omdat ik hier ooit zelf lang naar op zoek ben geweest en er toch wel wat vraag naar is,vooral van beginnende kwekers of mensen die willen overstappen van aarde naar hydro of anders....hier een volledige uitleg met schema en stappenplan,graag gedaan.....
let wel dit zijn voorbeelden,niet de heilige graal naar succesvolle oogsten,andere meer ervaren kwekers zullen er andere ideeen over hebben en hangt ook een beetje van de soort af,het meeste, zeker naar het einde toe zal van gevoel en ervaring afhangen,toch zal een beginnend kweker hier mee uit de voeten kunnen en heb je al een basis om te starten,let i grow,let it grow, let it grow
tip!: hou ten alle tijden een logboek of notities bij,zo weet je ook nog na een paar amnesia haze jointjes in welke week je al zit of weet je nog hoeveel water/voeding je gegeven hebt(temperatuur,ph,ec,lv...) als er iets misgaat en kan je beginnen aanpassen,je hebt ook een beter zicht op vooruitgang
tip2: als je iets wil veranderen aan je schema om te zien of de resultaten verbeteren of merk je dat het shema niet volledig voldoet aan de wensen van de plant,beperkt dit dan tot 1 of een paar planten zodat niet direct heel je oogst verkloot is en gelijk je humeur,verander,noteer,obseveer en pas aan indien nodig...
Kweekschema's
Week 1
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.100 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.100 ml. B-Hydro voeding toedienen daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 1,2 *(+/- EC 1,2).Meet het voedingswater met een PH-meter voor de zuurwaarde. Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. wortelstimulator + 10 ml. Dripclean of iets dergelijks toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 2
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.150 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.150 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan+/- EC 1,5 *(+/- EC 1,2).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.
PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. wortelstimulator + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 3
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.200 ml. A- aarde voeding toedienen, daarna goed circuleren.200 ml. B- aarde voeding toedienen, daarna goed circuleren.
De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 1,8 *(+/- EC 1,3).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2(optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. groeistimulator+ 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 4
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.200 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.200 ml. B-Hydro voeding toedienen daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 1,8 *(+/- EC 1,3).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. groeistimulator + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 5
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.250 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.250 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan+/- EC 2,0 (+/- EC 1,4).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. groeistimulator + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 6
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.250 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.250 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 2,0 *(+/- EC 1,5).150 ml. Een bloeibooster toevoegen, 3-4 dagen meegeven.
Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.50 ml. bloeistimulator+ 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 7
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.300 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.300 ml. B-Hydro voeding toedienen daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 2,2 *(+/- EC 1,9).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml van een een bloeibooster + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 8
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.300 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.300 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan+/- EC 2,2 *(+/- EC 2,0).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).pH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml van een bloeibooster + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.Laatste 3-4 dagen spoelen met schoon water.Hierna geen voeding meer geven, alleen schoon water met correcte PH
BUITEN KWEKEN
Als je buiten een paar planten neer wil gaan zetten, Moet je eerst bedenken waar je ze neer gaat zetten.
Het liefst op een plek waar de hele dag zon is.Op het zuiden bvb.
Als ze straks de bloei in gaan moet het als het donker is ook donker zijn.
als er nu een straat lantaren in de buurt staat, Kan het zijn dat je plant daar door er langer over doet om in de bloei te gaan.
En dus later klaar is om te oogsten met daar bij meer kans op top rot.
Koop daar om een soort die bij voorkeur, half/eind september klaar is.
Elke buitenkweker heeft er wel eens mee te maken gehad; je hebt het hele jaar je uiterste best gedaan en een prachtige plant gekweekt. Net wanneer de mooiste periode van de gehele leefcyclus van de plant zou moeten aanbreken - de bloeiperiode - ontstaat er ergens een klein schimmelplekje, dat alle hoop op een mooie oogst in de war schopt door in een mum van tijd de gehele plant te verwoesten.
Omdat we in Nederland vooral in het najaar te maken krijgen met de voor schimmels ideale omstandigheden, namelijk veel regen die op de bladeren en tussen de takken blijft hangen en daarbij ook nog de hoge luchtvochtigheid, dienen we hier bij het uitkiezen van het zaad rekening mee te houden. Het is dan ook verstandig om voor de buitenteelt weinig schimmelgevoelige soorten te kiezen. Deze weinig schimmelgevoelige soorten zijn eigenlijk meteen ook de vroegbloeiende soorten. In dit geval kan je dan ook beter voor zaden dan voor stekken kiezen, omdat je dan weet wat je koopt. Bij zaden krijg je namelijk vaak ook gegevens over de duur van de bloeiperiode, de gevoeligheid voor schimmels en de te verwachten oogstdatum. Ook ben ik er uit eerdere ervaringen achtergekomen, dat planten die uit zaden zijn grootgebracht bijna altijd eerder in bloei komen dan planten die als stek zijn begonnen.
Omdat we in Nederland vooral in het najaar te maken krijgen met de voor schimmels ideale omstandigheden, namelijk veel regen die op de bladeren en tussen de takken blijft hangen en daarbij ook nog de hoge luchtvochtigheid, dienen we hier bij het uitkiezen van het zaad rekening mee te houden. Het is dan ook verstandig om voor de buitenteelt weinig schimmelgevoelige soorten te kiezen. Deze weinig schimmelgevoelige soorten zijn eigenlijk meteen ook de vroegbloeiende soorten. In dit geval kan je dan ook beter voor zaden dan voor stekken kiezen, omdat je dan weet wat je koopt. Bij zaden krijg je namelijk vaak ook gegevens over de duur van de bloeiperiode, de gevoeligheid voor schimmels en de te verwachten oogstdatum. Ook ben ik er uit eerdere ervaringen achtergekomen, dat planten die uit zaden zijn grootgebracht bijna altijd eerder in bloei komen dan planten die als stek zijn begonnen.
ZADEN!
Ontkieming:
gebruik een ruimte met een stabiele temperatuur van 20 graden Celsius.
gebruik aarde met een pH-waarde van 7.0.
de aarde mag niet te droog of te vochtig zijn
zaai de zaden ongeveer 5 mm diep in de aarde
druk de aarde na het zaaien licht aan, dit stimuleert een gelijkmatige opkomst.
besproei de aarde licht met water.
bedek de pot of bak met aarde met dun transparant plasticfolie, om een optimaal broeikaseffect te verkrijgen.
na 1 tot 10 dagen zullen de zaden ontkiemt zijn. Verwijder nu het plasticfolie.
besproei de aarde regelmatig met water, wacht tot de bovenlaag enigszins uitgedroogd is en besproei dan weer met water.
na 1 tot 2 weken zijn de zaailingen sterk genoeg om ze naar een grotere pot te verplanten.
