Cicaden - Wol, Dop en Schildluis - Emelten en Engerlingen -
Zilvervisje - Varenrouwmug - Rupsen - Mineervlieg -
Spint - Aardvlooien - Taxuskever - Wortelluizen - Pissebedden - Aaltjes -
Wortelduizendpoot - Witte vlieg - Trips - Wortelvlieg - Bladluis - Naaktslakken -
Bladluis.
bladluis1.jpg
Bladluizen zijn echte boosdoeners voor onze planten, ze komen in grote hoeveelheden voor, om niet te zeggen met massa’s.
Je ziet hen bijna niet en ze hebben rode, groene of een zwarte kleur. Hun grootste vijand is het lieveheersbeestje, dat we dan ook vaak zullen aantreffen in de buurt van een bladluizen plaag. Kortom,… een boosdoener die we zeker willen weren uit de tuin.
Wat zijn bladluizen?
De bladluizen behoren tot de familie van de Aphididae. Ze zijn ongeveer een halve millimeter groot en behoren tot de snavelinsecten.
Met hun ‘snavel’ prikken ze door de plant en zuigen vele voedingswaarden. Ze vermenigvuldigen zich razend snel en voor je het weet zit je hele plant vol met luizen! Deze insecten zijn levendbarend en eveneens eileggend. Wanneer de jongen uitkomen, ondergaan ze verschillende transformaties tot ze een volgroeide bladluis zijn.
Een echte verdediging voor andere insecten of vogels hebben ze niet. Ze scheiden wel een suikerachtige stof af via het achterlijf. De mieren zijn erop verzot en houden de bladluizenkolonie als een boer zijn koeien. Zo duwen ze met hun mierenpootjes op het achterlijf als ze wat suikerdrank willen. In ruil voor deze heerlijke vloeistof beschermen de mieren hun zoethouders tegen hun vijanden zoals het lieveheersbeestje.
Waarom hebben mijn planten bladluizen?
Bladluizen worden op de planten gezien wanneer er een teveel aan voeding stoffen is.
Vooral in het voorjaar worden er ook jongen met vleugels geboren die kunnen vliegen. Deze kunnen zich dan wanneer ze volgroeid zijn laten mee stromen door de lucht en zo van plant tot plant ‘reizen’.
Maar al gauw vermenigvuldigen de luizen zich weer en dan heb je heel grote kolonies op je plant.
Ik wil deze ongewenste gast weg hebben,…maar hoe?
Doordat bladluizen veel schade kunnen aanrichten moet er tijdig ingegrepen worden. Ze kunnen uw plant echt verminken, dit kan je zien aan een plotselinge vergeling van uw plant, bladeren die vervormen, verwelken,… Het kan zo erg worden dat de plant afsterft en dat is zeker de bedoeling niet!
Bestrijden?
bladluizen_bestrijden_1.jpg
Een natuurlijke vijand van de bladluis is het lieveheersbeestje. De larven van een lieveheersbeestjeWaterstraal, heel evident!
Bladluizen kunnen helemaal niet tegen koude en water, daarom dat de luizen zich onderaan het blad vestigen. Heel evident is dan met een waterstraal de bladluizen er af te spuiten. Dit helpt enkel wanneer de aantasting nog niet te groot is.
Biologisch
De biologische bestrijdingsmiddelen die in de handel zijn werken hier zeer goed. Ze werken ook tegen wolluis, spint, schildluis,… en het product is biologisch afbreekbaar.
Wortelvlieg.
wortelvlieg(1).jpgwortelvlieg_larve.jpg
Trips.
Tripsen (Thysanoptera) zijn kleine, dunne insecten met gerafelde vleugels (vandaar de wetenschappelijke naam Thysanoptera: een combinatie van het Griekse thysanos (rafel) en pteron (vleugel)).
Andere vaak gebruikte namen voor tripsen zijn Onweersvliegjes of Onweersbeestjes. Tripsen voeden zich met sappen uit cellen van verscheidene soorten planten en dieren door gaatjes in de cel te prikken en de inhoud op te zuigen. Veel soorten tripsen worden hierdoor bij boeren gezien als ongedierte omdat ze de gewassen aantasten. Andere soorten tripsen voeden zich met sappen uit andere insecten of mijten en worden nuttig bevonden, terwijl de rest van de soorten zich voedt met sappen uit schimmels. Er zijn tot nu toe zo'n 5000 soorten bekend.
Tripsen zijn zeer klein (<1 mm in de breedte) en kunnen niet zo goed vliegen, hoewel ze door thermiek en de wind ook op grote hoogtes kunnen voorkomen. Onder optimale omstandigheden kunnen tripsen zich erg gemakkelijk en snel vermenigvuldigen waardoor mensen ze als storend ervaren en als plaag worden gezien.
trips.jpg
Varenrouwmug.
Schadebeeld.
De larven kunnen directe schade aanrichten, doordat ze aan de wortels en stengels knagen. Ze kunnen de wortels en stengels zelfs doorboren. Indirecte schade wordt veroorzaakt, doordat de larven aaltjes, mijten, schimmelsporen en virussen verspreiden.
Bestrijdingvarenrouw.jpg
Naaktslakken.
Na de winter zijn ze er terug. De volwassen slakken en hun eieren die de vorst overleefden. Ze komen dan van onder grote stenen of uit grondspleten gekropen en zullen zich dan tegoed doen aan het verse groen dat overal verschijnt. Spijtig genoeg is dat groen juist de sierwaarde van onze tuin of de jonge zaailingen uit de groentetuin. De slakken vreten jonge zaailingen af tot net boven de grond of laten grotere planten achter met gaten in de bladeren en als je dan nog eens de resten van de glinsterende slijmsporen ontdekt, dan weet je zeker dat je niet met rupsen te maken hebt.
bruine-naaktslak.jpg
Witte Vlieg.
wittevlieg.jpgOmdat witte vliegen in grote groepen samenleven kunnen ze een plant totaal te gronde richten. Het kan zo erg zijn dat wanneer iemand een blad aanraakt, een zwerm witte vliegen opvliegt voordat ze zich weer aan de onderkant van het blad vestigen. Ook scheiden ze honingdauw uit wat de groei van schimmels bevordert en door zijn kleverigheid bijvoorbeeld een katoenplant volledig kan beschadigen. Ze hebben een opmerkelijk aangepaste vorm van metamorfose. De onvolwassen stadia beginnen het leven als beweeglijke individuen maar hechten zich spoedig aan de plant. Het stadium voor het volwassen worden wordt een “pop” genoemd, hoewel het niet hetzelfde is als de echte verpopping die bij holometabole insecten optreedt.
Een van de bekendste soorten is de kas-witte vlieg (Trialeurodes vaporariorum) die een plaaginsect is in broeikassen. Andere bekende soorten zijn de tabaks-witte vlieg (Bemisia argentifolii) en Trialeurodes abutiloneus.
