Vervolg van een discussie uit een kweekverslag...
Interessante vraagstelling en ik denk met je mee hardop! Ik weet niet of ik je hiermee teleurstel, maar mijn kennis van het privaat- en strafrecht overstijgt het door jouw genoemde basale niveau zeker niet; het is alleen mijn persoonlijke interesse in de werking van de wetten waardoor ik een aantal handvaten kan aanraken. Validatie van de door mij geopperde stelling(en) is daarom noodzakelijk voordat hier conclusies aan verbonden worden. Voor zover de disclaimer.
Je neemt een interessante route met de vraagstelling van de planten in volle grond. Het is in ieder geval niet de vraag of "planten als onroerend goed moeten worden beschouwd", dit staat letterlijk in het burgerlijk wetboek, en wel in artikel 3 - 3:3 BW lid 1
Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.
De volgende vraag die je oppert is of er beslag moet worden gelegd op de planten in volle grond (en daarmee ontroerend goederen) of dat deze in beslag moet worden genomen. Artikel 94 Sv, lid 2 geeft hier meer duidelijkheid over:
Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.Artikel 94a Sv lid 1
In geval van verdenking van een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen inbeslaggenomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een ter zake van dat misdrijf op te leggen geldboete.
Voor de volledigheid. Opiumwet Artikel 10 lid 2 geeft aan dat "Hij die opzettelijk handelt in strijd met het in artikel 3b, eerste lid, of het in artikel 4, derde lid, gegeven verbod, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie." waarbij Opiumwet Artikel 3 sub B aangeeft dat "Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid: B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;".
Goed , dan de kwestie van de huurder / verhuurder. Interessant, want het wetboek van strafvordering is hier in ieder geval niet heel duidelijk in. Artikel 94a Sv lid 3 stelt namelijk dat:
Voorwerpen die toebehoren aan een ander dan degene aan wie, in het in het eerste lid bedoelde geval, de geldboete kan worden opgelegd of degene aan wie, in het in het tweede lid bedoelde geval, het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen, kunnen in beslag worden genomen indien:
a. die voorwerpen, onmiddellijk of middellijk, afkomstig zijn van het misdrijf in verband waarmee de geldboete kan worden opgelegd onderscheidenlijk het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen, en
b. voldoende aanwijzingen bestaan dat die voorwerpen aan die ander zijn gaan toebehoren met het doel de uitwinning van die voorwerpen te bemoeilijken of te verhinderen, en
c. die ander ten tijde van dat gaan toebehoren wist of redelijkerwijze kon vermoeden dat die voorwerpen van enig misdrijf afkomstig waren.
De subs a en c zijn wel helder. Het zijn voorwerpen afkomstig uit een misdrijf (namelijk het kweken van een product van lijst 2 uit de Opiumwet) en de ander (de verhuurder in dit geval) kan redelijkerwijze vermoeden dat die voorwerpen van enig misdrijf afkomstig waren. sub b is in deze een lastige, want dat is in het geval van een verhuurder dus onderwerp van discussie. In het geval van strafvordering durf ik daar geen verdere uitspraken over te doen.
Gelet op de werking van eerder genoemde artikelen kun je stellen dat de wet geen exact uitsluitsel geeft over de vraag of onderscheid aanwezig is tussen planten in potten en planten in de volle grond, maar dit onderscheid uit de toelichting moet worden opgemaakt. De nuance die wordt gemaakt in het geval van planten in volle grond is dat deze ook tot de 'voorwerpen' worden gerekend, zijnde onroerende zaken die geen registergoederen zijn. En daarmee de artikelen op de strafvordering alsnog van toepassing zijn.
Het systeem dat het in beslag nemen een strafrechtelijke aangelegenheid is en beslaglegging een civiele aangelegenheid is niet correct. Als voorbeeld, het openbaar ministerie kan in het geval van het strafrecht beslag leggen op vermogensbestanddelen van een verdachte. Dit kan het O.M. doen omdat deze vermogensbestanddelen onderzocht moeten worden en eventueel als bewijs kunnen dienen in de strafzaak. Het in beslag nemen van voorwerpen is uit eerdere voorwerpen reeds duidelijk geworden.