STEKKEN!
We snijden de jonge scheuten af met een zeer scherp mesje (ideaal zijn de bekende scheermesjes). Hierbij dient gezegd te worden dat we de jonge scheuten altijd schuin afsnijden. Hierdoor heeft het toekomstige stekje namelijk een groter oppervlak om vocht op te nemen. Buitenplanten, dus ook de jonge scheutjes op de onderste zijtakken, hebben een veel taaiere en dikkere bast dan de planten die alleen binnen worden gekweekt. Dit komt vooral omdat de buitenplanten zich tegen de grotere temperatuurverschillen (tussen dag en nacht) dienen te beschermen. Zo komt het voor dat ervaren binnenkwekers die al jaren lang hun eigen stekken maken, binnen geen enkel probleem hebben, maar het stekken van buitenplanten als lastig ervaren.
Maar ook hier kunnen we de natuur een handje helpen. We doen dit door een dun reepje vezels (bast) van het jonge stekje af te halen. Dit zijn dezelfde vezels die gebruikt worden om kleren van te maken en doordat ze zo sterk zijn, is het voor het stekpoeder vaak heel lastig om erdoorheen te dringen en zo worteltjes te laten vormen. Met behulp van het scheermesje halen we een reepje vezels van ongeveer 2cm van de onderkant van het schuin afgesneden steeltje weg, je zal nu een duidelijk wit streepje zien, daar waar we de vezels verwijderd hebben.
Als we eenmaal de onderkant van het steeltje schuin hebben afgesneden en op deze plek ook een reepje vezels hebben verwijderd, kunnen we de stekken in bijvoorbeeld aarde, blokjes steenwol of in puur water laten wortelen. Wanneer we besluiten de stekken in aarde of in blokjes steenwol te laten wortelen, dopen we het schuin afgesneden uiteinde eerst in water en vervolgens de zijkanten van de onderkant van het steeltje in stekpoeder. Je moet er dus voor zorgen dat er op het schuin afgesneden deel van het steeltje geen stekpoeder komt. Zou dit namelijk wel gebeuren, dan is de kans groot dat de sapstroom van het jonge stekje verstopt raakt, waardoor het stekje geen vocht meer kan opnemen en dus zal verdrogen en uiteindelijk sterven
WERK MET STEKPOEDER!
Als we het stekpoeder eenmaal op de juiste manier op het steeltje hebben aangebracht, maken we in de aarde een klein kuiltje of prikken we gaatjes (met een stokje of een tandenstoker) in de blokjes steenwol en laten het stekje hier langzaam in zakken. Zorg er wel voor dat het stekpoeder aan het uiteinde van het steeltje blijft zitten, anders moeten we de behandeling herhalen. Als het stekje eenmaal in de aarde zit of in het blokje steenwol staat, drukken we de aarde of de steenwol voorzichtig aan. Vervolgens maken we de aarde goed vochtig met water of in het geval met de blokjes steenwol zetten we de blokjes in een bakje met water, zodat ze zich vol kunnen zuigen.
Het voordeel van steenwolblokjes is dat je de stekken heel snel en gemakkelijk kan voorzien van water, daarbij droogt het steenwolblokje ook zo weer op en dus zullen de kleine worteltjes steeds weer voldoende zuurstof kunnen krijgen. Bij aarde heb je nog wel eens het probleem van te natte grond, vooral in het vroege stadium van een stekje geef je het stekje soms water omdat de bovenste laag aarde droog is, terwijl onder in het bloempotje een waar modderreservoir aanwezig is. Kies daarom ook altijd voor kleine bloempotjes, wanneer je er stekken in wilt laten wortelen. Zodra je de eerste worteltjes aan de onderkant ziet verschijnen, gaan we het stekje verpotten.
VERZORGING!
Steenwol blokjes hebben ten opzichte van aarde het grote voordeel dat je op de eerste plaats een hoop stekken kwijt kunt op een kleine ruimte en ten tweede zie je gelijk welke stekjes er worteltjes schieten en welke niet. Vooral bij het laten groeien van de stekken op aarde gebeurt het wel eens dat er maar geen worteltjes aan de onderkant van het bloempotje verschijnen. We blijven maar afwachten in de hoop dat de worteltjes alsnog zullen verschijnen, na verloop van tijd halen we het steeltje (het is immers nog geen stekje) uit de aarde en vervolgens blijkt dat er zich nog helemaal geen worteltjes hebben ontwikkeld. Al die tijd is het stekje in leven gebleven doordat we haar telkens met water hebben besproeid om een hoge luchtvochtigheid te garanderen. Het steeltje heeft telkens het vocht (het besproeide water) met haar blaadjes opgenomen en is zo dus al die tijd in leven gebleven. Dergelijke dingen zal je bij de steenwol blokjes minder snel gebeuren.
Als het stekje eenmaal overeind blijft staan, dienen we er goed op te letten, dat de blaadjes niet in aanraking komen met de grond (aarde of steenwol), dit duidt namelijk op een te zware belasting voor het jonge stekje en dus kunnen we de onderste bladeren beter verwijderen of de punten eraf knippen, zodat er nog wel iets van de bladeren overblijft. De punten van de bladeren knippen of de bladeren als het ware door midden knippen helpt de jonge stekken ook tegen overmatige verdamping, zodat de stekken niet te snel zullen uitdrogen. Zorg er in ieder geval voor dat er minimaal twee goed uitziende bladeren overblijven, zodat de plant verzekert is van voldoende lichtopname.
MEST PLAN VOOR DE GROND!