Bestrijding.
De bestrijding van witte vlieg is moeilijk. De kas-witte vlieg heeft resistentie ontwikkeld tegen vele pesticiden. Het United States Department of Agriculture beveelt een werkwijze aan die zich richt op preventie en die afhangt van biologische bestrijding als dat mogelijk is. Zij adviseren de toepassing van gele, kleverige vallen om plagen te detecteren en slechts selectieve toepassing van insecticiden. Ook kan zij bestreden worden door haar natuurlijke vijanden in te zetten. De sluipwesp parasiteert op de witte vlieg. De roofwants bejaagt de witte vliegjes voor voedsel. De larven van gaasvliegjes vallen de witte vliegjes aan en zuigen ze leeg.
Rupsen.
Een rups is de larve van een vlinder. Rupsen zijn over het algemeen onopvallende diertjes, toch spelen sommige soorten een grote rol in het dagelijks leven van de mens en zijn bij het grote publiek bekend, voorbeelden zijn de zijderups en de eikenprocessierups. Ook ecologisch gezien zijn rupsen een belangrijke groep; niet alleen werken ze enorme hoeveelheden plantaardig materiaal weg, ook zijn ze een prooi voor de meest uiteenlopende dieren; van vogels tot sluipwespen. Rupsen zijn snelle groeiers die enorme hoeveelheden voedsel tot zich nemen. Ze hebben een karaktistieke bouw die maar met weinig larven van andere insectenorden kan worden verward. Rupsen hebben vele verfijnde trucjes om uit handen van vijanden te blijven, soms zijn ze tot last van de mens.( En van onze geliefde plant)
Rups_koolwitje.jpg
Wortelduizendpoten.
De wortelduizendpoot of Scutigerella is een bodemparasiet, die vrij agressief schade kan veroorzaken aan de wortels. Vooral in de potgrond van kamerplanten kan deze wortelduizendpoot aangetroffen worden.
De aanwezigheid vaststellen is niet eenvoudig. Doe daarom de potgrond in een emmer water, even roeren en een tijdje laten staan. De kleine witte parasieten komen dan boven drijven. Bij aanwezigheid steeds een bestrijding uitvoeren. Naast de wortelvraat zal ook een groeistilstand merkbaar zijn.
wortelduizendpoot.jpg
Aaltjes.
aaltjes.jpg
Schade.
Dat hangt af van de soort/groep aaltjes. Beelden die samenhangen met aantastingen zijn onder andere: rotten van de plant, woekeringen aan het blad of de wortel, gallen op bladeren, knollen en wortels, een slechte toestand van een of meer planten en dikwijls verkleuringen in het blad van planten door weefselaantasting.
Bladaaltjes (Aphelenchoides-soorten) tasten vooral bladeren aan. Daarnaast veroorzaken zij ook afwijkingen aan bloemen, stengels, bollen en knollen. De aantastingen beginnen meestal aan de onderste bladeren. In het blad ontstaan verkleuringen die vanuit de bladvoet uitstralen naar de rest van het blad. Tussen het nog gezonde bladdeel en het bruin verkleurde deel in vindt de sterkste vermenigvuldiging van aaltjes plaats. Vochtig weer is er de oorzaak van dat bladaaltjes zich vanuit de grond of vanaf plant verder omhoog over de plant kunnen verplaatsen. In droge perioden is aantasting door aaltjes veel minder. Planten die last hebben van bladaaltjes zijn onder meer: chrysanth, Anemone, aardbei en voorjaarszonnebloem.
Stengelaaltjes (Ditylenchus-soorten) veroorzaken gekromde stengels met verkleuring en verkroezing van blad. Uiteindelijk kan verrotting van de plant het gevolg zijn. Onder vaste planten komt deze aantasting nogal eens voor. Gevoelige soorten zijn bijvoorbeeld: vuurpijl, Liatris, Phlox, Anemone, anjer-soorten en wederik.
Wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne-soorten) dringen in de wortels en veroorzaken galvormige of knobbelvormige aantastingen. Als reactie hierop vormt de plant merkwaardig genoeg veel meer zijwortels dan normaal. Soms ontstaat hieruit wortelrot maar op z'n minst blijft de groei van de bovengrondse delen van de plant sterk achter. De aantasting is zeer besmettelijk voor veel andere planten. Aantastingen komen nogal eens voor op: Pyrethrum, Anemone, koeienoog, chrysanth, phlox, scharnierplant, schurftkruid, maagdepalm, viooltje, zenegroen, pioen, ridderspoor en duifkruid.
Vrij levende wortelaaltjes (Pratylenchus- en Rotylenchus-soorten) zijn het meest voorkomend onder vaste planten. Door aantasting ontstaan bruine vlekjes aan wortels, die zich snel kunnen uitbreiden, zodat de hele wortel bruin wordt en afsterft. Doorgaans vormt ook hierbij de plant veel meer wortels dan normaal. Die hebben bij nadere beschouwing veel weg van een warrige pruik. Een afdoende bestrijding is nog niet goed mogelijk. Een extra gift stalmest heeft weleens een gunstig effect op de groei van de plant.
Een buitengewoon opvallende aantasting van dit type aaltje is dat de groei sterk terugloopt.
Bij de teelt van bollen vermindert de opbrengst en de omvang van de bloembollen. Ook blijft de opbrengst bij de oogst van aardappelen achter en wordt de (bewaar)kwaliteit minder, wanneer de grond door dit type aaltje is aangetast.
Vaste planten die gevoelig zijn voor deze aaltjessoorten zijn onder andere: anjer, Pyrethrum, scheefbloem, trollenbloem, korenbloem, lelietje der dalen, voorjaarszonnebloem, kerstroos, schurftkruid, scharnierbloem en naald van Cleopatra. Voor aaltjes gevoelige bolgewassen zijn: narcis, ranonkel, lelie, tulp, gladiool, hyacint, crocus, crocosmia en amaryllis. Den en levensboom zijn coniferen die er ook door aangetast kunnen worden.
Afrikaantjes helpenPissebedden.
pissebedden2.jpgSchade.
Ze besmetten je wortel milieu met hun uitwerpselen.
Wortelluizen.
wortelluis.jpg
Wortelluizen zijn te herkennen aan de kleur. Deze is licht-beige tot oranje/licht rood, afhankelijk van de klimaatomstandigheden. Ze zijn ongeveer 0,5 mm groot. Met een loupe zijn de voelsprieten zichtbaar. De schade bestaat uit pleksgewijze groeiremming door aantasting van de wortels. Hierdoor vergroot tevens de kans op een infectie van andere ziektes en wordt de opname van voedingsstoffen belemmerd.
