Waarom klonen en wat zijn dat?
Het nadeel van het kweken van hennepplanten uit zaad is het grote onderlinge verschil in kwaliteit. Om een hoog kwaliteitsgemiddelde te scoren, moet de wietboer zwaar selekteren uit een zo groot mogelijk aantal planten, waarvan hij dus eigenljk het grootste deel voor niets verbouwt. Het grote voordeel van het kweken van hennepplanten uit zaad is dat er altijd planten bij zijn die duidelijk veel beter zijn dan de rest.
Hoe groter het aantal planten waaruit die selektie gemaakt kan worden, des te beter is die plant. Door die beste planten te gebruiken voor het kweken van zaad, kan de wietboer de kwaliteit van zijn rassen ieder jaar weer verbeteren. Het probleem blijft echter, dat de planten die de wietboer gebruikt voor de produktie van Sinsemilla, onderling zoveel verschillen. Het zou natuurlijk het mooiste zijn als alle planten van een oogst even goed waren als de beste plant van dat jaar of desnoods van het jaar daarvoor.
Klonen voorzien in die behoefte! Want klonen zijn stekjes van een vrouwelijke superplant; allen genetisch identiek aan elkaar en aan de moederplant waarvan zij afkomstig zijn. Klonen kunnen genetisch niet verbeteren of verminderen in kwaliteit, maar blijven dezelfde topkwaliteit leveren, jaar na jaar. Er zijn gevallen bekend van klonen die tot vijftig keer achter elkaar gekloond werden, zonder kwaliteitsverlies, zolang je natuurlijk maar klonen neemt van een gezond exemplaar.
Het maken van klonen / de techniek
Foto-D7U7JEVZ.jpg
Het bewortelen van klonen en het groeien van moederplanten kan het best op aarde gebeuren. Dit is de eenvoudigste en goedkoopste methode. De wietboer zal de benodigdheden al voor een deel aanwezig hebben of kan er desnoods vrij eenvoudig aankomen.
Voor het maken van klonen zijn de volgende spullen nodig:
1 Een of twee T.L.-buizen (standaard kleur wit, kleur 33) of een S.L.-lamp.
2 Een luchtthermometer en een watertemperatuurmeter uit de aquariumwinkel voor het meten van de worteltemperatuur.
3 Eventueel een of ander vorm van bodemverwarming; een matje of een kabel, liefst thermostatisch geregeld.
4 Potjes of bekers gemaakt van turfmolm (4-12 cm, bijvoorbeeld Jiffypot).
5 Een wortelhormoon: Rootone F (Luxan) Rhizopon AA ...als er maar indolylboterzuur in zit.
6 Verse potgrond.
7 Zaai/stek grond
8 Perliet.
9 Een bloemenspuit (Blokker verkoopt handige pompspuiten van een liter)
10 Eventueel een vloeibare meststof als visemulsie
Vul de turfmolmpotjes met een mengsel van:
1/3 Potgrond (houdt goed vocht vast, bevat wat voedingsstoffen)
1/3 Zaai/stek grond
1/3 Perliet (geeft luchtigheid aan het mengsel)
Vul de potjes met dit mengsel, maak ze goed nat en zet ze op hun plaats onder de lamp om alvast op temperatuur te komen.
Bewortelde klonen hebben niet zozeer licht alswel warmte nodig voor het groeien van hun wortels. Houd de worteltemperatuur minimaal 20 graden Celsius, liefst 25 graden. Gebruik hiervoor een bodemverwarmer (matje, kabel) of houd de luchttemperatuurr enkele graden hoger dan de gewenste worteltemperatuur. Gebruik voor het meten van de worteltemperatuur een of merdere aquariumthermometers (drie tot vijf gulden). Tip: leg er altijd bij aankoop eerst een paar naast elkaar op de toonbank, koop alleen die meters die overwegend dezelfde temperatuur aangeven.
Snijd of knip mooie groeitips van de gewenste planten. Snijd ze niet te klein, anders dalen de overlevingskansen; maak royale stekken van vijf tot tien centimeter lengte. Als je vanaf planten in het veld klonen verzamelt, neem dan altijd meerdere stekken van een plant voor de zekerheid. Omdat je nog niet zeker weet welke plant het beste wordt, kun je het beste van verschillende planten enkele klonen nemen. Verwijder direkt de grootste bladeren van de nieuwe stek, aangezien die teveel vocht verdampen. Bind de klonen met een labeltje aan elkaar en zet ze direkt in een emmertje met water om "flauwvallen" door vochtverlies te voorkomen. Eenmaal in het emmertje zijn de klonen een a twee dagen houdbaar, maar het is het beste ze zo snel mogelijk te planten.
Maak met een potlood of spijker een gaatje in de aarde van het potje. Doop het onderste deel van het stekje in wat hormoonpoeder en tik voorzichtig het overtollige poeder af. Plant het stekje voorzichtig in het gaatje en druk de aarde rond het plantje zachtjes aan, geef indien nodig nog wat water. Houd de klonen vooral de eerste week goed vochtig. Geef de klonen indien mogelijk regelmatig wat bladvoeding door ze te bespuiten met de plantenspuit, waarin per liter water een theelepeltje visemulsie is opgelost. Spuit na iedere bladvoeding het blad later wel weer schoon met water.