Als je meerdere jaren achter elkaar op hetzelfde stuk wilt kweken moet je wel zorgen dat je bodem goed voor elkaar is. Je bodem raakt armer dus moet je de grond gaan bewerken en bemesten. Het beste is eigenlijk voor dat de winter begin,verse koeienmest,wat kalk en een paar scheppen zand(dit om als je op klei grond kweek de grond los
te maken) door je tuin te spitten.je moet het zo zien dat alles wat je nu mest, eigenlijk pas over een half jaar zijn werk goed gaat doen. Dan verandert de structuur en het biologische leven van de bodem. Dan wordt de grond mooi korrelig, en heb je het mooi voor elkaar.Een andere mogelijkheid is om de afgewerkte aarde van
je binnenteelt, in je tuintje te deponeren. Een beetje kalk en bloedmeel erbij en je hebt perfecte aarde. Wat je ook kan gebruik is osmocote, een totaalbemesting die wel vijf maanden werkt. Dat zijn korrels die de meststoffen langzaam loslaten, in een verhouding van 14-9-15 NPK. Heel goed te gebruiken bij het aanmaken van aarde voor kuipplanten, voor je wietje op het balkon bijvoorbeeld. Gedroogde koemest moet je eigenlijk niet gebruiken, niet direct althans. Wel als je voor het volgend jaar alvast een leuk tuintje wil voorbereiden. Of voor de jaren daarna, want het duurt wel vijf jaar voordat het helemaal in de bodem is opgelost. Dan is de verse stalmest eigenlijk nog ietsje beter. Het beste is om je tuin dus vooraf in orde te hebben om zonder bijmesten het hele groeiproces te laten plaatsvinden. Dan heb je er de hele zomer geen omkijken naar. In december hark ik het helemaal schoon en spit er eventueel mest doorheen. In het voor jaar spit ik de grond pas echt goed om.Dan strooi ik nog wat kalk er over, Dat houdt de grond neutraal VOEDINGS WATER!
Als je kweek in de volle grond,En je heb er voor gezorgd dat
je grond in orden is.Dan heb het niet veel nu
om met je water groei voeding te geven. Er zit genoeg voeding voor de groei in de grond,Je geeft pas voeding als je planten in de bloei gaan.
heb je ze nu in potten staan kan
het wel nut hebben als je ze na 5 a 6 weken gaat bij voeren
Ik zelf gebruik daar ook een booster bij.Let er op dat als je pot planten gaat bij voeren dat je om de week even goed door spoel met ruim water evt met citroenzuur. Dit zorg er voor dat oude voedingszouten weg wordt gespoeld.
In de maand augustus, en bij de vroegbloeiende soorten soms nog eerder, beginnen de bladeren in de loop van de avond naar beneden te hangen. Dit heeft niets te maken met te weinig water geven, dit zijn de eerste tekenen van het in bloei raken van de marihuanaplant. De plant begint in bloei te raken doordat het totaal aan lichturen korter wordt. Na ongeveer een maand beginnen zich boven in de toppen de eerste harskliertjes te ontwikkelen, dit zijn de witte draadjes die gedurende het hele bloeiproces te zien zijn. Als je de eerste beginselen van deze witte draadjes ziet, is de tijd aangebroken om speciale bloeivoeding aan het voedingswater toe te voegen.
STRIPPEN!
Ik verwijdert meestal de 2/3 onderste zijtakken want dan kan de wind de plant ook van onderen gemakkelijk droog blazen. Het zorgt voor een betere luchtcirculatie. Hierdoor neemt de kans op schimmel af. Op de hoofdstam van de plant zie je dat er steeds 2, soms 3 zijtakken van de plant op 1 plaats bij elkaar komen. Deze plaats noemen we de knoop van de plant. Op elke knoop groeien 2 of 3 zijtakken in de breedte en onder elke zijtak van de hoofdstam van de plant bevindt zich een groot blad. Als de plant begint te groeien, kun je het beste dit blad verwijderen. Hierdoor gaan alle voedingssappen, die via de wortels door de hoofdstam omhoog worden gezogen, alleen naar de zijtakken en niet ook nog naar de bladeren. De plant zal zich nu beter richten op de zijtakken en je zal merken dat de zijtakken enorm groeien, omdat deze meer voedingssappen krijgen. Het gevolg is dat de plant nu in plaats van alleen omhoog, ook in de breedte gaat groeien. Dit komt de plant en daardoor ook de opbrengst ten goede, want hoe groter en dikker de hoofdstam en de zijtakken worden, des te grotere bloemtrossen het zal opleveren. Als je je als buitenkweker alleen zou concentreren op de hoofdtop van de plant, dan zou deze misschien wel vrij groot worden, maar de kans op bud-rot en andere schimmels zal ook sterk toenemen. Dit komt omdat de grote hoofdtop werkt als een soort van spons het regenwater in de bloemtros na een regenbui veel te lang vasthoudt, waardoor er allerlei schimmels gaan ontstaan.
Als je de zijtakken nog verder wilt laten ontwikkelen, is het erg zinvol om ook de top uit de plant te halen nadat je de plant gestript hebt. Dit kan je doen door de top er met een schaar uit te knippen.
Twee weken voordat de planten in bloei beginnen te raken knipt je er (nogmaals) de laagste en de minst ontwikkelde takken af. Deze leveren over het algemeen heel weinig op en door ze te verwijderen kan de plant al haar aandacht op de overgebleven sterkere takken richten. Hierdoor zullen deze nog grotere bloemtrossen opleveren.
Een succesvolle methode van het verhogen van de potentie van de bloemtrossen is het stressen van de plant. Bij deze methode laten we de plant 1 week voordat we gaan oogsten stressen, als het ware merken dat haar einde nabij is, waardoor zij al haar laatste krachten aan de vorming van de bloemtrossen besteedt,Door het van tevoren afknippen van alle grote bladeren. Je knipt de plant dus als het ware kaal. Hierdoor besteedt de plant al haar resterende energie aan de vorming van toppen. Nog een voordeel van deze methode is dat de luchtcirculatie sterk wordt bevorderd, waardoor condens tussen de bloemtrossen makkelijker verdwijnt. Verder bespaart het tijdens de oogst een hoop werk als alle grote bladeren al verwijderd zijn.
KNIPPEN & DROGEN!
Er zijn verschillende manieren waarop je de planten kunt oogsten. Als je veel planten buiten hebt staan, kun je overwegen om het in etappes te doen. Als je besluit om de hoofdtoppen het eerst te oogsten, dan zul je zien dat in veel gevallen de kleine toppen aan de zijkant en aan de onderkant van de plant nog een beetje wittig zijn. Daarom moet je niet alleen de hoofdtoppen verwijderen, maar ook het grote blad. Door deze gefaseerde oogst krijgen de achtergebleven topjes meer licht en hebben zo nog even de tijd om af te rijpen.
Het kan ook andersom zijn zodat de zijtoppen eerder rijp zijn dan de hoofdtoppen. Het hangt af van de soort waarmee je kweekt.
HANGEND
Grote toppen altijd op de kop ophangen. Je kunt de grote bladeren er tussen uit knippen daarna kan je de kleine blaadjes in de toppen er uit knippen.
Je kan ze ook als ze niet te groot zijn latten zitten.Als je het blad voor het drogen knipt, heb je minder verlies van thc. Als de top al is gedroogd, dan is het moeilijker om de blaadjes eraf te knippen. Ze zijn dan namelijk gekruld. Je kunt dus het beste knippen voordat je de oogst laat drogen. Maar als je in tijdnood komt, kan het makkelijker zijn om het achteraf te doen.
