De zuurgraad (pH) van de bodemBelang voor de plantenvoeding.
Hoe komt het nu eigenlijk, dat planten niet willen groeien als de pH niet geschikt is? Het antwoord heeft alles te maken met de voeding van de plant.
Zoals we al zagen bepaalt de pH voor een groot deel hoe de voedingselementen die in de grond zitten zich zullen gedragen. Bij een bepaalde zuurgraad vormen sommige elementen andere verbindingen, die niet opneembaar zijn voor de plantenwortels.
De elementen zitten dus nog wel in de grond, maar zijn niet meer beschikbaar voor de planten. Dat leidt dan tot gebrekverschijnselen, die het eerst tot uiting komen bij die elementen waar de planten het minst van nodig hebben. Een voorbeeld: bloemkolen geteeld op te zure grond, vanaf pH lager dan 6, hebben vaak last van molybdeengebrek en krijgen dan draaihartigheid: de jongste blaadjes zijn gedraaid en gebobbeld en er vormt zich geen bloem. Hoewel de plant dus slechts zeer weinig molybdeen nodig heeft en er voldoende van dat element in de grond zit, lijdt de plant gebrek.
Een overzicht van de meest voorkomende problemen:
Bij te lage pH :gebrek aan fosfor (P), wat de jeugdgroei remt. gebrek aan magnesium (Mg). gebrek aan molybdeen (Mo), vooral in potgrond. overmaat aan mangaan (Mn), aluminium (Al), ijzer (Fe), waardoor vergiftiging van de plant door te grote opname van deze elementen mogelijk is. meer uitspoeling van kalium (K) en magnesium (Mg). op kleigrond veroorzaakt het lage calciumgehalte een slechte struktuur. algemene remming van het bodemleven.
N.B. De gewassen ondervinden minder schade van een te lage pH, naarmate het humusgehalte hoger is.
bij te hoge pH:alle gebreksziekten mogelijk: ijzer (Fe), mangaan (Mn), borium (B), koper (Cu), zink (Zn). de afbraak van organische stof neemt sterk toe, ook de humus wordt dan in versneld tempo afgebroken; vooral in zandgrond doet dit zich voor.
Verhogen van de zuurgraadCalcium (Ca)
Het element calcium, is beter bekend als "kalk". In de chemische betekenis van het woord, betekent kalk: calciumcarbonaat (CaCO3), de vorm waarin calcium meestal voorkomt.
Ca-overmaatWat is de beste pH-waarde voor een cannabisplant ?In formulevorm:pOH
Naast de pH-schaal bestaat ook de pOH-schaal, die precies het tegenovergestelde van de pH-schaal is. Waar de pH-schaal de activiteit van H3O+-ionen aangeeft, geeft de pOH-schaal de activiteit van OH--ionen aan.
Deze vergelijking geldt alleen bij een temperatuur van 293,15 K. Naarmate de temperatuur toeneemt, neemt de som van pH en pOH af.
pH-metingBuffers
Een oplossing die de H3O+-concentratie constant houdt, zelfs al wordt er door een chemische reactie H+ geproduceerd of verbruikt, heet een buffer. Een buffer kan worden gemaakt door zowel een zwak zuur als een bijbehorende zwakke base aan een waterige oplossing toe te voegen.
Als er in zo'n gebufferde oplossing H+ wordt bijgemaakt, kan dat door de aanwezige zwakke base worden opgenomen onder vorming van een zwak zuur zonder dat de pH daarbij verandert.
Andersom kan, als er H+ uit de oplossing wordt verbruikt, nieuw H+ worden vrijgemaakt uit het zwakke zuur onder vorming van een zwakke base.
Elke combinatie van een zwak zuur met de bijbehorende zwakke base heeft zijn eigen ideale pH waarbij de buffer het best functioneert (het meeste kan opnemen of vrijmaken met de kleinste verschuiving in pH).
De zogenaamde buffercapaciteit hangt daarnaast af van de concentratie van de bufferstoffen in de oplossing.
Als bufferstoffen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt azijnzuur en waterstofsulfaat (pH rond 4,77), of H2PO4- en HPO42-.