Bestrijder Hypoaspis miles roofmijt
Hypoaspis miles roofmijt is een natuurlijke vijand van allerlei bodeminsecten. Het is een bruin gekleurde bodemroofmijt ong. 1 mm groot en voedt zich met allerlei schadelijke bodeminsecten zoals wortelluis, springstaarten, miljoenpoten, varenrouwmuglarven en poppen van trips. De roofmijt is actief bij temperaturen boven 10 graden. Soms doden zij meer insecten dan zij als voedsel nodig hebben. Bodemroofmijten zijn onschadelijk voor mens, dier en gewassen en kunnen bovendien geen plaag vormen.
Taxuskever.
taxuskever.jpg
Beschrijving.
Volwassen zwarte taxuskevers zijn 8-12 mm lang, hebben een gegroefd, mat zwart schild met kleine, gele vlekken.
Door hun goede camouflage en omdat ze alleen 's nachts actief zijn, worden ze zelden gezien. Als ze ontdekt worden, houden ze zich schijndood.
Volwassenen komen boven de grond in de lente. Ze hebben geen vleugels, maar lopen en klimmen buitengewoon goed. Vrouwtjes komen uit onbevruchte eieren, niettemin er geen mannetjes gevonden zijn. Pas uitgekomen vrouwtjes voeden zich voor ongeveer tien dagen. Vervolgens vindt er een onbevruchte ei aflegging plaats. Elk vrouwtje legt ongeveer 500 eieren, die zijn erg klein (0,8 mm) en rond. Aanvankelijk zijn de eieren wit, maar verkleuren bruin als ze volgroeien.
Schade.
Volwassen kevers voeden zich ’s nachts. Ze vreten daarbij ronde inkepingen aan de rand van bladeren en bloemen. Larven veroorzaken de meeste schade. Zodra de jonge larven uitkomen voeden zij zich met kleinere wortels. Naarmate ze groeien tasten ze steeds grotere wortels, knollen, wortelstokken en zelfs schors van houtachtige stengels aan. De beschadigde planten verwelken en sterven af.
Soms duurt het lang voordat de schade aan de plant wordt vastgesteld. Op dat moment is de plant al vaak verzwakt en begint de plant al af te sterven. Schade komt vooral voor bij traag groeiende planten, die niet in staat zijn om verlies van het wortelweefsel te compenseren.
Behandeling.
Toepassen van nematoden tegen engerlingen!
Voordelen nematoden:
- Geen residue
- Geen gevaar voor mens, dier en milieu
- Snelle en doeltreffende werking
Aardvlooien.
aardvlooi.jpg
Aardvlooien kunnen in meerdere gewassen optreden. Vooral de onderste bladeren vertonen vraatschade aan de bovenkant van het blad. Soms worden dit later gaatjes. Deze worden veroorzaakt door kleine metaal glanzende of geel gestreepte, springende kevertjes. De schade is alleen van belang wanneer aardvlooien direct bij opkomst in grote aantallen actief zijn. Aantasting gebeurt vooral onder droge, schrale weersomstandigheden. De larven boren gangen in wortels en knollen (bijv. radijsjes).
Spint.
spider-mite-crop1.jpg
Meer over spint
Spint (mijten) een vervelend bijna onzichtbaar ongedierte
Zeker in onze liefhebberstuinen is de 'spintplaag' een steeds wederkerende ergernis.
Preventie is een effectief wapen tegen lastige spintmijten. Een regelmatige controle voorkomt dat dit minuscule ongedierte vaste voet krijgt op onze planten.
De plaag.
Spint of spintmijten zijn plantenparasieten die meestal tussen de 0,2 en 0,5 mm groot zijn. Er bestaan vele soorten mijten en in tegenstelling tot de insecten hebben ze acht poten die opvallend naar voor of naar achter zijn gericht. Verder hebben ze een peervormig, geelgroen, bruinachtig of rood lichaam. Spintmijten gedijen onder warme, droge omstandigheden en tasten vooral planten aan die door de droogte zijn verzwakt. Ze steken de cellen aan van de bladeren, knoppen, bloemen en vruchten, en zuigen deze leeg. Daardoor zijn deze niet meer in staat voldoende voedingsstoffen op te nemen, met de gekende gevolgen.
SymptomenVoorkomen.
Voorkomen is de beste bestrijding. Hou daarom de planten en hun omgeving licht vochtig. Als je een aantasting ontdekt, verwijder dan zo spoedig mogelijk de aangetaste delen. Spoel vervolgens de plant grondig af met een oplossing van spiritus en zeepsop. Herhaal deze behandeling enkele keren per week.
Als de plaag na enkele weken nog aanwezig is, dan kan je de planten bij voorkeur behandelen met een middel op basis van het natuurlijke pyrethrum. Evenwel opletten met deze middelen, want zij zijn ook voor de mens gevaarlijk bij inademen of via wonden. Hierbij moeten wij er wel rekening mee houden dat, door de snelle opeenvolging van generaties, deze spintmijten relatief snel resistent worden. Dat wil zeggen dat na een aantal behandelingen met een bepaald middel, alleen nog een ander middel helpt. Bovendien hebben de meeste insecticiden geen effect op de eieren.
we kunnen natuurlijke vijanden inzetten zoals roofmijten , lieveheerbeestjes, roofwantsen en gaasvliegen.
Rode-spinmijt.
rode pint mijt.jpgTetranychus urticae.
Zacht en klein lichaam dat bijna niet met het blote oog te zien is.
In onvolwassen stadium hebben ze drie paar poten, als volwassenen vier paar.
Over het algemeen rood van kleur in de herfst/winter; volwassenen zijn de rest van het jaar wit tot groen van kleur.
Levenscyclus.
Legt eitjes in kleine groepjes aan de onderkant van bladeren, bij de middennerf.
Leven tijdens hun gehele levenscyclus van bastweefsel.
De gehele levenscyclus van ei tot ei kan soms maar acht dagen tellen, maar dit hangt sterk af van de omgevingstemperatuur.
Gewoonten.
Leeft van tal van planten en veroorzaakt stippels en bruine plekken op bladeren.
Worden vooral aangetroffen in broeikassen.
Mineervlieg.
mineervlieg.jpg
Inleiding.
Er zijn drie mineervliegsoorten die algemeen als plaag kunnen voorkomen: de tomatemineervlieg Liriomyza bryoniae, de floridamineervlieg Liriomyza trifolii en de nerfmineervlieg Liriomyza huidobrensis. Onder natuurlijke omstandigheden worden hun larven in hoge mate geparasiteerd door diverse parasieten. De problemen met mineerders zijn toegenomen door het gebruik van breedwerkende middelen: de natuurlijke vijanden worden gedood en de bladmineerders ontwikkelen resistentie tegen deze algemeen gebruikte insecticiden.
Levenswijze.
