Bij het drogen van planten wordt chlorofyl en zetmeel afgebroken en daarbij komt een typische geur vrij. Bij het drogen van wiet roept deze vrijkomende geur associaties op met drogend gras. Echter, een heleboel gewassen ruiken bij het drogen naar gras. Boeren laten bepaalde gewassen, zoals gras, luzerne en klaver drogen om dit in de winter te voederen aan hun veestapel. Dit gebeurt vaak in een zogenaamde groendrogerij. Als die in werking is dan ruikt het altijd naar gedroogd gras, ongeacht of er gras, klaver of luzerne wordt gedroogd. Hetgeen wat we ruiken is alleen de geur van afbrekend chlorofyl en afbrekende suikers. Een grasgeur bij drogende wiet is dus niet iets om je zorgen te maken.
Tot slot nog iets over het droogtempo: als een voedergewas te snel wordt gedroogd dan breekt er te weinig zetmeel af. Door te hoge zetmeel/suikerconcentratie kunnen dieren hoefbevangenheid en koliek krijgen.
Ergo: als je wiet te snel droogt -bijv. geforceerd in de magnetron- dan blijft er ook veel zetmeel achter in het gewas. Dit zou een van de redenen kunnen zijn waarom geforceerd gedroogde wiet een andere smaak heeft dan wiet die bij het droogproces zijn tijd heeft gekregen.
Xtreme
Tot slot nog iets over het droogtempo: als een voedergewas te snel wordt gedroogd dan breekt er te weinig zetmeel af. Door te hoge zetmeel/suikerconcentratie kunnen dieren hoefbevangenheid en koliek krijgen.
Ergo: als je wiet te snel droogt -bijv. geforceerd in de magnetron- dan blijft er ook veel zetmeel achter in het gewas. Dit zou een van de redenen kunnen zijn waarom geforceerd gedroogde wiet een andere smaak heeft dan wiet die bij het droogproces zijn tijd heeft gekregen.
Xtreme
Comment