DROGEN
Het is belangrijk dat je je oogst droogt in een droge,goed geventileerde ruimte.
Het mag ook weer niet te droog zijn. De ideale condities zijn een temperatuur tussen de zestien en negentien graden. De luchtvochtigheid mag niet boven de 60 a 70 procent uitkomen. Mocht dat wel het geval zijn, dan zul je een kacheltje in de ruimte moeten plaatsen. (zet die niet te warm want zal zeker de smaak niet ten goeden komen)
Wat je ook kan doen is drogen in netten. Het zijn gaas doeken die in een ruimte worden gespannen. Het voordeel is dat je de weed niet hoeft op te hangen.(wat een tijd rovend klusje is).
Je kan in een kast een aantal netten ophangen.
Je moet de wiet af en toe wel omwoelen.
Het is belangrijk om voor goede ventilatie/afzuiging te zorgen, want anders heb je een vergrote kans op schimmel en stank overlast.
De meeste thuiskwekers hebben een beperkt aantal planten. Voor die groep is het handig om de wiet te laten drogen in een kast. Daarvoor kun je een
kedingkast gebruiken.Je kan daar al gouwe zo'n 100 planten in drogen(binnen planten). Haal de planken eruit en hang een aantal lijntjes op. Verder moet je er een afzuiger en een koolstoffilter in plaatsen. Zorg ervoor dat er niet te veel lucht te snel doorheen gaat. Als het te hard gaat droogt de wiet weer te hard. Je moet ook oppassen dat je de toppen niet te dicht tegen elkaar aan hangt. Het kan gaan broeien met schimmel als gevolg.<
De wiet mag niet te snel drogen omdat het bladgroen van de planten ongeveer tien dagen nodig heeft om af te breken. Je kunt zien dat het bladgroen is afgebroken als de donkergroene kleur bij de blaadjes weg is. Daarvoor in de plaats is grijs teruggekomen.
Als de wiet te snel is gedroogd, krijg je gewichtsverlies. Het ideale percentage van vochtigheid in de wiet ligt tussen de 9 en 15 procent. Als het te snel heeft de wiet een percentage van 4 tot 8 procent. Dat verschil vind je terug in het gewicht. Langzaam drogen betekent dat de wiet in dat percentage van 8 tot 15 procent blijft hangen. Te snel drogen kan betekenen dat de buitenkant te hard droogt. De binnenkant is dan nog vochtig en dat rookt niet lekker. Je krijgt een soort gras-hooilucht smaakje.
Bij het drogen zijn er eigenlijk twee belangrijke dingen die je nooit mag doen als je de oogst droogt: Een kachel hoog (!) opstoken in de droogruimte of een ventilator op de weed zetten. Het gevaar is dan dat het spul te snel droogt.
hoop hier mensen blij mee gemaakt te hebben
grtzzzzz prorider
by RaMbO
let wel dit zijn voorbeelden,niet de heilige graal naar succesvolle oogsten,andere meer ervaren kwekers zullen er andere ideeen over hebben en hangt ook een beetje van de soort af,het meeste, zeker naar het einde toe zal van gevoel en ervaring afhangen,toch zal een beginnend kweker hier mee uit de voeten kunnen en heb je al een basis om te starten,let i grow,let it grow, let it grow
tip!: hou ten alle tijden een logboek of notities bij,zo weet je ook nog na een paar amnesia haze jointjes in welke week je al zit of weet je nog hoeveel water/voeding je gegeven hebt(temperatuur,ph,ec,lv...) als er iets misgaat en kan je beginnen aanpassen,je hebt ook een beter zicht op vooruitgang
tip2: als je iets wil veranderen aan je schema om te zien of de resultaten verbeteren of merk je dat het shema niet volledig voldoet aan de wensen van de plant,beperkt dit dan tot 1 of een paar planten zodat niet direct heel je oogst verkloot is en gelijk je humeur,verander,noteer,obseveer en pas aan indien nodig...
Kweekschema's
Aarde
START Eerste dag: Plaats je stekje in de grond zodat het steenwol blokje niet bovenuit de aarde steekt. hang je lamp(en) hoog (60-80cm) en zet de klok op 18 uur. Stekken een goede scheut water met wortelstimulator geven.Maar niet te nat houden, probeer niet meer dan zo'n 200ml op de eerste dag te geven. Na ongeveer 7 dagen de lamp(en) op ca. 40 cm(bij 600 watt 60 cm) boven de planten hangen. Controleer de temperatuur, die mag niet hoger zijn dan 28 graden en wanneer de lampen uit zijn niet lager dan 16 graden.
maar dit zijn uiterste waarden. beter is tussen de 20 en 25 graden,Zonodig warme lucht afzuigen en 's nachts bijverwarmen.
Controleer de luchtvochtigheid die mag nu nog hoog zijn.(80% maar niet lager dan 50%.)Nog steeds alleen water met wortelstimulator( indien je geen voor bemesten grond heb kan je nu met groei voeding beginnen)geven.
maar dit zijn uiterste waarden. beter is tussen de 20 en 25 graden,Zonodig warme lucht afzuigen en 's nachts bijverwarmen.
Controleer de luchtvochtigheid die mag nu nog hoog zijn.(80% maar niet lager dan 50%.)Nog steeds alleen water met wortelstimulator( indien je geen voor bemesten grond heb kan je nu met groei voeding beginnen)geven.
2e week:
Na 10 dagen kun je de tijdklok op 12 uur zetten(Nu Gaan ze bloeien). Kijk of de lampen niet te dicht op de planten komen. Zonodig de lampen hoger hangen. (Dit blijven doen tot de planten uitgegroeid zijn.) Blijf temperatuur en luchtvochtigheid controleren.
3e week:
Nu de planten gaan bloeien moet je een Bloeivoeding gebruiken.Houdt de temperatuur op peil maar zorg ervoor dat de luchtvochtigheid naar beneden gaat.(60%) Zorg ervoor dat de grond niet te droog maar zeker niet te nat is. Ook kunnen we nu eventueel beginnen met het toevoegen van een bloeistimulator
4e week het zelfde als 3e week.
kijk eens of je geen ongedierte ziet
5e week:
Geef 3 weken voor de oogst, een week lang PK 13/14 mee aan het voedings water.Afhankelijk van de bloeitijd begin je dus ongeveer in deze week. Als je het niet zeker weet kun je bij de growshop natuurlijk even vragen naar de bloeitijd van je planten.
6e week.