Bij mineervliegen zijn de volgende ontwikkelingsstadia te onderscheiden: een eistadium, drie larvenstadia, een popstadium en een volwassen stadium. De volwassen mineervliegen zijn kleine, geel met zwart gekleurde vliegjes. De larven mineren (vormen gangen) in de bladeren van de planten. De verpopping vindt plaats in de grond.
SchadebeeldenZilvervisje.
zilvervis.jpg
Het zilvervisje Lepisma Saccharina L. komt zeer algemeen in gebouwen voor. Het zilvervisje lijkt sterk op het ovenvisje.
Het is van groot belang dat men de juiste soort vaststelt. (aangezien beide soorten totaal verschillende eisen stellen aan de relatieve luchtvochtigheid van de omgeving waarin ze voorkomen).
Uiterlijk.
Een vleugelloos insect: lengte 7 - 11,5 mm; het lichaam is bedekt met fijne schubben; de vorm van een "worteltje" met twee lange antennen aan de kop en 3 aanhangsels aan het achterlijf; zilverkleurig; snelle, slangachtige bewegingen.
Ontwikkeling.
onvolledige gedaanteverwisseling.
eistadium: bij 25 graden Celsius en 75% luchtvochtigheid ca. 28 dagen
Eieren zijn ongeveer 0,5 - 1,0 mm lang
larvale stadium: de nimfen vervellen ca. 8 a 9 maal
levensduur: afhankelijk van temperatuur en vochtigheid ca. 2 - 3 jaar.
Leefwijze.
lichtschuw; leven overdag verscholen
voedsel: vooral koolhydraten, zoals zetmeel, vochtige granen en meel, maar vooral stijfsel, bepaalde lijmen, e.d. Tevens worden schimmels en/of kleine dode insecten en mijten genuttigd. Zilvervisjes kunnen enige maanden zonder voedsel
temperatuur: gemiddeld 25 graden Celsiusis een optimaal klimaat voor het zilvervisje
relatieve luchtvochtigheid: het zilvervisje prefereert een vochtige omgeving (rel.vocht. 75% of meer).
Schade.
Indien zilvervisjes in grote aantallen voorkomen (vochtige omgeving), dan kunnen ze schade veroorzaken aan o.a. papier, behang en boeken (vooral bepaalde lijmsoorten), kleding van synthetisch materiaal, enz.
In de vochtige atmosfeer, waarin zilvervisjes voorkomen, zal ook schimmelvorming plaatshebben en ook deze schimmels worden door genoemde insecten gegeten. Schade van enige betekenis veroorzaakt door zilvervisjes komt slechts voor wanneer ze in grote aantallen voorkomen.
Verspreiding.
Zilvervisjes komen zeer algemeen voor en kunnen op allerlei manieren met producten en materialen meekomen .
Als ze regelmatig in aantallen worden aangetroffen, duidt dit erop dat in de betreffende ruimte een hoge relatieve luchtvochtigheid heerst.
De bestrijding zal dan in de eerste plaats moeten bestaan uit het scheppen van een droge atmosfeer. Dit kan men bereiken door zoveel mogelijk te luchten bij droog weer en eventueel daarmee gepaard gaande, droog stoken.
In een droge atmosfeer kunnen zilvervisjes zich nauwelijks handhaven. Gebruik van insecticiden is in het algemeen niet nodig en zelfs af te raden als niet eerst maatregelen worden getroffen om de relatieve luchtvochtigheid te laten dalen.
Eerste bewoners van een nieuw huis willen wij er nog wijzen, dat beton lang vocht afgeeft, waardoor in bepaalde ruimten zeer plaatselijk een atmosfeer met een hoge relatieve vochtigheid kan ontstaan. Hier zal dus in elk geval flink gelucht en (bijv. met een hete luchtapparaat) gestookt moeten worden.
Soms kunnen de kastjes onder het aanrecht vochtig zijn, vooral als zij van hout gemaakt zijn. Vaak ligt de oorzaak bij een min of meer lekkende, niet goed aangesloten gootsteenafvoer. Hieraan zal dan aandacht moeten worden besteed .
Cicaden.
Schade en waarnemen
In de zomerperiode kunt u cicaden waarnemen. Cicaden zijn herkenbaar aan hun lichtgroene kleur. In sommige gevallen treedt schade op aan de bloemen of de bladeren. Dit is zichtbaar als bruine streepjes. Significante schade treedt slechts zelden op en alleen bij een grote populatie
De Empoasca vitis of wel de druivencicade komt het meeste voor. Schade treedt vooral op aan de bladeren. Zowel de nimfen als de adulten voeden zich met plantsappen, door het aanprikken van het blad ontstaan bruine streepjes. Bij een hoge aantasting van cicaden kunnen er gele plekken ontstaan in het blad, het blad is dan vergiftigd door het speeksel van de cicade.
Bestrijden.
Het bestrijden van cicaden kan op dit moment alleen chemisch.
cicade nimpf
cicade_nymf.jpg
Volwassen cicade
cicade_in_kuiplanten.jpg
Wol-, Dop- en Schildluis.
Schade en waarnemen.
Schade van dop-, schild- of wolluizen is voornamelijk van visuele aard. Niet alleen de aanwezigheid op de plant is een probleem, maar ook de vervuiling door honingdauw en roetdauw. Groeistagnatie van de plant treedt meestal pas op bij een ernstige aantasting. Doorgaans komen deze luizen voor aan de onderzijde van de bladeren, op of in de buurt van bladnerven, stengels en stammen. Alleen met gewaswaarnemingen kunt u een aantasting ontdekken.
Wortelwolluizen komen zoals de naam al aangeeft voor op de wortels of soms op het onderste deel van de plant rond de plantvoet. Door de verborgen levenswijze wordt een aantasting door wortelwolluizen vaak laat opgemerkt. De eerste besmetting van deze plagen komt vaak uit het uitgangsmateriaal.
Bestrijden en voorkomenSchildluis
Schildluis.jpg
Dopluis
dopluis.jpg
Wolluis
Wolluis.jpg
Emelten en Engerlingen.
Alle soorten emelten behoren tot het geslacht Tipula.
Levenswijze.
Emelten zijn larven van langpootmuggen. Het zijn grauwgrijze maden van twee tot vier cm lang zonder poten en zonder duidelijke kop. Ze rollen zich niet op en zijn weinig beweeglijk. Hun huis is zeer taai en elastisch.
Schade.
Emelten vreten vooral ’s avonds en ’s nachts aan de plantenwortels, de stengelbasis en soms ook aan de onderste bladeren. Ze trekken jonge plantjes een eindje de grond in die dan plots verwelken, doorgeknaagd aan de stengelbasis. Schade is te verwachten in de lente en minder in de nazomer.
Bestrijding.
Bestrijden met nematoden oftewel aaltjes!