Oorspronkelijk geplaatst door Xtreme
View Post
Je neemt een interessante route met de vraagstelling van de planten in volle grond. Het is in ieder geval niet de vraag of "planten als onroerend goed moeten worden beschouwd", dit staat letterlijk in het burgerlijk wetboek, en wel in artikel 3 - 3:3 BW lid 1
Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.
De volgende vraag die je oppert is of er beslag moet worden gelegd op de planten in volle grond (en daarmee ontroerend goederen) of dat deze in beslag moet worden genomen. Artikel 94 Sv, lid 2 geeft hier meer duidelijkheid over:
Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.Artikel 94a Sv lid 1
In geval van verdenking van een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen inbeslaggenomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een ter zake van dat misdrijf op te leggen geldboete.
Voor de volledigheid. Opiumwet Artikel 10 lid 2 geeft aan dat "Hij die opzettelijk handelt in strijd met het in artikel 3b, eerste lid, of het in artikel 4, derde lid, gegeven verbod, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie." waarbij Opiumwet Artikel 3 sub B aangeeft dat "Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid: B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;".
Goed , dan de kwestie van de huurder / verhuurder. Interessant, want het wetboek van strafvordering is hier in ieder geval niet heel duidelijk in. Artikel 94a Sv lid 3 stelt namelijk dat:
Voorwerpen die toebehoren aan een ander dan degene aan wie, in het in het eerste lid bedoelde geval, de geldboete kan worden opgelegd of degene aan wie, in het in het tweede lid bedoelde geval, het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen, kunnen in beslag worden genomen indien:
a. die voorwerpen, onmiddellijk of middellijk, afkomstig zijn van het misdrijf in verband waarmee de geldboete kan worden opgelegd onderscheidenlijk het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen, en
b. voldoende aanwijzingen bestaan dat die voorwerpen aan die ander zijn gaan toebehoren met het doel de uitwinning van die voorwerpen te bemoeilijken of te verhinderen, en
c. die ander ten tijde van dat gaan toebehoren wist of redelijkerwijze kon vermoeden dat die voorwerpen van enig misdrijf afkomstig waren.
De subs a en c zijn wel helder. Het zijn voorwerpen afkomstig uit een misdrijf (namelijk het kweken van een product van lijst 2 uit de Opiumwet) en de ander (de verhuurder in dit geval) kan redelijkerwijze vermoeden dat die voorwerpen van enig misdrijf afkomstig waren. sub b is in deze een lastige, want dat is in het geval van een verhuurder dus onderwerp van discussie. In het geval van strafvordering durf ik daar geen verdere uitspraken over te doen.
Gelet op de werking van eerder genoemde artikelen kun je stellen dat de wet geen exact uitsluitsel geeft over de vraag of onderscheid aanwezig is tussen planten in potten en planten in de volle grond, maar dit onderscheid uit de toelichting moet worden opgemaakt. De nuance die wordt gemaakt in het geval van planten in volle grond is dat deze ook tot de 'voorwerpen' worden gerekend, zijnde onroerende zaken die geen registergoederen zijn. En daarmee de artikelen op de strafvordering alsnog van toepassing zijn.
Het systeem dat het in beslag nemen een strafrechtelijke aangelegenheid is en beslaglegging een civiele aangelegenheid is niet correct. Als voorbeeld, het openbaar ministerie kan in het geval van het strafrecht beslag leggen op vermogensbestanddelen van een verdachte. Dit kan het O.M. doen omdat deze vermogensbestanddelen onderzocht moeten worden en eventueel als bewijs kunnen dienen in de strafzaak. Het in beslag nemen van voorwerpen is uit eerdere voorwerpen reeds duidelijk geworden.