Nu zitten er al flinke toppen in de planten met mooie witte haren en wordt het tijd dat de luchtvochtigheid streng gecontroleerd wordt.(ideaal is nu 50%.)je kan nu een keer spoelen met citroenzuur dit spoel de grond schoon van oude voedings zouten en breng de ph omlaag 2a3 dagen mee geven.
7e week:
Stop nu met voeding, alleen nog water geven.(Dit komt ten goede van de smaak)je kan nog wel de bloeistimulator mee geven dat kan tot op het eind. Controleer temperatuur en luchtvochtigheid.
8e week:
Stop nu ook met water geven.(Dit zet de plant aan tot verhoogde THC productie . De plant is nu ongeveer uitgebloeid en de haren beginnen mooi bruin te worden. Houd de luchtvochtigheid laag. Laat de planten afrijpen en snoei ondertussen de bladeren.
9e week:
Knip de toppen mooi schoon en hang de planten ondersteboven in een goed geventileerde niet te warme ruimte. De wiet is droog.
(De bloei tijd kan verschillen per soort vraag het even als je ze koopt)
Na 10 dagen kun je de tijdklok op 12 uur zetten(Nu Gaan ze bloeien). Kijk of de lampen niet te dicht op de planten komen. Zonodig de lampen hoger hangen. (Dit blijven doen tot de planten uitgegroeid zijn.) Blijf temperatuur en luchtvochtigheid controleren.
3e week:
Nu de planten gaan bloeien moet je een Bloeivoeding gebruiken.Houdt de temperatuur op peil maar zorg ervoor dat de luchtvochtigheid naar beneden gaat.(60%) Zorg ervoor dat de grond niet te droog maar zeker niet te nat is. Ook kunnen we nu eventueel beginnen met het toevoegen van een bloeistimulator
4e week het zelfde als 3e week.
kijk eens of je geen ongedierte ziet
5e week:
Geef 3 weken voor de oogst, een week lang PK 13/14 mee aan het voedings water.Afhankelijk van de bloeitijd begin je dus ongeveer in deze week. Als je het niet zeker weet kun je bij de growshop natuurlijk even vragen naar de bloeitijd van je planten.
6e week.
Nu zitten er al flinke toppen in de planten met mooie witte haren en wordt het tijd dat de luchtvochtigheid streng gecontroleerd wordt.(ideaal is nu 50%.)je kan nu een keer spoelen met citroenzuur dit spoel de grond schoon van oude voedings zouten en breng de ph omlaag 2a3 dagen mee geven.
7e week:
Stop nu met voeding, alleen nog water geven.(Dit komt ten goede van de smaak)je kan nog wel de bloeistimulator mee geven dat kan tot op het eind. Controleer temperatuur en luchtvochtigheid.
8e week:
Stop nu ook met water geven.(Dit zet de plant aan tot verhoogde THC productie . De plant is nu ongeveer uitgebloeid en de haren beginnen mooi bruin te worden. Houd de luchtvochtigheid laag. Laat de planten afrijpen en snoei ondertussen de bladeren.
9e week:
Knip de toppen mooi schoon en hang de planten ondersteboven in een goed geventileerde niet te warme ruimte. De wiet is droog.
(De bloei tijd kan verschillen per soort vraag het even als je ze koopt)
Hydro
Week 1
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.100 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.100 ml. B-Hydro voeding toedienen daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 1,2 *(+/- EC 1,2).Meet het voedingswater met een PH-meter voor de zuurwaarde. Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. wortelstimulator + 10 ml. Dripclean of iets dergelijks toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 2
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.150 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.150 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan+/- EC 1,5 *(+/- EC 1,2).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.
PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. wortelstimulator + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 3
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.200 ml. A- aarde voeding toedienen, daarna goed circuleren.200 ml. B- aarde voeding toedienen, daarna goed circuleren.
De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 1,8 *(+/- EC 1,3).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2(optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. groeistimulator+ 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 4
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.200 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.200 ml. B-Hydro voeding toedienen daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 1,8 *(+/- EC 1,3).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. groeistimulator + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 5
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.250 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.250 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan+/- EC 2,0 (+/- EC 1,4).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml. groeistimulator + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 6
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.250 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.250 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 2,0 *(+/- EC 1,5).150 ml. Een bloeibooster toevoegen, 3-4 dagen meegeven.
Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.50 ml. bloeistimulator+ 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 7
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.300 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.300 ml. B-Hydro voeding toedienen daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan +/- EC 2,2 *(+/- EC 1,9).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).PH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml van een een bloeibooster + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.
Week 8
Voedingsbak vol laten lopen met water van +/- 20 graden.300 ml. A-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.300 ml. B-Hydro voeding toedienen, daarna goed circuleren.De waarde van het water in de voedingsbak is dan+/- EC 2,2 *(+/- EC 2,0).Meet het voedingswater met een PH meter voor de zuurwaarde.
Deze zuurwaarde moet een PH hebben tussen de 5,2-6,2 PH.(Optimale PH 5,8).pH boven deze waarde PH- oplossing toevoegen.PH onder deze waarde PH+ oplossing toevoegen.Voedingswater in het vat goed laten circuleren.100 ml van een bloeibooster + 10 ml. Dripclean o.i.d. toevoegen.Voedingswater klaar om aan de planten te geven.Voedingsbeurten tussen 4-8 x per dag, uitdrain +/- 40%.Laatste 3-4 dagen spoelen met schoon water.Hierna geen voeding meer geven, alleen schoon water met correcte PH
Buiten
BUITEN KWEKEN
Als je buiten een paar planten neer wil gaan zetten, Moet je eerst bedenken waar je ze neer gaat zetten.
Het liefst op een plek waar de hele dag zon is.Op het zuiden bvb.
Als ze straks de bloei in gaan moet het als het donker is ook donker zijn.
als er nu een straat lantaren in de buurt staat, Kan het zijn dat je plant daar door er langer over doet om in de bloei te gaan.
En dus later klaar is om te oogsten met daar bij meer kans op top rot.
Koop daar om een soort die bij voorkeur, half/eind september klaar is.
Elke buitenkweker heeft er wel eens mee te maken gehad; je hebt het hele jaar je uiterste best gedaan en een prachtige plant gekweekt. Net wanneer de mooiste periode van de gehele leefcyclus van de plant zou moeten aanbreken - de bloeiperiode - ontstaat er ergens een klein schimmelplekje, dat alle hoop op een mooie oogst in de war schopt door in een mum van tijd de gehele plant te verwoesten.
