Roofmijten - Sluipwespen - Lieveheersbeestjes - Orius - Gaasvlieg - Brandnetel - Knoflook - Heermoes - Neemolie - Afrikaantjes -
Onze natuurlijke vrienden.
Roofmijten
Spint is een plaag die weinig buiten en binnen teelten spaart. Vooral bij droog en warm weer kan een populatie Spintmijten razendsnel toenemen. Sinds vele jaren wordt spint met succes met de roofmijt Phytoseiulus persimilis bestreden.
Biologie: Phytoseiulus persimilis
86-large_default.jpg
De roofmijt Phytoseiulus persimilis is oorspronkelijk uit Chili afkomstigHet dieet van Phytoseiulus bestaat praktisch uitsluitend uit spintmijten. Slechts bij gebrek hiervan eet de roofmijt haar soortgenoten op. Een volwassen roofmijt verorbert alle stadia van de spintmijt, terwijl de nimfen enkel spinteitjes en protonimfen lusten. Dagelijks kan een volwassen Phytoseiulus ca. 20 spinteieren of larven, 13 protonimfen of 5 volwassen spintmijten verslinden.
Vanwege de snellere ontwikkeling en grote eetlust kan de roofmijt een spinthaard volledig uitroeien. Hoewel Phytoseiulus-nimfen dan meestal toch nog ter plaatse blijven, gaan de volwassenen wel op zoek naar andere haarden. Als de planten elkaar raken, kan de roofmijt zich vrij snel verspreiden in het gewas.
Toepassing.GebruiksaanwijzingLieveheersbeestjes
Hier word uitgelegd welke meest voorkomende lieveheersbeestjes er zijn in Belgie en Nederland, en hoe nuttig deze diertjes wel kunnen zijn voor de cannabis teelt.
Omschrijving.
Helder gekleurde keversoort, meestal rood of geel met zwarte stippen. Ovaal, bijna rond van vorm. Een groot deel van de kop en het borststuk wordt bedekt door het halsschild, het achterlijf is bedekt door de twee dekschilden (de harde voorste vleugels).
Biotoop.
Leeft op struiken, bomen en planten
Wordt +-1cm groot
In april en mei. Er worden 100 tot 200 eieren gelegd. De totale levenscyclus (ei - larve - pop- kever ) duurt 4 tot 7 weken.
Voeding.
Bladluizen, behalve het 24 stippelig lieveheersbeestje, dat zich met plantenmateriaal (klaver) voedt.
Tweestippelig lieveheers-
beestje
(Adalia bipunctata)
voedt zich met vele bladluissoorten vnl.
op loofhout.
zeer algemeen, heel Belgie en Nederland.
Zevenstippelig lieveheers-
beestje
(Coccinella septempunc-
tata)
voedt zich met vele bladluissoorten waaronder
vele die schadelijk zijn op vruchtbomen
en groenten, maar ook larven van
bladhaantjes en thrips worden gegeten.
zeer algemeen, in heel Nederland en belgie, soms massaal
langs de stranden.
Elfstippelig lieveheers-
beestje
(Coccinella undecim-
punctata)
voedt zich met bladluizen vnl. op allerlei
kruiden en in de duinstreek ook op grassen,
daar soms in grote aantallen, vrijwel niet op
bomen en struiken.
algemeen, in heel Nederland en belgie.
Veertienstip-
pelig lieve-
heersbeestje
(Propylea quatuordecim-
punctata)
voedt zich met vele bladluissoorten.
zeer algemeen, heel Nederland.
Zestienpunt lieveheers-
beestje
(Tytthaspis sedecimpunc-
tata)
voedt zich met meeldauw-
schimmels, bladluizen
en stuifmeel van gras.
niet zeldzaam, langs de kust en grote rivieren en
op vochtige heideterreinen.
tigstippelig lieveheers-
beestje
(Psyllobora vigintiduo-
punctata)
voedt zich met meeldauw-
schimmels op eiken,
kornoelje en erwten, ook op bloeiende toorts,
hop, alsem en bosrank.
vrij algemeen, heel Belgie en Nederland.
Oogvleklieve-
heersbeestje
(Anatis ocellata)
voedt zich met vele bladluissoorten op
naaldhout.
algemeen, heel Nederland en Belgie, soms talrijk met duizenden
langs de stranden.