Grtz
Zilvervisje - Varenrouwmug - Rupsen - Mineervlieg -
Spint - Aardvlooien - Taxuskever - Wortelluizen - Pissebedden - Aaltjes -
Wortelduizendpoot - Witte vlieg - Trips - Wortelvlieg - Bladluis - Naaktslakken -
Bladluis.
bladluis1.jpg
Bladluizen zijn echte boosdoeners voor onze planten, ze komen in grote hoeveelheden voor, om niet te zeggen met massa’s.
Je ziet hen bijna niet en ze hebben rode, groene of een zwarte kleur. Hun grootste vijand is het lieveheersbeestje, dat we dan ook vaak zullen aantreffen in de buurt van een bladluizen plaag. Kortom,… een boosdoener die we zeker willen weren uit de tuin.
Wat zijn bladluizen?
De bladluizen behoren tot de familie van de Aphididae. Ze zijn ongeveer een halve millimeter groot en behoren tot de snavelinsecten.
Met hun ‘snavel’ prikken ze door de plant en zuigen vele voedingswaarden. Ze vermenigvuldigen zich razend snel en voor je het weet zit je hele plant vol met luizen! Deze insecten zijn levendbarend en eveneens eileggend. Wanneer de jongen uitkomen, ondergaan ze verschillende transformaties tot ze een volgroeide bladluis zijn.
Een echte verdediging voor andere insecten of vogels hebben ze niet. Ze scheiden wel een suikerachtige stof af via het achterlijf. De mieren zijn erop verzot en houden de bladluizenkolonie als een boer zijn koeien. Zo duwen ze met hun mierenpootjes op het achterlijf als ze wat suikerdrank willen. In ruil voor deze heerlijke vloeistof beschermen de mieren hun zoethouders tegen hun vijanden zoals het lieveheersbeestje.
Waarom hebben mijn planten bladluizen?
Bladluizen worden op de planten gezien wanneer er een teveel aan voeding stoffen is.
Vooral in het voorjaar worden er ook jongen met vleugels geboren die kunnen vliegen. Deze kunnen zich dan wanneer ze volgroeid zijn laten mee stromen door de lucht en zo van plant tot plant ‘reizen’.
Maar al gauw vermenigvuldigen de luizen zich weer en dan heb je heel grote kolonies op je plant.
Ik wil deze ongewenste gast weg hebben,…maar hoe?
Doordat bladluizen veel schade kunnen aanrichten moet er tijdig ingegrepen worden. Ze kunnen uw plant echt verminken, dit kan je zien aan een plotselinge vergeling van uw plant, bladeren die vervormen, verwelken,… Het kan zo erg worden dat de plant afsterft en dat is zeker de bedoeling niet!
Bestrijden?
bladluizen_bestrijden_1.jpg
Een natuurlijke vijand van de bladluis is het lieveheersbeestje. De larven van een lieveheersbeestjeWaterstraal, heel evident!
Bladluizen kunnen helemaal niet tegen koude en water, daarom dat de luizen zich onderaan het blad vestigen. Heel evident is dan met een waterstraal de bladluizen er af te spuiten. Dit helpt enkel wanneer de aantasting nog niet te groot is.
Biologisch
De biologische bestrijdingsmiddelen die in de handel zijn werken hier zeer goed. Ze werken ook tegen wolluis, spint, schildluis,… en het product is biologisch afbreekbaar.
Wortelvlieg.
wortelvlieg(1).jpgwortelvlieg_larve.jpg
Trips.
Tripsen (Thysanoptera) zijn kleine, dunne insecten met gerafelde vleugels (vandaar de wetenschappelijke naam Thysanoptera: een combinatie van het Griekse thysanos (rafel) en pteron (vleugel)).
Andere vaak gebruikte namen voor tripsen zijn Onweersvliegjes of Onweersbeestjes. Tripsen voeden zich met sappen uit cellen van verscheidene soorten planten en dieren door gaatjes in de cel te prikken en de inhoud op te zuigen. Veel soorten tripsen worden hierdoor bij boeren gezien als ongedierte omdat ze de gewassen aantasten. Andere soorten tripsen voeden zich met sappen uit andere insecten of mijten en worden nuttig bevonden, terwijl de rest van de soorten zich voedt met sappen uit schimmels. Er zijn tot nu toe zo'n 5000 soorten bekend.
Tripsen zijn zeer klein (<1 mm in de breedte) en kunnen niet zo goed vliegen, hoewel ze door thermiek en de wind ook op grote hoogtes kunnen voorkomen. Onder optimale omstandigheden kunnen tripsen zich erg gemakkelijk en snel vermenigvuldigen waardoor mensen ze als storend ervaren en als plaag worden gezien.
trips.jpg
Varenrouwmug.
Schadebeeld.
De larven kunnen directe schade aanrichten, doordat ze aan de wortels en stengels knagen. Ze kunnen de wortels en stengels zelfs doorboren. Indirecte schade wordt veroorzaakt, doordat de larven aaltjes, mijten, schimmelsporen en virussen verspreiden.
Bestrijdingvarenrouw.jpg
Naaktslakken.
Na de winter zijn ze er terug. De volwassen slakken en hun eieren die de vorst overleefden. Ze komen dan van onder grote stenen of uit grondspleten gekropen en zullen zich dan tegoed doen aan het verse groen dat overal verschijnt. Spijtig genoeg is dat groen juist de sierwaarde van onze tuin of de jonge zaailingen uit de groentetuin. De slakken vreten jonge zaailingen af tot net boven de grond of laten grotere planten achter met gaten in de bladeren en als je dan nog eens de resten van de glinsterende slijmsporen ontdekt, dan weet je zeker dat je niet met rupsen te maken hebt.
bruine-naaktslak.jpg
Witte Vlieg.
wittevlieg.jpgOmdat witte vliegen in grote groepen samenleven kunnen ze een plant totaal te gronde richten. Het kan zo erg zijn dat wanneer iemand een blad aanraakt, een zwerm witte vliegen opvliegt voordat ze zich weer aan de onderkant van het blad vestigen. Ook scheiden ze honingdauw uit wat de groei van schimmels bevordert en door zijn kleverigheid bijvoorbeeld een katoenplant volledig kan beschadigen. Ze hebben een opmerkelijk aangepaste vorm van metamorfose. De onvolwassen stadia beginnen het leven als beweeglijke individuen maar hechten zich spoedig aan de plant. Het stadium voor het volwassen worden wordt een “pop” genoemd, hoewel het niet hetzelfde is als de echte verpopping die bij holometabole insecten optreedt.
Een van de bekendste soorten is de kas-witte vlieg (Trialeurodes vaporariorum) die een plaaginsect is in broeikassen. Andere bekende soorten zijn de tabaks-witte vlieg (Bemisia argentifolii) en Trialeurodes abutiloneus.