Omdat we in Nederland vooral in het najaar te maken krijgen met de voor schimmels ideale omstandigheden, namelijk veel regen die op de bladeren en tussen de takken blijft hangen en daarbij ook nog de hoge luchtvochtigheid, dienen we hier bij het uitkiezen van het zaad rekening mee te houden. Het is dan ook verstandig om voor de buitenteelt weinig schimmelgevoelige soorten te kiezen. Deze weinig schimmelgevoelige soorten zijn eigenlijk meteen ook de vroegbloeiende soorten. In dit geval kan je dan ook beter voor zaden dan voor stekken kiezen, omdat je dan weet wat je koopt. Bij zaden krijg je namelijk vaak ook gegevens over de duur van de bloeiperiode, de gevoeligheid voor schimmels en de te verwachten oogstdatum. Ook ben ik er uit eerdere ervaringen achtergekomen, dat planten die uit zaden zijn grootgebracht bijna altijd eerder in bloei komen dan planten die als stek zijn begonnen.
Omdat we in Nederland vooral in het najaar te maken krijgen met de voor schimmels ideale omstandigheden, namelijk veel regen die op de bladeren en tussen de takken blijft hangen en daarbij ook nog de hoge luchtvochtigheid, dienen we hier bij het uitkiezen van het zaad rekening mee te houden. Het is dan ook verstandig om voor de buitenteelt weinig schimmelgevoelige soorten te kiezen. Deze weinig schimmelgevoelige soorten zijn eigenlijk meteen ook de vroegbloeiende soorten. In dit geval kan je dan ook beter voor zaden dan voor stekken kiezen, omdat je dan weet wat je koopt. Bij zaden krijg je namelijk vaak ook gegevens over de duur van de bloeiperiode, de gevoeligheid voor schimmels en de te verwachten oogstdatum. Ook ben ik er uit eerdere ervaringen achtergekomen, dat planten die uit zaden zijn grootgebracht bijna altijd eerder in bloei komen dan planten die als stek zijn begonnen.
ZADEN!
Ontkieming:
gebruik een ruimte met een stabiele temperatuur van 20 graden Celsius.
gebruik aarde met een pH-waarde van 7.0.
de aarde mag niet te droog of te vochtig zijn
zaai de zaden ongeveer 5 mm diep in de aarde
druk de aarde na het zaaien licht aan, dit stimuleert een gelijkmatige opkomst.
besproei de aarde licht met water.
bedek de pot of bak met aarde met dun transparant plasticfolie, om een optimaal broeikaseffect te verkrijgen.
na 1 tot 10 dagen zullen de zaden ontkiemt zijn. Verwijder nu het plasticfolie.
besproei de aarde regelmatig met water, wacht tot de bovenlaag enigszins uitgedroogd is en besproei dan weer met water.
na 1 tot 2 weken zijn de zaailingen sterk genoeg om ze naar een grotere pot te verplanten.
STEKKEN!
We snijden de jonge scheuten af met een zeer scherp mesje (ideaal zijn de bekende scheermesjes). Hierbij dient gezegd te worden dat we de jonge scheuten altijd schuin afsnijden. Hierdoor heeft het toekomstige stekje namelijk een groter oppervlak om vocht op te nemen. Buitenplanten, dus ook de jonge scheutjes op de onderste zijtakken, hebben een veel taaiere en dikkere bast dan de planten die alleen binnen worden gekweekt. Dit komt vooral omdat de buitenplanten zich tegen de grotere temperatuurverschillen (tussen dag en nacht) dienen te beschermen. Zo komt het voor dat ervaren binnenkwekers die al jaren lang hun eigen stekken maken, binnen geen enkel probleem hebben, maar het stekken van buitenplanten als lastig ervaren.
Maar ook hier kunnen we de natuur een handje helpen. We doen dit door een dun reepje vezels (bast) van het jonge stekje af te halen. Dit zijn dezelfde vezels die gebruikt worden om kleren van te maken en doordat ze zo sterk zijn, is het voor het stekpoeder vaak heel lastig om erdoorheen te dringen en zo worteltjes te laten vormen. Met behulp van het scheermesje halen we een reepje vezels van ongeveer 2cm van de onderkant van het schuin afgesneden steeltje weg, je zal nu een duidelijk wit streepje zien, daar waar we de vezels verwijderd hebben.
Als we eenmaal de onderkant van het steeltje schuin hebben afgesneden en op deze plek ook een reepje vezels hebben verwijderd, kunnen we de stekken in bijvoorbeeld aarde, blokjes steenwol of in puur water laten wortelen. Wanneer we besluiten de stekken in aarde of in blokjes steenwol te laten wortelen, dopen we het schuin afgesneden uiteinde eerst in water en vervolgens de zijkanten van de onderkant van het steeltje in stekpoeder. Je moet er dus voor zorgen dat er op het schuin afgesneden deel van het steeltje geen stekpoeder komt. Zou dit namelijk wel gebeuren, dan is de kans groot dat de sapstroom van het jonge stekje verstopt raakt, waardoor het stekje geen vocht meer kan opnemen en dus zal verdrogen en uiteindelijk sterven
WERK MET STEKPOEDER!
Als we het stekpoeder eenmaal op de juiste manier op het steeltje hebben aangebracht, maken we in de aarde een klein kuiltje of prikken we gaatjes (met een stokje of een tandenstoker) in de blokjes steenwol en laten het stekje hier langzaam in zakken. Zorg er wel voor dat het stekpoeder aan het uiteinde van het steeltje blijft zitten, anders moeten we de behandeling herhalen. Als het stekje eenmaal in de aarde zit of in het blokje steenwol staat, drukken we de aarde of de steenwol voorzichtig aan. Vervolgens maken we de aarde goed vochtig met water of in het geval met de blokjes steenwol zetten we de blokjes in een bakje met water, zodat ze zich vol kunnen zuigen.
Het voordeel van steenwolblokjes is dat je de stekken heel snel en gemakkelijk kan voorzien van water, daarbij droogt het steenwolblokje ook zo weer op en dus zullen de kleine worteltjes steeds weer voldoende zuurstof kunnen krijgen. Bij aarde heb je nog wel eens het probleem van te natte grond, vooral in het vroege stadium van een stekje geef je het stekje soms water omdat de bovenste laag aarde droog is, terwijl onder in het bloempotje een waar modderreservoir aanwezig is. Kies daarom ook altijd voor kleine bloempotjes, wanneer je er stekken in wilt laten wortelen. Zodra je de eerste worteltjes aan de onderkant ziet verschijnen, gaan we het stekje verpotten.
VERZORGING!