Viervleklieve-
heersbeestje
(Exochomus quadripust-
ulatus)
voedt zich met schildluizen en bladluizen.
leeft vrijwel uitsluitend op bomen.
algemeen op
de zandgron-den.
Nu als u er tegen komt die niet gelijken op de klassieke lieveheersbeestje, kan je altijd deze meest voorkomende lijst met de lieveheersbeestjes raadplegen.
Orius
Orius.jpg
Orius-roofwantsen eten alle mobiele tripsstadia. Jongere Orius-nimfen eten wel alleen tripslarven, maar oudere nimfen en adulten kunnen ook volwassen tripsen aan. Bovendien lust Orius ook allerlei andere prooien zoals bladluizen, spint, wittevlieg of motteneieren. Ze doden soms meer dan nodig is voor hun voeding. Ze vinden hun prooi perfect op de tast, houden haar vast met de voorpoten en zuigen haar met hun steeksnavel leeg.
Sluipwespen
sluipwesp 1.jpg
De aanwezigheid van een sluipwesp kan zo'n paniek veroorzaken in een bladluiskolonie dat sommige bladluizen op de grond vallen, waar ze meestal sterven.
Sluipwespen zijn ook zeer effectief tegen de witte vlieg!
Ook hier spreken we over parasitisme op de witte vlieg. Vanaf de vrouwelijke sluipwespen volwassen zijn zullen ze volop eitjes op hun prooi gaan injecteren, vanaf de larven actief zijn zullen ze in geen tijd hun gastheer volledig vanbinnen opvreten, zo kan de witte vlieg zich niet voorzetten.
Gaasvlieg
Algemeen.
Het lichaam van de gaasvlieg is dun en langwerpig en de kleur is groen tot geelgroen. De gaasvlieg lijkt enigszins op een mug, maar de vleugels zijn veel groter, ronder en duidelijk fijn geaderd. De vleugels worden in rust als een afdakje op de rug gevouwen en in de vlucht glinsteren de vleugels vaak door een lichte, parelmoerachtige glans. Het is bepaald geen snelle of behendige vlieger en het kan dan ook makkelijk uit de lucht worden gevangen. Alle vier de vleugels hebben dezelfde vorm en kunnen onafhankelijk van elkaar bewogen worden. Gaasvliegen zijn kwetsbaar; de vleugels zijn snel beschadigd en dan kan er niet meer naar planten gevlogen worden om te eten.
Voorkomen en voedselHij is nuttig omdat deze gaasvlieg enorme hoeveelheden bladluizen eet, vooral als larve. Het imago eet voornamelijk de uitwerpselen van bladluizen (honingdauw) en pollen of stuifmeel. Vrouwtjes eten ook wel eens een luis, vooral als ze zwanger zijn en eitjes hebben. Bladluizen vormen het enige voedsel van de larven, die echte eetmachines zijn en lijken op de larven van lieveheersbeestjes. Bladluizen worden niet opgegeten maar leeggezogen en ook spint en witte vlieg, twee andere beruchte plantenplagen, worden gegeten. Vooral in de kassenteelt worden gaasvliegen massaal ingezet om bladluizen op te ruimen, een enkele larve eet tot wel 50 luizen per dag.
Ontwikkeling.
De eitjes worden afgezet tussen bladluizenkolonies, en staan op lange steeltjes. Dit dient om mieren op afstand te houden, die graag de honingdauw van de luizen opzuigen en de luizen beschermen. De larve is plat en rupsachtig en heeft een bruine, onregelmatige kleur, drie paar kleine pootjes en lange, tang-achtige kaken. Sommige soorten gaasvliegenlarven camoufleren zich met stukjes plant of dode luizen om zo aan de aandacht van mieren te ontsnappen. Als de larve na enige tijd verpopt wordt een spinsel gemaakt tussen de vegetatie. Er komen twee generaties per jaar, en in de winter overwintert het imago, vaak in huizen. Tijdens deze rustperiode kleurt de gaasvlieg bruin, maar in de lente wordt de kleur weer groen.