Foto-YF6EROYV.jpg
Geef de klonen vierentwintig uur licht per dag. Je kunt het geheel zien als een intensive-care unit; die zet je 's avonds ook niet uit! Na tien dagen tot twee weken zul je de eerste worteltjes door de bodem van de potjes kunnen zien groeien. Gebruik je kleine potjes, dan is het tijd om ze uit de couveuse te halen en ze over te planten. Stekjes in de grotere potjes kunnen nog wat langer blijven staan tot ze wat groter zijn. TIP: Maak de potjes heel goed nat voor je ze overplant; de worteltjes groeien dan eenvoudig door het papperige turfmolm heen.
Gebruik om over te potten uiteraard alleen de mooie exemplaren. Als je met verschillende soorten planten werkt, label dan ieder kloontje vanaf het begin. Bewortelde klonen kun je overplanten in ruimere potten (tien tot twintig centimeter doorsnee).
Als stekmedium zijn er ook nog steenwolblokjes. Deze stekken niet beter dan turfmolm, zijn veel duurder, milieuverontreinigend (vergaat niet) en je moet ze direkt gebruiken als ze klaar zijn. Ze zijn wel beter als je klonen moet transporteren, je kunt ze zelfs laten vallen, wat je met een turfmolmplantje niet moet proberen. Ze zijn wel sneller en eenvoudiger klaar voor gebruik. Je legt ze op een bedje van perliet, zodat er van onder lucht bij kan en overgiet ze met water, waarin wat wortel hormoon is opgelost. De blokjes zijn fabrieksmatig al voorzien van gaatjes, zet hierin de stekjes, druk ze een klein beetje verder in het blokje, zodat ze goed stevig staan.
Je prikt de plantjes in de turfmolmpotjes of steenwolblokjes en spuit de kloontjes in een keer nat met wortel hormoon. Een liter is voldoende voor enkele bespuitingen de eerste 48 uur. Het hormoon dringt door de celwand in het stekje en klaar is Katrien!
Houd je van puur natuur, neem dan wat wilgentwijgen en maak daarvan een hormoonhoudend aftreksel of stop het steeltje in je mond en maak het nat met wat speeksel, zelfs dat schijnt te werken.
Zie ook het boek: Je eigen stekken maken
Foto-XPLD8MHI.jpg
Grtz
Het nadeel van het kweken van hennepplanten uit zaad is het grote onderlinge verschil in kwaliteit. Om een hoog kwaliteitsgemiddelde te scoren, moet de wietboer zwaar selekteren uit een zo groot mogelijk aantal planten, waarvan hij dus eigenljk het grootste deel voor niets verbouwt. Het grote voordeel van het kweken van hennepplanten uit zaad is dat er altijd planten bij zijn die duidelijk veel beter zijn dan de rest.
Hoe groter het aantal planten waaruit die selektie gemaakt kan worden, des te beter is die plant. Door die beste planten te gebruiken voor het kweken van zaad, kan de wietboer de kwaliteit van zijn rassen ieder jaar weer verbeteren. Het probleem blijft echter, dat de planten die de wietboer gebruikt voor de produktie van Sinsemilla, onderling zoveel verschillen. Het zou natuurlijk het mooiste zijn als alle planten van een oogst even goed waren als de beste plant van dat jaar of desnoods van het jaar daarvoor.
Klonen voorzien in die behoefte! Want klonen zijn stekjes van een vrouwelijke superplant; allen genetisch identiek aan elkaar en aan de moederplant waarvan zij afkomstig zijn. Klonen kunnen genetisch niet verbeteren of verminderen in kwaliteit, maar blijven dezelfde topkwaliteit leveren, jaar na jaar. Er zijn gevallen bekend van klonen die tot vijftig keer achter elkaar gekloond werden, zonder kwaliteitsverlies, zolang je natuurlijk maar klonen neemt van een gezond exemplaar.
Het maken van klonen / de techniek
Foto-D7U7JEVZ.jpg
Het bewortelen van klonen en het groeien van moederplanten kan het best op aarde gebeuren. Dit is de eenvoudigste en goedkoopste methode. De wietboer zal de benodigdheden al voor een deel aanwezig hebben of kan er desnoods vrij eenvoudig aankomen.