Bestrijding.
De bestrijding van witte vlieg is moeilijk. De kas-witte vlieg heeft resistentie ontwikkeld tegen vele pesticiden. Het United States Department of Agriculture beveelt een werkwijze aan die zich richt op preventie en die afhangt van biologische bestrijding als dat mogelijk is. Zij adviseren de toepassing van gele, kleverige vallen om plagen te detecteren en slechts selectieve toepassing van insecticiden. Ook kan zij bestreden worden door haar natuurlijke vijanden in te zetten. De sluipwesp parasiteert op de witte vlieg. De roofwants bejaagt de witte vliegjes voor voedsel. De larven van gaasvliegjes vallen de witte vliegjes aan en zuigen ze leeg.
Rupsen.
Een rups is de larve van een vlinder. Rupsen zijn over het algemeen onopvallende diertjes, toch spelen sommige soorten een grote rol in het dagelijks leven van de mens en zijn bij het grote publiek bekend, voorbeelden zijn de zijderups en de eikenprocessierups. Ook ecologisch gezien zijn rupsen een belangrijke groep; niet alleen werken ze enorme hoeveelheden plantaardig materiaal weg, ook zijn ze een prooi voor de meest uiteenlopende dieren; van vogels tot sluipwespen. Rupsen zijn snelle groeiers die enorme hoeveelheden voedsel tot zich nemen. Ze hebben een karaktistieke bouw die maar met weinig larven van andere insectenorden kan worden verward. Rupsen hebben vele verfijnde trucjes om uit handen van vijanden te blijven, soms zijn ze tot last van de mens.( En van onze geliefde plant)
Rups_koolwitje.jpg
Wortelduizendpoten.
De wortelduizendpoot of Scutigerella is een bodemparasiet, die vrij agressief schade kan veroorzaken aan de wortels. Vooral in de potgrond van kamerplanten kan deze wortelduizendpoot aangetroffen worden.
De aanwezigheid vaststellen is niet eenvoudig. Doe daarom de potgrond in een emmer water, even roeren en een tijdje laten staan. De kleine witte parasieten komen dan boven drijven. Bij aanwezigheid steeds een bestrijding uitvoeren. Naast de wortelvraat zal ook een groeistilstand merkbaar zijn.
wortelduizendpoot.jpg
Aaltjes.
aaltjes.jpg
Schade.
Dat hangt af van de soort/groep aaltjes. Beelden die samenhangen met aantastingen zijn onder andere: rotten van de plant, woekeringen aan het blad of de wortel, gallen op bladeren, knollen en wortels, een slechte toestand van een of meer planten en dikwijls verkleuringen in het blad van planten door weefselaantasting.
Bladaaltjes (Aphelenchoides-soorten) tasten vooral bladeren aan. Daarnaast veroorzaken zij ook afwijkingen aan bloemen, stengels, bollen en knollen. De aantastingen beginnen meestal aan de onderste bladeren. In het blad ontstaan verkleuringen die vanuit de bladvoet uitstralen naar de rest van het blad. Tussen het nog gezonde bladdeel en het bruin verkleurde deel in vindt de sterkste vermenigvuldiging van aaltjes plaats. Vochtig weer is er de oorzaak van dat bladaaltjes zich vanuit de grond of vanaf plant verder omhoog over de plant kunnen verplaatsen. In droge perioden is aantasting door aaltjes veel minder. Planten die last hebben van bladaaltjes zijn onder meer: chrysanth, Anemone, aardbei en voorjaarszonnebloem.
Stengelaaltjes (Ditylenchus-soorten) veroorzaken gekromde stengels met verkleuring en verkroezing van blad. Uiteindelijk kan verrotting van de plant het gevolg zijn. Onder vaste planten komt deze aantasting nogal eens voor. Gevoelige soorten zijn bijvoorbeeld: vuurpijl, Liatris, Phlox, Anemone, anjer-soorten en wederik.
Wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne-soorten) dringen in de wortels en veroorzaken galvormige of knobbelvormige aantastingen. Als reactie hierop vormt de plant merkwaardig genoeg veel meer zijwortels dan normaal. Soms ontstaat hieruit wortelrot maar op z'n minst blijft de groei van de bovengrondse delen van de plant sterk achter. De aantasting is zeer besmettelijk voor veel andere planten. Aantastingen komen nogal eens voor op: Pyrethrum, Anemone, koeienoog, chrysanth, phlox, scharnierplant, schurftkruid, maagdepalm, viooltje, zenegroen, pioen, ridderspoor en duifkruid.
Vrij levende wortelaaltjes (Pratylenchus- en Rotylenchus-soorten) zijn het meest voorkomend onder vaste planten. Door aantasting ontstaan bruine vlekjes aan wortels, die zich snel kunnen uitbreiden, zodat de hele wortel bruin wordt en afsterft. Doorgaans vormt ook hierbij de plant veel meer wortels dan normaal. Die hebben bij nadere beschouwing veel weg van een warrige pruik. Een afdoende bestrijding is nog niet goed mogelijk. Een extra gift stalmest heeft weleens een gunstig effect op de groei van de plant.
Een buitengewoon opvallende aantasting van dit type aaltje is dat de groei sterk terugloopt.
Bij de teelt van bollen vermindert de opbrengst en de omvang van de bloembollen. Ook blijft de opbrengst bij de oogst van aardappelen achter en wordt de (bewaar)kwaliteit minder, wanneer de grond door dit type aaltje is aangetast.
Vaste planten die gevoelig zijn voor deze aaltjessoorten zijn onder andere: anjer, Pyrethrum, scheefbloem, trollenbloem, korenbloem, lelietje der dalen, voorjaarszonnebloem, kerstroos, schurftkruid, scharnierbloem en naald van Cleopatra. Voor aaltjes gevoelige bolgewassen zijn: narcis, ranonkel, lelie, tulp, gladiool, hyacint, crocus, crocosmia en amaryllis. Den en levensboom zijn coniferen die er ook door aangetast kunnen worden.
Afrikaantjes helpenPissebedden.
pissebedden2.jpgSchade.
Ze besmetten je wortel milieu met hun uitwerpselen.
Wortelluizen.
wortelluis.jpg
Wortelluizen zijn te herkennen aan de kleur. Deze is licht-beige tot oranje/licht rood, afhankelijk van de klimaatomstandigheden. Ze zijn ongeveer 0,5 mm groot. Met een loupe zijn de voelsprieten zichtbaar. De schade bestaat uit pleksgewijze groeiremming door aantasting van de wortels. Hierdoor vergroot tevens de kans op een infectie van andere ziektes en wordt de opname van voedingsstoffen belemmerd.