Natuurlijke aftreksels
Brandnetel
kbrandnetel.jpg
Voornaamste stof is mierenzuur, dat zijn die prikkels die men voelt bij aanraking van het blad.
Aftreksel:1kg verse brandnetel in 10 liter water Na 12 tot 16 uur (er mag nog geen gisting optreden) Afzeven en overdund op het gewas sproeien.
Eventueel kan je het nog verdunnen met zachte zeep.
Gier:Hetzelfde mengsels 4 tot 5 dagen laten staan onder regelmatig roeren
en bijvoegen van gesteentemeel. 10 keer verdunnen en op de grond gieten.
Niet op de cannabis planten gieten, en niet in volle zon!
Helpt verscheidene insecten te weren. Spint, luis, ...
Knoflook
knoflook.jpg
Aftreksels:50 tot 75 gram gesnipperde teentjes. Of 20 gram look poeder.
Laten intrekken in 1 liter water. Zeven en 10 keer verdunnen.
Poeder:Knoflooktenen vermalen en laten drogen tot poeder.
De knoflook zou een werkende geur verspreiden die vogels en insecten weg houden van de plant, ook heeft de knoflook een heilend effect tegen schimmels, de lookpoeder mag je in kleine mate bij zaailingen strooien.
Heermoes
schimmelweer op komst is, geven de cannabis of andere gewassen veel meer weerstand en helpen tegen schimmels en bladluizen.
Neemolie
De plant en de olie bevatten bepaalde terpenoiden die een pesticide werking bezitten, ze helpen tegen allerhande bijtende en zuigende insecten, gaande van muggen bij de mens tot bladluizen op plantenAfrikaantjes
Woordje uitleg
Afrikaantje (Tagetes) is een geslacht van eenjarige planten uit de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae). Er zijn vele tientallen soorten die van nature voorkomen in de warmere streken van Midden-Amerika en vooral in Mexico. De naam "afrikaantje" slaat dus niet op het gebied van herkomst.
Tegenwoordig is het afrikaantje een bekende tuinplant. Aan het einde van de 16e eeuw werden de soorten Tagetes patula en Tagetes erecta in Europa ingevoerd. Sindsdien zijn er vele hybriden verschenen.
Biologische agressor: de aanplant van Tagetes heeft zo zijn inwerking tegen nematoden of wortellesieaaltjes (Pratylenchus) in de bodem.
Zij worden dus ingezet om beschadiging te voorkomen van bepaalde gewassen in de biologische tuinbouw. Het vrijlevende wortelaaltje dringt niet in de wortel van de plant, maar eet wel zijn wortel. Wij noemen dit ectoparasitisch gedrag, de aaltjes die binnen de plant(wortel) "verblijven", noemen we endoparasitisch.
Hoe werkt de agressor tegen deze aaltjes (Pratylenchus-soorten): het is eigenlijk een "chemische reaktie" die plaats vindt bij het aanvreten van de wortel, waarbij de plant zich gaat verdedigen.
In het vakjargon zouden we zeggen: de wortelcel in de endodermis (die thiofenen bevat) ofwel een vorm van zwavel, gaat een reactie vormen bij het aanvreten. (Daar de plant onmiddellijk peroxidase gaat vormen en een binding aangaat met zwavel). De dodelijke combinatie van zwavel met peroxidase geeft ozon tot gevolg, wat de aaltjes tot slot zal vernietigen. Kortom het is een goede buurplant van de cannabis maar zeker ook voor bolgewassen, aardappelen, aardbeien, rozen, enz..
Goudsbloem
Goudsbloem (Calendula officinalis) is een winterharde, eenjarige plant. De plant bloeit van juni tot en met september (soms nog langer) met oranje/ gele schijfbloemen van 4 tot 7 cm doorsnee. De bloemen hebben aan het einde van hun bloemblaadjes drie tandjes.
goudsbloem.jpg
De bladeren zijn groen, harig, en peddelachtig van vorm. De bladeren zijn gaafrandig. De stengel van Goudsbloem is groen, sappig, hoekig, vertakt en bedekt met haartjes. De plant wordt tussen 30 en 50 cm hoog.
Het zaad van Goudsbloem is beige, 5 mm lang, gevormd zoals een apostrof met een knobbelige ruggengraat. Werkt goed tegen mieren en ongedierte.
goudsbloemzaden.jpg
bronnen: wikipedia, google
Grtz
Onze natuurlijke vrienden.
