Ls,
Via het internet kwam ik deze site tegen. Ik kwam erachter dat er fora worden aangeboden gericht op de hennepteelt. Ik zag ook onderwerpen voorbij komen met
betrekking tot de Nederlandse wetgeving. En daarom deze bijdrage
Afgelopen zomer heb ik, voor mijn afstuderen aan de UvA in het strafrecht, een scriptie geschreven over het growshopverbod, dat sinds 1 maart 2015 is ingevoerd in art. 11a Ow.
De vraag die daarin centraal stond was of het verbod niet een strijd was met enkele rechtsbeginselen. Dit houdt in dat wanneer de wetgever beslist
bepaald gedrag strafbaar te stellen, deze strafbaarstelling wel aan eisen gebonden is, in die zin dat niet elk gedrag strafbaar gesteld kan worden. Het strafbaar stellen van de persoon die weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat de goederen die hij verkoopt aan iemand door die persoon worden gebruikt om illegaal hennep mee te telen gaat, volgens mij, veel te ver.
Daarbij wil ik vermelden dat in principe alleen die voorbereidingshandelingen (het verschaffen van kweekgerei is volgens de wet een voorbereidingshandeling) strafbaar worden gesteld die de beroeps- of bedrijfsmatige teelt, of de teelt van grote hoeveelheden planten (volgens de aanwijzing is dat bij 200 planten of meer) bevorderen. Dat betekent dat in principe de verkoop van kweekgerei aan de hobbyteler volgens de letter van de wet niet onder het nieuwe art. 11a Ow. valt. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de aanwijzing enkele indicatoren die wijzen op beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Als aan twee van die indicatoren wordt voldaan, bijvoorbeeld het kweken in huis met een sproeisysteem, kan het OM tot de conclusie kan komen dat sprake is van beroeps- bedrijfsmatige teelt.
Ook is het nog maar de vraag of de verkoop van grote hoeveelheden hennepzaden een strafbare voorbereidingshandeling oplevert en onder het bereik van het nieuwe art. 11a Ow. valt. Hennepzaden zijn namelijk uitgezonderd van lijst II van de Opiumwet en vallen daarmee, in principe, niet onder het bereik van de wet.
Persoonlijk vind ik natuurlijk dat ik een heel interessant stuk geschreven heb
en ik dacht dat het misschien voor de mensen die deze site bezoeken
ook interessant is om te lezen. Dus mocht dat het geval zijn, dan wil ik graag mijn scriptie met jullie delen!
Voor de mensen die het lezen, ik hoor graag wat jullie ervan vinden. En als er nog vragen en/of opmerkingen zijn over het nieuwe art. 11a Ow. of over de Ow. in het algemeen, laat het me dan weten!
Via het internet kwam ik deze site tegen. Ik kwam erachter dat er fora worden aangeboden gericht op de hennepteelt. Ik zag ook onderwerpen voorbij komen met
betrekking tot de Nederlandse wetgeving. En daarom deze bijdrage
Afgelopen zomer heb ik, voor mijn afstuderen aan de UvA in het strafrecht, een scriptie geschreven over het growshopverbod, dat sinds 1 maart 2015 is ingevoerd in art. 11a Ow.
De vraag die daarin centraal stond was of het verbod niet een strijd was met enkele rechtsbeginselen. Dit houdt in dat wanneer de wetgever beslist
bepaald gedrag strafbaar te stellen, deze strafbaarstelling wel aan eisen gebonden is, in die zin dat niet elk gedrag strafbaar gesteld kan worden. Het strafbaar stellen van de persoon die weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat de goederen die hij verkoopt aan iemand door die persoon worden gebruikt om illegaal hennep mee te telen gaat, volgens mij, veel te ver.
Daarbij wil ik vermelden dat in principe alleen die voorbereidingshandelingen (het verschaffen van kweekgerei is volgens de wet een voorbereidingshandeling) strafbaar worden gesteld die de beroeps- of bedrijfsmatige teelt, of de teelt van grote hoeveelheden planten (volgens de aanwijzing is dat bij 200 planten of meer) bevorderen. Dat betekent dat in principe de verkoop van kweekgerei aan de hobbyteler volgens de letter van de wet niet onder het nieuwe art. 11a Ow. valt. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de aanwijzing enkele indicatoren die wijzen op beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Als aan twee van die indicatoren wordt voldaan, bijvoorbeeld het kweken in huis met een sproeisysteem, kan het OM tot de conclusie kan komen dat sprake is van beroeps- bedrijfsmatige teelt.
Ook is het nog maar de vraag of de verkoop van grote hoeveelheden hennepzaden een strafbare voorbereidingshandeling oplevert en onder het bereik van het nieuwe art. 11a Ow. valt. Hennepzaden zijn namelijk uitgezonderd van lijst II van de Opiumwet en vallen daarmee, in principe, niet onder het bereik van de wet.
Persoonlijk vind ik natuurlijk dat ik een heel interessant stuk geschreven heb
![wink](https://www.jointjedraaien.nl/wietforum/core/images/smilies/icon_e_wink.gif)
ook interessant is om te lezen. Dus mocht dat het geval zijn, dan wil ik graag mijn scriptie met jullie delen!
Voor de mensen die het lezen, ik hoor graag wat jullie ervan vinden. En als er nog vragen en/of opmerkingen zijn over het nieuwe art. 11a Ow. of over de Ow. in het algemeen, laat het me dan weten!
Comment