Voor het maken van klonen zijn de volgende spullen nodig:
1 Een of twee T.L.-buizen (standaard kleur wit, kleur 33) of een S.L.-lamp.
2 Een luchtthermometer en een watertemperatuurmeter uit de aquariumwinkel voor het meten van de worteltemperatuur.
3 Eventueel een of ander vorm van bodemverwarming; een matje of een kabel, liefst thermostatisch geregeld.
4 Potjes of bekers gemaakt van turfmolm (4-12 cm, bijvoorbeeld Jiffypot).
5 Een wortelhormoon: Rootone F (Luxan) Rhizopon AA ...als er maar indolylboterzuur in zit.
6 Verse potgrond.
7 Zaai/stek grond
8 Perliet.
9 Een bloemenspuit (Blokker verkoopt handige pompspuiten van een liter)
10 Eventueel een vloeibare meststof als visemulsie
Vul de turfmolmpotjes met een mengsel van:
1/3 Potgrond (houdt goed vocht vast, bevat wat voedingsstoffen)
1/3 Zaai/stek grond
1/3 Perliet (geeft luchtigheid aan het mengsel)
Vul de potjes met dit mengsel, maak ze goed nat en zet ze op hun plaats onder de lamp om alvast op temperatuur te komen.
Bewortelde klonen hebben niet zozeer licht alswel warmte nodig voor het groeien van hun wortels. Houd de worteltemperatuur minimaal 20 graden Celsius, liefst 25 graden. Gebruik hiervoor een bodemverwarmer (matje, kabel) of houd de luchttemperatuurr enkele graden hoger dan de gewenste worteltemperatuur. Gebruik voor het meten van de worteltemperatuur een of merdere aquariumthermometers (drie tot vijf gulden). Tip: leg er altijd bij aankoop eerst een paar naast elkaar op de toonbank, koop alleen die meters die overwegend dezelfde temperatuur aangeven.
Snijd of knip mooie groeitips van de gewenste planten. Snijd ze niet te klein, anders dalen de overlevingskansen; maak royale stekken van vijf tot tien centimeter lengte. Als je vanaf planten in het veld klonen verzamelt, neem dan altijd meerdere stekken van een plant voor de zekerheid. Omdat je nog niet zeker weet welke plant het beste wordt, kun je het beste van verschillende planten enkele klonen nemen. Verwijder direkt de grootste bladeren van de nieuwe stek, aangezien die teveel vocht verdampen. Bind de klonen met een labeltje aan elkaar en zet ze direkt in een emmertje met water om "flauwvallen" door vochtverlies te voorkomen. Eenmaal in het emmertje zijn de klonen een a twee dagen houdbaar, maar het is het beste ze zo snel mogelijk te planten.
Maak met een potlood of spijker een gaatje in de aarde van het potje. Doop het onderste deel van het stekje in wat hormoonpoeder en tik voorzichtig het overtollige poeder af. Plant het stekje voorzichtig in het gaatje en druk de aarde rond het plantje zachtjes aan, geef indien nodig nog wat water. Houd de klonen vooral de eerste week goed vochtig. Geef de klonen indien mogelijk regelmatig wat bladvoeding door ze te bespuiten met de plantenspuit, waarin per liter water een theelepeltje visemulsie is opgelost. Spuit na iedere bladvoeding het blad later wel weer schoon met water.
Foto-YF6EROYV.jpg
Geef de klonen vierentwintig uur licht per dag. Je kunt het geheel zien als een intensive-care unit; die zet je 's avonds ook niet uit! Na tien dagen tot twee weken zul je de eerste worteltjes door de bodem van de potjes kunnen zien groeien. Gebruik je kleine potjes, dan is het tijd om ze uit de couveuse te halen en ze over te planten. Stekjes in de grotere potjes kunnen nog wat langer blijven staan tot ze wat groter zijn. TIP: Maak de potjes heel goed nat voor je ze overplant; de worteltjes groeien dan eenvoudig door het papperige turfmolm heen.
Gebruik om over te potten uiteraard alleen de mooie exemplaren. Als je met verschillende soorten planten werkt, label dan ieder kloontje vanaf het begin. Bewortelde klonen kun je overplanten in ruimere potten (tien tot twintig centimeter doorsnee).
Als stekmedium zijn er ook nog steenwolblokjes. Deze stekken niet beter dan turfmolm, zijn veel duurder, milieuverontreinigend (vergaat niet) en je moet ze direkt gebruiken als ze klaar zijn. Ze zijn wel beter als je klonen moet transporteren, je kunt ze zelfs laten vallen, wat je met een turfmolmplantje niet moet proberen. Ze zijn wel sneller en eenvoudiger klaar voor gebruik. Je legt ze op een bedje van perliet, zodat er van onder lucht bij kan en overgiet ze met water, waarin wat wortel hormoon is opgelost. De blokjes zijn fabrieksmatig al voorzien van gaatjes, zet hierin de stekjes, druk ze een klein beetje verder in het blokje, zodat ze goed stevig staan.
Je prikt de plantjes in de turfmolmpotjes of steenwolblokjes en spuit de kloontjes in een keer nat met wortel hormoon. Een liter is voldoende voor enkele bespuitingen de eerste 48 uur. Het hormoon dringt door de celwand in het stekje en klaar is Katrien!
Houd je van puur natuur, neem dan wat wilgentwijgen en maak daarvan een hormoonhoudend aftreksel of stop het steeltje in je mond en maak het nat met wat speeksel, zelfs dat schijnt te werken.
Zie ook het boek: Je eigen stekken maken
Foto-XPLD8MHI.jpg
Grtz
Comment