Roofmijten
Spint is een plaag die weinig buiten en binnen teelten spaart. Vooral bij droog en warm weer kan een populatie Spintmijten razendsnel toenemen. Sinds vele jaren wordt spint met succes met de roofmijt Phytoseiulus persimilis bestreden.
Biologie: Phytoseiulus persimilis
86-large_default.jpg
De roofmijt Phytoseiulus persimilis is oorspronkelijk uit Chili afkomstigHet dieet van Phytoseiulus bestaat praktisch uitsluitend uit spintmijten. Slechts bij gebrek hiervan eet de roofmijt haar soortgenoten op. Een volwassen roofmijt verorbert alle stadia van de spintmijt, terwijl de nimfen enkel spinteitjes en protonimfen lusten. Dagelijks kan een volwassen Phytoseiulus ca. 20 spinteieren of larven, 13 protonimfen of 5 volwassen spintmijten verslinden.
Vanwege de snellere ontwikkeling en grote eetlust kan de roofmijt een spinthaard volledig uitroeien. Hoewel Phytoseiulus-nimfen dan meestal toch nog ter plaatse blijven, gaan de volwassenen wel op zoek naar andere haarden. Als de planten elkaar raken, kan de roofmijt zich vrij snel verspreiden in het gewas.
Toepassing.GebruiksaanwijzingLieveheersbeestjes
Hier word uitgelegd welke meest voorkomende lieveheersbeestjes er zijn in Belgie en Nederland, en hoe nuttig deze diertjes wel kunnen zijn voor de cannabis teelt.
Omschrijving.
Helder gekleurde keversoort, meestal rood of geel met zwarte stippen. Ovaal, bijna rond van vorm. Een groot deel van de kop en het borststuk wordt bedekt door het halsschild, het achterlijf is bedekt door de twee dekschilden (de harde voorste vleugels).
Biotoop.
Leeft op struiken, bomen en planten
Wordt +-1cm groot
In april en mei. Er worden 100 tot 200 eieren gelegd. De totale levenscyclus (ei - larve - pop- kever ) duurt 4 tot 7 weken.
Voeding.
Bladluizen, behalve het 24 stippelig lieveheersbeestje, dat zich met plantenmateriaal (klaver) voedt.
Tweestippelig lieveheers-
beestje
(Adalia bipunctata)
voedt zich met vele bladluissoorten vnl.
op loofhout.
zeer algemeen, heel Belgie en Nederland.
Zevenstippelig lieveheers-
beestje
(Coccinella septempunc-
tata)
voedt zich met vele bladluissoorten waaronder
vele die schadelijk zijn op vruchtbomen
en groenten, maar ook larven van
bladhaantjes en thrips worden gegeten.
zeer algemeen, in heel Nederland en belgie, soms massaal
langs de stranden.
Elfstippelig lieveheers-
beestje
(Coccinella undecim-
punctata)
voedt zich met bladluizen vnl. op allerlei
kruiden en in de duinstreek ook op grassen,
daar soms in grote aantallen, vrijwel niet op
bomen en struiken.
algemeen, in heel Nederland en belgie.
Veertienstip-
pelig lieve-
heersbeestje
(Propylea quatuordecim-
punctata)
voedt zich met vele bladluissoorten.
zeer algemeen, heel Nederland.
Zestienpunt lieveheers-
beestje
(Tytthaspis sedecimpunc-
tata)
voedt zich met meeldauw-
schimmels, bladluizen
en stuifmeel van gras.
niet zeldzaam, langs de kust en grote rivieren en
op vochtige heideterreinen.
tigstippelig lieveheers-
beestje
(Psyllobora vigintiduo-
punctata)
voedt zich met meeldauw-
schimmels op eiken,
kornoelje en erwten, ook op bloeiende toorts,
hop, alsem en bosrank.
vrij algemeen, heel Belgie en Nederland.
Oogvleklieve-
heersbeestje
(Anatis ocellata)
voedt zich met vele bladluissoorten op
naaldhout.
algemeen, heel Nederland en Belgie, soms talrijk met duizenden
langs de stranden.
