Boriumgebrek
Boriumgebrek kan worden verwacht in een grond die rijk is aan vrije koolzure kalk en arm is aan borium. Borium wordt door het gewas moeilijker opgenomen wanneer de grond droog is en zwaar is bemest met kunstmest. Door boriumgebrek sterven groeipunten reeds vroeg af wat een ernstige groeiremming veroorzaakt.
Calciumgebrek
De invloed van calcium in de bodem op de verschillende bodemkundige processen is groot. Gestreefd moet worden naar een optimale calciumvoorziening. Gebrek aan calcium uit zich in groeiremming
Fosfaatgebrek
Een te laag fosfaatniveau kan worden gevonden op voor de boomteelt in cultuur gebrachte percelen. Bij fosfaatgebrek zijn de planten sterk gedrongen en minder vertakt. De zijscheuten zijn kort.
IJzergebrek
IJzergebrekssymptomen aan de gewassen worden meestal aangetroffen op gronden, die kalkrijk zijn en een te hoge pH bezitten. De planten met ijzergebrek zijn korter dan de gezonde. Zij zijn bovendien smaller van vorm, meer open en minder vertakt. De plant verkleurt het eerst geel in de top. Een kleiner bladoppervlak leidt tot een korter gewas.
Kaligebrek
Kaligebrek kan op kalifixerende kleigronden en nieuw in cultuur gebrachte veen en humusarme zandgronden worden aangetroffen. Gebrek aan kali uit zich in verminderde lengte- en breedte-groei en een ijle gewasstand.
Kopergebrek
Kopergebrek kan worden aangetroffen op humusarme zure droge zandgronden en jonge ontginningsgronden, die arm zijn aan koper. Bij kopergebrek kleuren de bladeren eerst vaal groen tot licht groen. Vervolgens verbranden de bladranden en er ontstaat een zwakke chlorose.
Magnesiumgebrek
Wanneer op zand en veengronden een lage pH wordt gemeten zal bij voorkeur met magnesiumhoudende kalkmeststoffen moeten worden bijgemest. Gebrek aan magnesium uit zich voornamelijk in bladverkleuringen tussen de nerven in het midden of onderin de plant.
Mangaangebrek
Mangaangebrek wordt gevonden op gronden met een te hoge pH. Maatregelen ter voorkoming, zoals dit is omschreven bij ijzergebrek in de vollegrond, gelden ook voor mangaangebrek. de groei word geremd maar minder dan bij een Mg tekort. Mangaangebrek wordt voor het eerst zichtbaar aan de top van de plant bij het jongste blad. Geelverkleuring tussen de nerven zoals bij een Mg tekort maar dan hoger in je plant.
Molybdeengebrek
Molybdeengebrek zou kunnen voorkomen op gronden met een lage pH en die rijk zijn aan ijzer. Op fosfaatfixerende leem en veengronden is er tevens een kans op molybdeengebrek. molybdeengebrek zich in het meer horizontaal gaan staan van takken. Bij molybdeengebrek verkleuren de randen van het blad geel, terwijl de rest van het blad groen blijft.
Stikstofgebrek
Stikstof wordt als meststof in het algemeen in de grond slecht gebonden. Worden de teelten frequent bewaterd, dan kunnen de verliezen aan stikstof groot zijn. Er moet tijdig voor voldoende voorraad aan opneembare meststof worden gezorgd. Bij stikstofgebrek blijft de groei van de plant achter ten opzichte van de normaal bemeste planten. Het gewas heeft een ijle open stand. De bladeren zijn kleiner, wanneer er een tekort aan stikstof is in de plant. Het blad is in het begin van de aantasting lichtgroen
Boriumgebrek kan worden verwacht in een grond die rijk is aan vrije koolzure kalk en arm is aan borium. Borium wordt door het gewas moeilijker opgenomen wanneer de grond droog is en zwaar is bemest met kunstmest. Door boriumgebrek sterven groeipunten reeds vroeg af wat een ernstige groeiremming veroorzaakt.
Calciumgebrek
De invloed van calcium in de bodem op de verschillende bodemkundige processen is groot. Gestreefd moet worden naar een optimale calciumvoorziening. Gebrek aan calcium uit zich in groeiremming
Fosfaatgebrek
Een te laag fosfaatniveau kan worden gevonden op voor de boomteelt in cultuur gebrachte percelen. Bij fosfaatgebrek zijn de planten sterk gedrongen en minder vertakt. De zijscheuten zijn kort.
IJzergebrek
IJzergebrekssymptomen aan de gewassen worden meestal aangetroffen op gronden, die kalkrijk zijn en een te hoge pH bezitten. De planten met ijzergebrek zijn korter dan de gezonde. Zij zijn bovendien smaller van vorm, meer open en minder vertakt. De plant verkleurt het eerst geel in de top. Een kleiner bladoppervlak leidt tot een korter gewas.
Kaligebrek
Kaligebrek kan op kalifixerende kleigronden en nieuw in cultuur gebrachte veen en humusarme zandgronden worden aangetroffen. Gebrek aan kali uit zich in verminderde lengte- en breedte-groei en een ijle gewasstand.
Kopergebrek
Kopergebrek kan worden aangetroffen op humusarme zure droge zandgronden en jonge ontginningsgronden, die arm zijn aan koper. Bij kopergebrek kleuren de bladeren eerst vaal groen tot licht groen. Vervolgens verbranden de bladranden en er ontstaat een zwakke chlorose.
Magnesiumgebrek
Wanneer op zand en veengronden een lage pH wordt gemeten zal bij voorkeur met magnesiumhoudende kalkmeststoffen moeten worden bijgemest. Gebrek aan magnesium uit zich voornamelijk in bladverkleuringen tussen de nerven in het midden of onderin de plant.
Mangaangebrek
Mangaangebrek wordt gevonden op gronden met een te hoge pH. Maatregelen ter voorkoming, zoals dit is omschreven bij ijzergebrek in de vollegrond, gelden ook voor mangaangebrek. de groei word geremd maar minder dan bij een Mg tekort. Mangaangebrek wordt voor het eerst zichtbaar aan de top van de plant bij het jongste blad. Geelverkleuring tussen de nerven zoals bij een Mg tekort maar dan hoger in je plant.
Molybdeengebrek
Molybdeengebrek zou kunnen voorkomen op gronden met een lage pH en die rijk zijn aan ijzer. Op fosfaatfixerende leem en veengronden is er tevens een kans op molybdeengebrek. molybdeengebrek zich in het meer horizontaal gaan staan van takken. Bij molybdeengebrek verkleuren de randen van het blad geel, terwijl de rest van het blad groen blijft.
Stikstofgebrek
Stikstof wordt als meststof in het algemeen in de grond slecht gebonden. Worden de teelten frequent bewaterd, dan kunnen de verliezen aan stikstof groot zijn. Er moet tijdig voor voldoende voorraad aan opneembare meststof worden gezorgd. Bij stikstofgebrek blijft de groei van de plant achter ten opzichte van de normaal bemeste planten. Het gewas heeft een ijle open stand. De bladeren zijn kleiner, wanneer er een tekort aan stikstof is in de plant. Het blad is in het begin van de aantasting lichtgroen
Comment