Steenwol blokjes hebben ten opzichte van aarde het grote voordeel dat je op de eerste plaats een hoop stekken kwijt kunt op een kleine ruimte en ten tweede zie je gelijk welke stekjes er worteltjes schieten en welke niet. Vooral bij het laten groeien van de stekken op aarde gebeurt het wel eens dat er maar geen worteltjes aan de onderkant van het bloempotje verschijnen. We blijven maar afwachten in de hoop dat de worteltjes alsnog zullen verschijnen, na verloop van tijd halen we het steeltje (het is immers nog geen stekje) uit de aarde en vervolgens blijkt dat er zich nog helemaal geen worteltjes hebben ontwikkeld. Al die tijd is het stekje in leven gebleven doordat we haar telkens met water hebben besproeid om een hoge luchtvochtigheid te garanderen. Het steeltje heeft telkens het vocht (het besproeide water) met haar blaadjes opgenomen en is zo dus al die tijd in leven gebleven. Dergelijke dingen zal je bij de steenwol blokjes minder snel gebeuren.
Als het stekje eenmaal overeind blijft staan, dienen we er goed op te letten, dat de blaadjes niet in aanraking komen met de grond (aarde of steenwol), dit duidt namelijk op een te zware belasting voor het jonge stekje en dus kunnen we de onderste bladeren beter verwijderen of de punten eraf knippen, zodat er nog wel iets van de bladeren overblijft. De punten van de bladeren knippen of de bladeren als het ware door midden knippen helpt de jonge stekken ook tegen overmatige verdamping, zodat de stekken niet te snel zullen uitdrogen. Zorg er in ieder geval voor dat er minimaal twee goed uitziende bladeren overblijven, zodat de plant verzekert is van voldoende lichtopname.
POT PLANTEN!
Voor potten op balkon in de stad is het natuurlijk wat moeilijker om die welriekende geuren van de boerderij te gebruiken. Ook guano, Peruaanse zeemeeuwenpoep, kan behoorlijk stinken bij het mesten. Om de potten te vullen kun je makkelijkst de complete mixen uit de growshops nemen (of zelf een recept samenstellen op basis van geranium potgrond. Om een beetje mooie plant te krijgen moet de inhoud van de potten wel minstens een inhoud hebben van twintig liter.Hierbij geldt: hoe groter, hoe beter. Een cementkuip is ideaal. Zorg wel voor een goede afwatering, bij voorbeeld door de bodem op te vullen met hydro-korrels. Van natte voeten houden ze niet.Ik zet de planten het liefst in de wind.Door de constante beweging van de wind, gaan de wortels goed vast zitten en krijg je een hele stevige plant. Ze worden houtiger, en het lijkt wel alsof ze daardoor ook beter tegen ziektes kunnen. Bijkomend voordeel is dat je de planten, vooral in het najaar, goed kunt ontvochtigen doordat de wind erdoorheen blaast. Zo krijgt de schimmel minder kans
MEST PLAN VOOR DE GROND!
Als je meerdere jaren achter elkaar op hetzelfde stuk wilt kweken moet je wel zorgen dat je bodem goed voor elkaar is. Je bodem raakt armer dus moet je de grond gaan bewerken en bemesten. Het beste is eigenlijk voor dat de winter begin,verse koeienmest,wat kalk en een paar scheppen zand(dit om als je op klei grond kweek de grond los
te maken) door je tuin te spitten.je moet het zo zien dat alles wat je nu mest, eigenlijk pas over een half jaar zijn werk goed gaat doen. Dan verandert de structuur en het biologische leven van de bodem. Dan wordt de grond mooi korrelig, en heb je het mooi voor elkaar.Een andere mogelijkheid is om de afgewerkte aarde van
je binnenteelt, in je tuintje te deponeren. Een beetje kalk en bloedmeel erbij en je hebt perfecte aarde. Wat je ook kan gebruik is osmocote, een totaalbemesting die wel vijf maanden werkt. Dat zijn korrels die de meststoffen langzaam loslaten, in een verhouding van 14-9-15 NPK. Heel goed te gebruiken bij het aanmaken van aarde voor kuipplanten, voor je wietje op het balkon bijvoorbeeld. Gedroogde koemest moet je eigenlijk niet gebruiken, niet direct althans. Wel als je voor het volgend jaar alvast een leuk tuintje wil voorbereiden. Of voor de jaren daarna, want het duurt wel vijf jaar voordat het helemaal in de bodem is opgelost. Dan is de verse stalmest eigenlijk nog ietsje beter. Het beste is om je tuin dus vooraf in orde te hebben om zonder bijmesten het hele groeiproces te laten plaatsvinden. Dan heb je er de hele zomer geen omkijken naar. In december hark ik het helemaal schoon en spit er eventueel mest doorheen. In het voor jaar spit ik de grond pas echt goed om.Dan strooi ik nog wat kalk er over, Dat houdt de grond neutraal VOEDINGS WATER!
Als je kweek in de volle grond,En je heb er voor gezorgd dat
je grond in orden is.Dan heb het niet veel nu
om met je water groei voeding te geven. Er zit genoeg voeding voor de groei in de grond,Je geeft pas voeding als je planten in de bloei gaan.
heb je ze nu in potten staan kan
het wel nut hebben als je ze na 5 a 6 weken gaat bij voeren
Ik zelf gebruik daar ook een booster bij.Let er op dat als je pot planten gaat bij voeren dat je om de week even goed door spoel met ruim water evt met citroenzuur. Dit zorg er voor dat oude voedingszouten weg wordt gespoeld.
In de maand augustus, en bij de vroegbloeiende soorten soms nog eerder, beginnen de bladeren in de loop van de avond naar beneden te hangen. Dit heeft niets te maken met te weinig water geven, dit zijn de eerste tekenen van het in bloei raken van de marihuanaplant. De plant begint in bloei te raken doordat het totaal aan lichturen korter wordt. Na ongeveer een maand beginnen zich boven in de toppen de eerste harskliertjes te ontwikkelen, dit zijn de witte draadjes die gedurende het hele bloeiproces te zien zijn. Als je de eerste beginselen van deze witte draadjes ziet, is de tijd aangebroken om speciale bloeivoeding aan het voedingswater toe te voegen.
STRIPPEN!