Viervleklieve-
heersbeestje
(Exochomus quadripust-
ulatus)
voedt zich met schildluizen en bladluizen.
leeft vrijwel uitsluitend op bomen.
algemeen op
de zandgron-den.
Nu als u er tegen komt die niet gelijken op de klassieke lieveheersbeestje, kan je altijd deze meest voorkomende lijst met de lieveheersbeestjes raadplegen.
Orius
Orius.jpg
Orius-roofwantsen eten alle mobiele tripsstadia. Jongere Orius-nimfen eten wel alleen tripslarven, maar oudere nimfen en adulten kunnen ook volwassen tripsen aan. Bovendien lust Orius ook allerlei andere prooien zoals bladluizen, spint, wittevlieg of motteneieren. Ze doden soms meer dan nodig is voor hun voeding. Ze vinden hun prooi perfect op de tast, houden haar vast met de voorpoten en zuigen haar met hun steeksnavel leeg.
Sluipwespen
sluipwesp 1.jpg
De aanwezigheid van een sluipwesp kan zo'n paniek veroorzaken in een bladluiskolonie dat sommige bladluizen op de grond vallen, waar ze meestal sterven.
Sluipwespen zijn ook zeer effectief tegen de witte vlieg!
Ook hier spreken we over parasitisme op de witte vlieg. Vanaf de vrouwelijke sluipwespen volwassen zijn zullen ze volop eitjes op hun prooi gaan injecteren, vanaf de larven actief zijn zullen ze in geen tijd hun gastheer volledig vanbinnen opvreten, zo kan de witte vlieg zich niet voorzetten.
Gaasvlieg
Algemeen.
Het lichaam van de gaasvlieg is dun en langwerpig en de kleur is groen tot geelgroen. De gaasvlieg lijkt enigszins op een mug, maar de vleugels zijn veel groter, ronder en duidelijk fijn geaderd. De vleugels worden in rust als een afdakje op de rug gevouwen en in de vlucht glinsteren de vleugels vaak door een lichte, parelmoerachtige glans. Het is bepaald geen snelle of behendige vlieger en het kan dan ook makkelijk uit de lucht worden gevangen. Alle vier de vleugels hebben dezelfde vorm en kunnen onafhankelijk van elkaar bewogen worden. Gaasvliegen zijn kwetsbaar; de vleugels zijn snel beschadigd en dan kan er niet meer naar planten gevlogen worden om te eten.
Voorkomen en voedselHij is nuttig omdat deze gaasvlieg enorme hoeveelheden bladluizen eet, vooral als larve. Het imago eet voornamelijk de uitwerpselen van bladluizen (honingdauw) en pollen of stuifmeel. Vrouwtjes eten ook wel eens een luis, vooral als ze zwanger zijn en eitjes hebben. Bladluizen vormen het enige voedsel van de larven, die echte eetmachines zijn en lijken op de larven van lieveheersbeestjes. Bladluizen worden niet opgegeten maar leeggezogen en ook spint en witte vlieg, twee andere beruchte plantenplagen, worden gegeten. Vooral in de kassenteelt worden gaasvliegen massaal ingezet om bladluizen op te ruimen, een enkele larve eet tot wel 50 luizen per dag.
Ontwikkeling.
De eitjes worden afgezet tussen bladluizenkolonies, en staan op lange steeltjes. Dit dient om mieren op afstand te houden, die graag de honingdauw van de luizen opzuigen en de luizen beschermen. De larve is plat en rupsachtig en heeft een bruine, onregelmatige kleur, drie paar kleine pootjes en lange, tang-achtige kaken. Sommige soorten gaasvliegenlarven camoufleren zich met stukjes plant of dode luizen om zo aan de aandacht van mieren te ontsnappen. Als de larve na enige tijd verpopt wordt een spinsel gemaakt tussen de vegetatie. Er komen twee generaties per jaar, en in de winter overwintert het imago, vaak in huizen. Tijdens deze rustperiode kleurt de gaasvlieg bruin, maar in de lente wordt de kleur weer groen.
Natuurlijke aftreksels
Brandnetel
kbrandnetel.jpg
Voornaamste stof is mierenzuur, dat zijn die prikkels die men voelt bij aanraking van het blad.