Bestrijder Hypoaspis miles roofmijt
Hypoaspis miles roofmijt is een natuurlijke vijand van allerlei bodeminsecten. Het is een bruin gekleurde bodemroofmijt ong. 1 mm groot en voedt zich met allerlei schadelijke bodeminsecten zoals wortelluis, springstaarten, miljoenpoten, varenrouwmuglarven en poppen van trips. De roofmijt is actief bij temperaturen boven 10 graden. Soms doden zij meer insecten dan zij als voedsel nodig hebben. Bodemroofmijten zijn onschadelijk voor mens, dier en gewassen en kunnen bovendien geen plaag vormen.
Taxuskever.
taxuskever.jpg
Beschrijving.
Volwassen zwarte taxuskevers zijn 8-12 mm lang, hebben een gegroefd, mat zwart schild met kleine, gele vlekken.
Door hun goede camouflage en omdat ze alleen 's nachts actief zijn, worden ze zelden gezien. Als ze ontdekt worden, houden ze zich schijndood.
Volwassenen komen boven de grond in de lente. Ze hebben geen vleugels, maar lopen en klimmen buitengewoon goed. Vrouwtjes komen uit onbevruchte eieren, niettemin er geen mannetjes gevonden zijn. Pas uitgekomen vrouwtjes voeden zich voor ongeveer tien dagen. Vervolgens vindt er een onbevruchte ei aflegging plaats. Elk vrouwtje legt ongeveer 500 eieren, die zijn erg klein (0,8 mm) en rond. Aanvankelijk zijn de eieren wit, maar verkleuren bruin als ze volgroeien.
Schade.
Volwassen kevers voeden zich ’s nachts. Ze vreten daarbij ronde inkepingen aan de rand van bladeren en bloemen. Larven veroorzaken de meeste schade. Zodra de jonge larven uitkomen voeden zij zich met kleinere wortels. Naarmate ze groeien tasten ze steeds grotere wortels, knollen, wortelstokken en zelfs schors van houtachtige stengels aan. De beschadigde planten verwelken en sterven af.
Soms duurt het lang voordat de schade aan de plant wordt vastgesteld. Op dat moment is de plant al vaak verzwakt en begint de plant al af te sterven. Schade komt vooral voor bij traag groeiende planten, die niet in staat zijn om verlies van het wortelweefsel te compenseren.
Behandeling.
Toepassen van nematoden tegen engerlingen!
Voordelen nematoden:
- Geen residue
- Geen gevaar voor mens, dier en milieu
- Snelle en doeltreffende werking
Aardvlooien.
aardvlooi.jpg
Aardvlooien kunnen in meerdere gewassen optreden. Vooral de onderste bladeren vertonen vraatschade aan de bovenkant van het blad. Soms worden dit later gaatjes. Deze worden veroorzaakt door kleine metaal glanzende of geel gestreepte, springende kevertjes. De schade is alleen van belang wanneer aardvlooien direct bij opkomst in grote aantallen actief zijn. Aantasting gebeurt vooral onder droge, schrale weersomstandigheden. De larven boren gangen in wortels en knollen (bijv. radijsjes).
Spint.
spider-mite-crop1.jpg
Meer over spint
Spint (mijten) een vervelend bijna onzichtbaar ongedierte
Zeker in onze liefhebberstuinen is de 'spintplaag' een steeds wederkerende ergernis.
Preventie is een effectief wapen tegen lastige spintmijten. Een regelmatige controle voorkomt dat dit minuscule ongedierte vaste voet krijgt op onze planten.
De plaag.
Spint of spintmijten zijn plantenparasieten die meestal tussen de 0,2 en 0,5 mm groot zijn. Er bestaan vele soorten mijten en in tegenstelling tot de insecten hebben ze acht poten die opvallend naar voor of naar achter zijn gericht. Verder hebben ze een peervormig, geelgroen, bruinachtig of rood lichaam. Spintmijten gedijen onder warme, droge omstandigheden en tasten vooral planten aan die door de droogte zijn verzwakt. Ze steken de cellen aan van de bladeren, knoppen, bloemen en vruchten, en zuigen deze leeg. Daardoor zijn deze niet meer in staat voldoende voedingsstoffen op te nemen, met de gekende gevolgen.
SymptomenVoorkomen.
Voorkomen is de beste bestrijding. Hou daarom de planten en hun omgeving licht vochtig. Als je een aantasting ontdekt, verwijder dan zo spoedig mogelijk de aangetaste delen. Spoel vervolgens de plant grondig af met een oplossing van spiritus en zeepsop. Herhaal deze behandeling enkele keren per week.
Als de plaag na enkele weken nog aanwezig is, dan kan je de planten bij voorkeur behandelen met een middel op basis van het natuurlijke pyrethrum. Evenwel opletten met deze middelen, want zij zijn ook voor de mens gevaarlijk bij inademen of via wonden. Hierbij moeten wij er wel rekening mee houden dat, door de snelle opeenvolging van generaties, deze spintmijten relatief snel resistent worden. Dat wil zeggen dat na een aantal behandelingen met een bepaald middel, alleen nog een ander middel helpt. Bovendien hebben de meeste insecticiden geen effect op de eieren.
we kunnen natuurlijke vijanden inzetten zoals roofmijten , lieveheerbeestjes, roofwantsen en gaasvliegen.
Rode-spinmijt.
rode pint mijt.jpgTetranychus urticae.
Zacht en klein lichaam dat bijna niet met het blote oog te zien is.
In onvolwassen stadium hebben ze drie paar poten, als volwassenen vier paar.
Over het algemeen rood van kleur in de herfst/winter; volwassenen zijn de rest van het jaar wit tot groen van kleur.
Levenscyclus.
Legt eitjes in kleine groepjes aan de onderkant van bladeren, bij de middennerf.
Leven tijdens hun gehele levenscyclus van bastweefsel.
De gehele levenscyclus van ei tot ei kan soms maar acht dagen tellen, maar dit hangt sterk af van de omgevingstemperatuur.
Gewoonten.
Leeft van tal van planten en veroorzaakt stippels en bruine plekken op bladeren.
Worden vooral aangetroffen in broeikassen.
Mineervlieg.
mineervlieg.jpg
Inleiding.
Er zijn drie mineervliegsoorten die algemeen als plaag kunnen voorkomen: de tomatemineervlieg Liriomyza bryoniae, de floridamineervlieg Liriomyza trifolii en de nerfmineervlieg Liriomyza huidobrensis. Onder natuurlijke omstandigheden worden hun larven in hoge mate geparasiteerd door diverse parasieten. De problemen met mineerders zijn toegenomen door het gebruik van breedwerkende middelen: de natuurlijke vijanden worden gedood en de bladmineerders ontwikkelen resistentie tegen deze algemeen gebruikte insecticiden.
Levenswijze.
