Schimmels doen het vooral goed in vochtige omstandigheden, liefst zonder al te veel circulerende lucht. In deze omstandigheden zoeken de altijd in de lucht aanwezige schimmelsporen een plekje om uit te groeien tot schimmelplanten. Wanneer het je niet gelukt is om schimmelgroei te voorkomen, dan kun je er maar het beste zo vroeg mogelijk bij zijn. Bij nog lichte schimmelgroei meteen de aangetaste plantedelen verwijderen en vervolgens zorgen voor een klimaat waarin de cannabis het wel goed doet en schimmel niet (goede ventilatie, beheersing van de luchtvochtigheid en temperatuur, je planten niet op een te nat medium zetten). Als er al flink wat schimmel aanwezig is, zit er weinig anders op dan het spuiten met gif (fungicide). Herhaal de behandeling na enkele dagen, ook al vind je dat het de eerste keer afdoende heeft geholpen. Ook dan geldt: zorg direct voor betere klimaatbeheersing. Het behandelen met fungicide is een laatste redmiddel. Het is niet gezond voor jonge planten en mensen, dus is ook hier voorkomen veel beter dan genezen... Een veel voorkomende schimmelaandoening bij cannabis is pythium. Deze schimmel zorgt voor wortelrot en rot van het onderste deel van de stengel. Het komt het meest voor bij jonge plantjes en bij stekken. Grotere, gezonde planten zijn veel minder gevoelig voor pythium. Bij ernstige aantasting door pythium krijgen planten 'omvalziekte'. We hoeven niet uit te leggen wat dat betekent.. Pythium is te herkennen aan het bruin worden van de schors aan de voet van de stengel. In het begin is de bruine aaanslag nog gemakkelijk te verwijderen, later gaat het rottingsproces steeds dieper in de voet van de plant verder. Pythium is een schimmel, die het beste gedijt in natte en vochtige milieus. De sporen van pythium verspreiden zich alleen via water. Er worden 2 soorten sporen gevormd, zwermsporen en rustsporen. de zwermsporen kiemen het best bij een temperatuur van ongeveer 15 graden C., terwijl de rustsporen juist kiemen als het warm is, zo'n 28 graden C. Om aantasting door pythium te voorkomen is een constante bodemtemperatuur een vereiste. Grote temperatuurschommelingen moeten worden vermeden. Verder moet voor een goede luchtvochtigheid (dus een niet te hoge RV) worden gezorgd. Bladschimmels (zoals meeldauw) en draadschimmels komen minder vaak voor dan pythium. Meeldauw kan onder andere toprot veroorzaken. Ook hier geldt weer: zorg voor een optimale beheersing van het klimaat. Anders dan veel andere schimmels gedijt de meeldauw ook bij een lage luchtvochtigheid goed. Toprot komt het meest voor aan het eind van de bloeifase. Hoe compacter de plant, hoe groter de kans dat er toprot optreedt. Toprot kun je herkennen door het plotseling geel worden van topblaadjes, het bruin worden van pistels of complete bloem. Deze gele blaadjes zitten nogal los aan de plant en kunnen zonder weerstand worden verwijderd. Om te voorkomen dat de hele plant wordt aangetast, moet je helaas de hele top verwijderen. Het optreden van toprot kan in sommige gevallen worden voorkomen door te zorgen voor een lagere relatieve luchtvochtigheid tijdens de donkere periode.
Wat nog aanleiding kan geven tot toprot zijn rotte bladeren, oude mannelijke zaadballen ( herma ) en ander dood materiaal van andere planten ( boomblad, pluisjes van verwelkte bloemen, ...) .
Grtz
Wat nog aanleiding kan geven tot toprot zijn rotte bladeren, oude mannelijke zaadballen ( herma ) en ander dood materiaal van andere planten ( boomblad, pluisjes van verwelkte bloemen, ...) .
Grtz
Comment