Ik verwijdert meestal de 2/3 onderste zijtakken want dan kan de wind de plant ook van onderen gemakkelijk droog blazen. Het zorgt voor een betere luchtcirculatie. Hierdoor neemt de kans op schimmel af. Op de hoofdstam van de plant zie je dat er steeds 2, soms 3 zijtakken van de plant op 1 plaats bij elkaar komen. Deze plaats noemen we de knoop van de plant. Op elke knoop groeien 2 of 3 zijtakken in de breedte en onder elke zijtak van de hoofdstam van de plant bevindt zich een groot blad. Als de plant begint te groeien, kun je het beste dit blad verwijderen. Hierdoor gaan alle voedingssappen, die via de wortels door de hoofdstam omhoog worden gezogen, alleen naar de zijtakken en niet ook nog naar de bladeren. De plant zal zich nu beter richten op de zijtakken en je zal merken dat de zijtakken enorm groeien, omdat deze meer voedingssappen krijgen. Het gevolg is dat de plant nu in plaats van alleen omhoog, ook in de breedte gaat groeien. Dit komt de plant en daardoor ook de opbrengst ten goede, want hoe groter en dikker de hoofdstam en de zijtakken worden, des te grotere bloemtrossen het zal opleveren. Als je je als buitenkweker alleen zou concentreren op de hoofdtop van de plant, dan zou deze misschien wel vrij groot worden, maar de kans op bud-rot en andere schimmels zal ook sterk toenemen. Dit komt omdat de grote hoofdtop werkt als een soort van spons het regenwater in de bloemtros na een regenbui veel te lang vasthoudt, waardoor er allerlei schimmels gaan ontstaan.
Als je de zijtakken nog verder wilt laten ontwikkelen, is het erg zinvol om ook de top uit de plant te halen nadat je de plant gestript hebt. Dit kan je doen door de top er met een schaar uit te knippen.
Twee weken voordat de planten in bloei beginnen te raken knipt je er (nogmaals) de laagste en de minst ontwikkelde takken af. Deze leveren over het algemeen heel weinig op en door ze te verwijderen kan de plant al haar aandacht op de overgebleven sterkere takken richten. Hierdoor zullen deze nog grotere bloemtrossen opleveren.
Een succesvolle methode van het verhogen van de potentie van de bloemtrossen is het stressen van de plant. Bij deze methode laten we de plant 1 week voordat we gaan oogsten stressen, als het ware merken dat haar einde nabij is, waardoor zij al haar laatste krachten aan de vorming van de bloemtrossen besteedt,Door het van tevoren afknippen van alle grote bladeren. Je knipt de plant dus als het ware kaal. Hierdoor besteedt de plant al haar resterende energie aan de vorming van toppen. Nog een voordeel van deze methode is dat de luchtcirculatie sterk wordt bevorderd, waardoor condens tussen de bloemtrossen makkelijker verdwijnt. Verder bespaart het tijdens de oogst een hoop werk als alle grote bladeren al verwijderd zijn.
KNIPPEN & DROGEN!
Er zijn verschillende manieren waarop je de planten kunt oogsten. Als je veel planten buiten hebt staan, kun je overwegen om het in etappes te doen. Als je besluit om de hoofdtoppen het eerst te oogsten, dan zul je zien dat in veel gevallen de kleine toppen aan de zijkant en aan de onderkant van de plant nog een beetje wittig zijn. Daarom moet je niet alleen de hoofdtoppen verwijderen, maar ook het grote blad. Door deze gefaseerde oogst krijgen de achtergebleven topjes meer licht en hebben zo nog even de tijd om af te rijpen.
Het kan ook andersom zijn zodat de zijtoppen eerder rijp zijn dan de hoofdtoppen. Het hangt af van de soort waarmee je kweekt.
HANGEND
Grote toppen altijd op de kop ophangen. Je kunt de grote bladeren er tussen uit knippen daarna kan je de kleine blaadjes in de toppen er uit knippen.
Je kan ze ook als ze niet te groot zijn latten zitten.Als je het blad voor het drogen knipt, heb je minder verlies van thc. Als de top al is gedroogd, dan is het moeilijker om de blaadjes eraf te knippen. Ze zijn dan namelijk gekruld. Je kunt dus het beste knippen voordat je de oogst laat drogen. Maar als je in tijdnood komt, kan het makkelijker zijn om het achteraf te doen.
DROGEN
Het is belangrijk dat je je oogst droogt in een droge,goed geventileerde ruimte.
Het mag ook weer niet te droog zijn. De ideale condities zijn een temperatuur tussen de zestien en negentien graden. De luchtvochtigheid mag niet boven de 60 a 70 procent uitkomen. Mocht dat wel het geval zijn, dan zul je een kacheltje in de ruimte moeten plaatsen. (zet die niet te warm want zal zeker de smaak niet ten goeden komen)
Wat je ook kan doen is drogen in netten. Het zijn gaas doeken die in een ruimte worden gespannen. Het voordeel is dat je de weed niet hoeft op te hangen.(wat een tijd rovend klusje is).
Je kan in een kast een aantal netten ophangen.
Je moet de wiet af en toe wel omwoelen.
Het is belangrijk om voor goede ventilatie/afzuiging te zorgen, want anders heb je een vergrote kans op schimmel en stank overlast.
De meeste thuiskwekers hebben een beperkt aantal planten. Voor die groep is het handig om de wiet te laten drogen in een kast. Daarvoor kun je een
kedingkast gebruiken.Je kan daar al gouwe zo'n 100 planten in drogen(binnen planten). Haal de planken eruit en hang een aantal lijntjes op. Verder moet je er een afzuiger en een koolstoffilter in plaatsen. Zorg ervoor dat er niet te veel lucht te snel doorheen gaat. Als het te hard gaat droogt de wiet weer te hard. Je moet ook oppassen dat je de toppen niet te dicht tegen elkaar aan hangt. Het kan gaan broeien met schimmel als gevolg.<
De wiet mag niet te snel drogen omdat het bladgroen van de planten ongeveer tien dagen nodig heeft om af te breken. Je kunt zien dat het bladgroen is afgebroken als de donkergroene kleur bij de blaadjes weg is. Daarvoor in de plaats is grijs teruggekomen.
Als de wiet te snel is gedroogd, krijg je gewichtsverlies. Het ideale percentage van vochtigheid in de wiet ligt tussen de 9 en 15 procent. Als het te snel heeft de wiet een percentage van 4 tot 8 procent. Dat verschil vind je terug in het gewicht. Langzaam drogen betekent dat de wiet in dat percentage van 8 tot 15 procent blijft hangen. Te snel drogen kan betekenen dat de buitenkant te hard droogt. De binnenkant is dan nog vochtig en dat rookt niet lekker. Je krijgt een soort gras-hooilucht smaakje.
Bij het drogen zijn er eigenlijk twee belangrijke dingen die je nooit mag doen als je de oogst droogt: Een kachel hoog (!) opstoken in de droogruimte of een ventilator op de weed zetten. Het gevaar is dan dat het spul te snel droogt.
hoop hier mensen blij mee gemaakt te hebben
grtzzzzz prorider
by RaMbO
Comment