RekenvoorbeeldTrivia
Hoe komt het nu eigenlijk, dat planten niet willen groeien als de pH niet geschikt is? Het antwoord heeft alles te maken met de voeding van de plant.
Zoals we al zagen bepaalt de pH voor een groot deel hoe de voedingselementen die in de grond zitten zich zullen gedragen. Bij een bepaalde zuurgraad vormen sommige elementen andere verbindingen, die niet opneembaar zijn voor de plantenwortels.
De elementen zitten dus nog wel in de grond, maar zijn niet meer beschikbaar voor de planten. Dat leidt dan tot gebrekverschijnselen, die het eerst tot uiting komen bij die elementen waar de planten het minst van nodig hebben. Een voorbeeld: bloemkolen geteeld op te zure grond, vanaf pH lager dan 6, hebben vaak last van molybdeengebrek en krijgen dan draaihartigheid: de jongste blaadjes zijn gedraaid en gebobbeld en er vormt zich geen bloem. Hoewel de plant dus slechts zeer weinig molybdeen nodig heeft en er voldoende van dat element in de grond zit, lijdt de plant gebrek.
Een overzicht van de meest voorkomende problemen:
Bij te lage pH :gebrek aan fosfor (P), wat de jeugdgroei remt. gebrek aan magnesium (Mg). gebrek aan molybdeen (Mo), vooral in potgrond. overmaat aan mangaan (Mn), aluminium (Al), ijzer (Fe), waardoor vergiftiging van de plant door te grote opname van deze elementen mogelijk is. meer uitspoeling van kalium (K) en magnesium (Mg). op kleigrond veroorzaakt het lage calciumgehalte een slechte struktuur. algemene remming van het bodemleven.
N.B. De gewassen ondervinden minder schade van een te lage pH, naarmate het humusgehalte hoger is.
bij te hoge pH:alle gebreksziekten mogelijk: ijzer (Fe), mangaan (Mn), borium (B), koper (Cu), zink (Zn). de afbraak van organische stof neemt sterk toe, ook de humus wordt dan in versneld tempo afgebroken; vooral in zandgrond doet dit zich voor.
Verhogen van de zuurgraadCalcium (Ca)
Het element calcium, is beter bekend als "kalk". In de chemische betekenis van het woord, betekent kalk: calciumcarbonaat (CaCO3), de vorm waarin calcium meestal voorkomt.
Ca-overmaatWat is de beste pH-waarde voor een cannabisplant ?In formulevorm:pOH
Naast de pH-schaal bestaat ook de pOH-schaal, die precies het tegenovergestelde van de pH-schaal is. Waar de pH-schaal de activiteit van H3O+-ionen aangeeft, geeft de pOH-schaal de activiteit van OH--ionen aan.
Deze vergelijking geldt alleen bij een temperatuur van 293,15 K. Naarmate de temperatuur toeneemt, neemt de som van pH en pOH af.
pH-metingBuffers
Een oplossing die de H3O+-concentratie constant houdt, zelfs al wordt er door een chemische reactie H+ geproduceerd of verbruikt, heet een buffer. Een buffer kan worden gemaakt door zowel een zwak zuur als een bijbehorende zwakke base aan een waterige oplossing toe te voegen.
Als er in zo'n gebufferde oplossing H+ wordt bijgemaakt, kan dat door de aanwezige zwakke base worden opgenomen onder vorming van een zwak zuur zonder dat de pH daarbij verandert.
Andersom kan, als er H+ uit de oplossing wordt verbruikt, nieuw H+ worden vrijgemaakt uit het zwakke zuur onder vorming van een zwakke base.
Elke combinatie van een zwak zuur met de bijbehorende zwakke base heeft zijn eigen ideale pH waarbij de buffer het best functioneert (het meeste kan opnemen of vrijmaken met de kleinste verschuiving in pH).
De zogenaamde buffercapaciteit hangt daarnaast af van de concentratie van de bufferstoffen in de oplossing.
Als bufferstoffen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt azijnzuur en waterstofsulfaat (pH rond 4,77), of H2PO4- en HPO42-.
RekenvoorbeeldTrivia
Comment