Aftreksel:1kg verse brandnetel in 10 liter water Na 12 tot 16 uur (er mag nog geen gisting optreden) Afzeven en overdund op het gewas sproeien.
Eventueel kan je het nog verdunnen met zachte zeep.
Gier:Hetzelfde mengsels 4 tot 5 dagen laten staan onder regelmatig roeren
en bijvoegen van gesteentemeel. 10 keer verdunnen en op de grond gieten.
Niet op de cannabis planten gieten, en niet in volle zon!
Helpt verscheidene insecten te weren. Spint, luis, ...
Knoflook
knoflook.jpg
Aftreksels:50 tot 75 gram gesnipperde teentjes. Of 20 gram look poeder.
Laten intrekken in 1 liter water. Zeven en 10 keer verdunnen.
Poeder:Knoflooktenen vermalen en laten drogen tot poeder.
De knoflook zou een werkende geur verspreiden die vogels en insecten weg houden van de plant, ook heeft de knoflook een heilend effect tegen schimmels, de lookpoeder mag je in kleine mate bij zaailingen strooien.
Heermoes
schimmelweer op komst is, geven de cannabis of andere gewassen veel meer weerstand en helpen tegen schimmels en bladluizen.
Neemolie
De plant en de olie bevatten bepaalde terpenoiden die een pesticide werking bezitten, ze helpen tegen allerhande bijtende en zuigende insecten, gaande van muggen bij de mens tot bladluizen op plantenAfrikaantjes
Woordje uitleg
Afrikaantje (Tagetes) is een geslacht van eenjarige planten uit de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae). Er zijn vele tientallen soorten die van nature voorkomen in de warmere streken van Midden-Amerika en vooral in Mexico. De naam "afrikaantje" slaat dus niet op het gebied van herkomst.
Tegenwoordig is het afrikaantje een bekende tuinplant. Aan het einde van de 16e eeuw werden de soorten Tagetes patula en Tagetes erecta in Europa ingevoerd. Sindsdien zijn er vele hybriden verschenen.
Biologische agressor: de aanplant van Tagetes heeft zo zijn inwerking tegen nematoden of wortellesieaaltjes (Pratylenchus) in de bodem.
Zij worden dus ingezet om beschadiging te voorkomen van bepaalde gewassen in de biologische tuinbouw. Het vrijlevende wortelaaltje dringt niet in de wortel van de plant, maar eet wel zijn wortel. Wij noemen dit ectoparasitisch gedrag, de aaltjes die binnen de plant(wortel) "verblijven", noemen we endoparasitisch.
Hoe werkt de agressor tegen deze aaltjes (Pratylenchus-soorten): het is eigenlijk een "chemische reaktie" die plaats vindt bij het aanvreten van de wortel, waarbij de plant zich gaat verdedigen.
In het vakjargon zouden we zeggen: de wortelcel in de endodermis (die thiofenen bevat) ofwel een vorm van zwavel, gaat een reactie vormen bij het aanvreten. (Daar de plant onmiddellijk peroxidase gaat vormen en een binding aangaat met zwavel). De dodelijke combinatie van zwavel met peroxidase geeft ozon tot gevolg, wat de aaltjes tot slot zal vernietigen. Kortom het is een goede buurplant van de cannabis maar zeker ook voor bolgewassen, aardappelen, aardbeien, rozen, enz..
Goudsbloem
Goudsbloem (Calendula officinalis) is een winterharde, eenjarige plant. De plant bloeit van juni tot en met september (soms nog langer) met oranje/ gele schijfbloemen van 4 tot 7 cm doorsnee. De bloemen hebben aan het einde van hun bloemblaadjes drie tandjes.
goudsbloem.jpg
De bladeren zijn groen, harig, en peddelachtig van vorm. De bladeren zijn gaafrandig. De stengel van Goudsbloem is groen, sappig, hoekig, vertakt en bedekt met haartjes. De plant wordt tussen 30 en 50 cm hoog.
Het zaad van Goudsbloem is beige, 5 mm lang, gevormd zoals een apostrof met een knobbelige ruggengraat. Werkt goed tegen mieren en ongedierte.
goudsbloemzaden.jpg
bronnen: wikipedia, google
Grtz
Comment