijke schakelaar in handen die het mogelijk maakt, de planten te manipuleren. Deze eigenschappen maken de hennepplant dan ook zo geschikt voor de huiseigen teelt. Het florigeen werkt zo krachtig, dat het deze eigenschap van de hennepplant buiten werking zou stellen.
CIMG3616.jpgHigh again,
CIMG3620.jpgCIMG3619.jpgDe Durban Poison laat ook geslacht zien, das een vrouw , ghehe wat niet zo verwonderlijk is omdat dat de enigste was uit gefeminiseerd zaad, de rest is allemaal regulair zaad. De planten die tot nu toe voorbloei toonden worden op deze Durban na denk ik alle drie kerels. Ook dit is niet zo verwonderlijk daar de mannelijke planten doorgaans eerder voorbloei tonen en ook eerder in bloei gaan de de vrouwen omdat ze als de vrouwen net hun eerste zichtbare bloei hebben zij al klaar zijn en de zaak kunnen bestuiven. Dus ik verwachte ook dat de mannen zich het eerst zouden verraden. Nu maar hopen dat er niet nog meer uit de kast, of ja in dit geval, uit de tent komen, ghehehe
Even wat aantekeningen voor me zelf. Ik moet nog eens goed brainstormen over het enten en welke gevolgen de plant-signaal-stoffen hierop hebben. We spreken vaak over plant hormonen maar eigenlijk zou signaalstoffen hun werking beter beschrijven. Je kan het eigenlijk niet met hormonen die in de mens en dier voorkomen niet vergelijken.
Auxinen:Gibberelline:
Gibberelline wordt vooral in de jonge bladeren geproduceerd, net zoals de auxinen. Wortels produceren eveneens gibberelline. Transport vanuit de wortel naar de top vindt plaats via het xyleem, vanuit de bladeren via het floeem naar de jonge groeiende delen.
Wanneer gibberelline aan de wortel oplossing wordt toegevoegd, wordt de vorming van zijwortels onderdrukt. In het algemeen werken gibberellinen groei versnellend en ze verlengen de strekkingsgroei van de intacte plant. Gibberelline worden onder andere gebruikt om onbevruchte peren en druiven volledig te laten ontwikkelen. Toevoegen van gibberelline kan een koude of licht behandeling voor de kieming van zaden vervangen. Bij de groei van de wortel speelt gibberelline geen rol.
Inactivatie van gibberelline vindt plaats door conjugatie aan suikers of door omzetting in een minder actieve gibberelline.
Cytokinine:
Cytokinine concentratie is het hoogst in jonge organen (zaden, vruchten en bladen) en in de wortelpuntjes. Op deze plaatsen en in de stengel wordt de cytokinine geproduceerd. Transport vindt vooral plaats via het xyleem.
Cytokinine activeert de stofwisseling, bevordert de celdeling, doorbreekt rust in knoppen en zaden. In callus weefsel ontstaan knoppen, stengels en bladen, wanneer de verhouding Cytokinine/auxine hoog is. Is deze verhouding laag dan ontstaan complete planten. Is er een overmaat aan auxine dan ontstaan wortels. Cytokinine vertraagt de veroudering, zij beschermt de membranen tegen oxidatie door zuurstof radicalen. Hoge cytokinine concentraties in een orgaan of weefsel brengen een transport opgang van assimilaten naar dat weefsel of orgaan. De productie van cytokinine in de wortel zorgt er voor dat de suikers en andere voedingsstoffen naar de wortel getransporteerd worden.
inactivatie van cytokinine vindt plaats door conjugatie met een suiker of door oxidatie. De glucosides van cytokinine zouden een opslag en transport vorm kunnen zijn.
Ethyleen:
Ethyleen wordt door alle organen gevormd. In de grond is de ethyleen niet alleen van de wortels afkomstig. Ook bacteria en schimmels maken ethyleen, in de grond kunnen deze organismen dus een hormonale invloed op de plant uitoefenen.
Transport van ethyleen vindt plaats via de intercellulaire ruimtes. Inactivering vindt plaats door oxidatie, tevens kan ethyleen als gas aan de atmosfeer worden afgegeven. Ethyleen kan dus vrij eenvoudig verdwijnen. In het geval dat dit onmogelijk is, kunnen afwijkingen ontstaan door ophoping van ethyleen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de wortels langdurig onder water staan. In deze omstandigheden is de productie van ethyleen weliswaar verminderd, maar de afvoer van ethyleen staat vrijwel geheel stil. De verschijnselen die dan optreden zijn: bladchlorose, versterkte strekking van de stengel, gecombineerd met een verdikte stengel, slaphangen, naar de stengel buigen van de bladen en eventueel bladval, afnemende wortelstrekking, vaak gecombineerd met de vorming van adventief wortels, en een toegenomen gevoeligheid voor ziekteverwekkers.
De verhoogde ethyleen concentratie in waterverzadigde grond kan in de schorscellen de vorming van cellulase opwekken. Hierdoor lossen de celwanden op. De celinhoud verdwijnt eveneens, zodat een holte overblijft. Het aerenchym weefsel ontstaat op deze wijze.
De ethyleenovermaat verschijnselen bovengronds zijn een indirect effect van het ondergrondse zuurstofgebrek. De voorloper van ethyleen ACC heeft zuurstof nodig om ethyleen te vormen. Deze stof wordt via het xyleem naar boven getransporteerd en daar in de zuurstofrijke. Bij rozen is deze situatie nog niet gerapporteerd.
Onder normale omstandigheden remt ethyleen de strekking en verdikt de wortel en de stengel. Dit is goed zichtbaar tijdens de kieming.
Abscisinezuur:Zeatine:
Dit is een cytokinine, oftewel een plantaardig hormoon dat de groei bevordert.
Triacontanol:
Deze stof wordt normaal aleen aangemaakt als triacontanol in de plant aanwezig is. Het bevordert
de opname van 2-waardige elementen met name Ca
Jasmoonzuur:
De Oligosachariden:
Voor de vorming van deze oligosuikers vanuit de celwand zijn meer dan honderd verschillende enzymen noodzakelijk in de plant, dat wil zeggen, dat de plant veel werk verricht, om deze stoffen op te bouwen.
Calcium: Florigeen:
Er is in de hele botanische wetenschap geen stof, waar zo lang en zonder succes naar gezocht werd dan naar het bloeihormoon, dat de naam florigeen - de 'bloemgenerator' kreeg. Aanwezigheid van een dergelijke stof is bewezen door experimenten, de stof zelf is echter nog niet gevonden. Het kan ook een combinatie van verschillende stoffen zijn. In elk geval is het florigeen in alle planten hetzelfde, omdat de stof van de een op de andere plantsoort overgedragen wordt, door planten te enten.
Een plant, die genetisch bedingt alleen bloeit als de nacht korter is dan de dag (bij de cannabisplanten is het net andersom!) kan door enten van een andere soort, die wel bloeit als de nacht lang is, tot bloei gebracht worden.
Dit is voor de cannabisteelt niet van belang, omdat het ongunstig zou zijn, als de planten ook bij 18 uur licht zouden bloeien. Door beheren van de lichtduur hebben wij een belangrijke schakelaar in handen die het mogelijk maakt, de planten te manipuleren. Deze eigenschappen maken de hennepplant dan ook zo geschikt voor de huiseigen teelt. Het florigeen werkt zo krachtig, dat het deze eigenschap van de hennepplant buiten werking zou stellen.
Comment