Bij mineervliegen zijn de volgende ontwikkelingsstadia te onderscheiden: een eistadium, drie larvenstadia, een popstadium en een volwassen stadium. De volwassen mineervliegen zijn kleine, geel met zwart gekleurde vliegjes. De larven mineren (vormen gangen) in de bladeren van de planten. De verpopping vindt plaats in de grond.
SchadebeeldenZilvervisje.
zilvervis.jpg
Het zilvervisje Lepisma Saccharina L. komt zeer algemeen in gebouwen voor. Het zilvervisje lijkt sterk op het ovenvisje.
Het is van groot belang dat men de juiste soort vaststelt. (aangezien beide soorten totaal verschillende eisen stellen aan de relatieve luchtvochtigheid van de omgeving waarin ze voorkomen).
Uiterlijk.
Een vleugelloos insect: lengte 7 - 11,5 mm; het lichaam is bedekt met fijne schubben; de vorm van een "worteltje" met twee lange antennen aan de kop en 3 aanhangsels aan het achterlijf; zilverkleurig; snelle, slangachtige bewegingen.
Ontwikkeling.
onvolledige gedaanteverwisseling.
eistadium: bij 25 graden Celsius en 75% luchtvochtigheid ca. 28 dagen
Eieren zijn ongeveer 0,5 - 1,0 mm lang
larvale stadium: de nimfen vervellen ca. 8 a 9 maal
levensduur: afhankelijk van temperatuur en vochtigheid ca. 2 - 3 jaar.
Leefwijze.
lichtschuw; leven overdag verscholen
voedsel: vooral koolhydraten, zoals zetmeel, vochtige granen en meel, maar vooral stijfsel, bepaalde lijmen, e.d. Tevens worden schimmels en/of kleine dode insecten en mijten genuttigd. Zilvervisjes kunnen enige maanden zonder voedsel
temperatuur: gemiddeld 25 graden Celsiusis een optimaal klimaat voor het zilvervisje
relatieve luchtvochtigheid: het zilvervisje prefereert een vochtige omgeving (rel.vocht. 75% of meer).
Schade.
Indien zilvervisjes in grote aantallen voorkomen (vochtige omgeving), dan kunnen ze schade veroorzaken aan o.a. papier, behang en boeken (vooral bepaalde lijmsoorten), kleding van synthetisch materiaal, enz.
In de vochtige atmosfeer, waarin zilvervisjes voorkomen, zal ook schimmelvorming plaatshebben en ook deze schimmels worden door genoemde insecten gegeten. Schade van enige betekenis veroorzaakt door zilvervisjes komt slechts voor wanneer ze in grote aantallen voorkomen.
Verspreiding.
Zilvervisjes komen zeer algemeen voor en kunnen op allerlei manieren met producten en materialen meekomen .
Als ze regelmatig in aantallen worden aangetroffen, duidt dit erop dat in de betreffende ruimte een hoge relatieve luchtvochtigheid heerst.
De bestrijding zal dan in de eerste plaats moeten bestaan uit het scheppen van een droge atmosfeer. Dit kan men bereiken door zoveel mogelijk te luchten bij droog weer en eventueel daarmee gepaard gaande, droog stoken.
In een droge atmosfeer kunnen zilvervisjes zich nauwelijks handhaven. Gebruik van insecticiden is in het algemeen niet nodig en zelfs af te raden als niet eerst maatregelen worden getroffen om de relatieve luchtvochtigheid te laten dalen.
Eerste bewoners van een nieuw huis willen wij er nog wijzen, dat beton lang vocht afgeeft, waardoor in bepaalde ruimten zeer plaatselijk een atmosfeer met een hoge relatieve vochtigheid kan ontstaan. Hier zal dus in elk geval flink gelucht en (bijv. met een hete luchtapparaat) gestookt moeten worden.
Soms kunnen de kastjes onder het aanrecht vochtig zijn, vooral als zij van hout gemaakt zijn. Vaak ligt de oorzaak bij een min of meer lekkende, niet goed aangesloten gootsteenafvoer. Hieraan zal dan aandacht moeten worden besteed .
Cicaden.
Schade en waarnemen
In de zomerperiode kunt u cicaden waarnemen. Cicaden zijn herkenbaar aan hun lichtgroene kleur. In sommige gevallen treedt schade op aan de bloemen of de bladeren. Dit is zichtbaar als bruine streepjes. Significante schade treedt slechts zelden op en alleen bij een grote populatie
De Empoasca vitis of wel de druivencicade komt het meeste voor. Schade treedt vooral op aan de bladeren. Zowel de nimfen als de adulten voeden zich met plantsappen, door het aanprikken van het blad ontstaan bruine streepjes. Bij een hoge aantasting van cicaden kunnen er gele plekken ontstaan in het blad, het blad is dan vergiftigd door het speeksel van de cicade.
Bestrijden.
Het bestrijden van cicaden kan op dit moment alleen chemisch.
cicade nimpf
cicade_nymf.jpg
Volwassen cicade
cicade_in_kuiplanten.jpg
Wol-, Dop- en Schildluis.
Schade en waarnemen.
Schade van dop-, schild- of wolluizen is voornamelijk van visuele aard. Niet alleen de aanwezigheid op de plant is een probleem, maar ook de vervuiling door honingdauw en roetdauw. Groeistagnatie van de plant treedt meestal pas op bij een ernstige aantasting. Doorgaans komen deze luizen voor aan de onderzijde van de bladeren, op of in de buurt van bladnerven, stengels en stammen. Alleen met gewaswaarnemingen kunt u een aantasting ontdekken.
Wortelwolluizen komen zoals de naam al aangeeft voor op de wortels of soms op het onderste deel van de plant rond de plantvoet. Door de verborgen levenswijze wordt een aantasting door wortelwolluizen vaak laat opgemerkt. De eerste besmetting van deze plagen komt vaak uit het uitgangsmateriaal.
Bestrijden en voorkomenSchildluis
Schildluis.jpg
Dopluis
dopluis.jpg
Wolluis
Wolluis.jpg
Emelten en Engerlingen.
Alle soorten emelten behoren tot het geslacht Tipula.
Levenswijze.
Emelten zijn larven van langpootmuggen. Het zijn grauwgrijze maden van twee tot vier cm lang zonder poten en zonder duidelijke kop. Ze rollen zich niet op en zijn weinig beweeglijk. Hun huis is zeer taai en elastisch.
Schade.
Emelten vreten vooral ’s avonds en ’s nachts aan de plantenwortels, de stengelbasis en soms ook aan de onderste bladeren. Ze trekken jonge plantjes een eindje de grond in die dan plots verwelken, doorgeknaagd aan de stengelbasis. Schade is te verwachten in de lente en minder in de nazomer.
Bestrijding.
Bestrijden met nematoden oftewel aaltjes!
Grtz
Comment